onderschikkende woorden (antequam-num) Flashcards
antequam
+ind
+conj
BWB tijd
voordat
cum +ind
BWB tijd (temporale)
toen, wanneer
cum +conj
BWB tijd (historicum): toen
BWB reden: omdat, aangezien
BWB toegeving: hoewel
cum primum
+ind
BWB tijd
zodra
donec
+ind/+conj
BWB tijd
zolang als, totdat
dum
+ind/+conj
BWB tijd
terwijl, zolang als, totdat
etiamsi
+ind/+conj
BWB toegeving
ook al, zelfs als
etsi
+ind/+conj
BWB toegeving
ook al, zelfs als
licet
+conj
BWB toegeving
ook al
ne
+conj
BWB doel: opdat niet, om niet te
O/V volitief: (vrezen en verhinderen) dat
O/V volitief: dat … niet
ne non
+ conj
O/V volitief
(vrezen verhinderen) dat niet
neve
+conj
BWB doel: en opdat niet, en om niet te …
O/V volitief en dat … niet
O/V volitief (vrezen en verhinderen) en dat
nisi
+IND/+conj
BWB voorwaarde
als niet, tenzij
num
+conj
OV vragend
of