voc. 428-477 Flashcards
accipere
-io
accepi, acceptum
ontvangen, vernemen
curare
-o
zorgen voor
conficere
-io
confeci, confectum
afmaken
posse
-sum
potui, -
kunnen
praebere
-eo
aanbieden, tonen
ostendere
-o
ostendi, ostentum
tonen
superare
-o
overwinnen, overblijven
ire, eo
ii, itum
gaan
mutare
-o
veranderen, verwisselen
iacere
-o
ieci, iactum
werpen
occidere
-o
occidi, occisum
doden
malle
-o
malui, -
liever willen
consuescere
-o
consuevi, consuetum
gewoon worden
oriri
-ior
ortus sum
ontstaan, opkomen
debere
-eo
moeten, verschuldigd zijn
timere
-eo
vrezen, bang zijn
novisse
novi, notum
kennen
velle, volo
volui,-
willen
incendere
-o
incendi, incensum
in brand steken
postulare
-o
eisen
contendere
-o
contendi, contentum
zich inspannen, wedijveren
ait
ait, -
zegt hij/zij
instare
-o
institi, -
in het nauw brengen, dreigen
vetare
-o
vetui, vetitum
verbieden
vivere
-o
vixi, victum
leven
colere
-o
colui, cultum
bewerken, bewonen, vereren
dubitare
-o
twijfelen, aarzelen
existimare
-o
oordelen, menen
audire
-io
audivi, auditum
horen, luisteren naar
ruere
-o
rui, rutum
vooruitstormen, instorten
solere
-eo
solitus sum
gewoon zijn
deserere
-o
deserui, desertum
verlaten
videre
-eo
vidi, visum
zien
facere
-io
feci, factum
maken, doen
pertinere
-eo
pertinui, -
zich uitstrekken, betreffen
accedere
-o
accessi, accessum
naderen
movere
-eo
movi, motum
bewegen, beïnvloeden
munire
-io
bouwen, versterken, beschermen
iuvare
-o
iuvi, iutum
helpen
ducere
-o
duxi, ductum
leiden
amare
-o
amavi, amatum
beminnen, houden van
licere +
-et
+DAT
het is toegelaten
laudare
-o
prijzen
repetere
-o
repetivi, repetitum
teruggaan naar, terugvragen, herhalen
reddere
-o
reddidi, redditum
teruggeven, maken tot
statuere
-o
statui, statutum
plaatsen, vaststellen, beslissen
experiri
-ior
expertus sum
op de proef stellen, ondervinden
gaudere
-eo
gavisis sum
blij zijn
cognoscere
-o
cognovi, cognitum
leren kennen, vernemen
conicere
-io
conieci, coniectum
werpen