voc. 101-150 Flashcards
sedes
sedis v.
de zitplaats, de verblijfplaats
gens
gentis v.
de volksstam, het geslacht
consilium
consilii
hete overleg, de raad, het plan
fatum
fati
het lot
iniuria
iniuriae
het onrecht
dulcis
dulcis, dulce, duclis
zoet, lief
alter
altera, alterum, alterius
de ander(e)
dux
ducis m.
de leider
vacuus +
+ABL
vacua, vacuum
leeg, vrij van
pugna
pugnae
het gevecht
alius
alia, aliud, alterius
een ander(e)
decus
decoris o.
de eer, het sieraad
invidia
invidiae
de jaloezie, de haat
via
viae
de weg
servus
servi
de slaaf
preces
precum v. mv.
de smeekbeden
barbarus
barbara, barbarum
vreemd, onbeschaafd
opus
operis o.
het werk
pax
pacis v.
de vrede
communis +
+DAT
communis, commune, communis
gemeenschappelijk aan
nonnulli
nonnullae, nonulla
enkele
par +
+DAT
par, par, paris
gelijk aan, opgewassen tegen
ingens
ingens, ingens, ingentis
reusachtig
victor
victoris m.
de overwinnaar