hedendaagsrecht Flashcards

1
Q

verhouding tussen burgers

A

burgerlijk recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

regelt statuut van handelaren en commerciële activiteiten

A

handelsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht

A

sociaal recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verhouding tussen werkgevers en werknemers

A

arbeidsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verplichte sociale verzekeringen voor werknemers en zelfstandingen

A

sociaal zekerheidsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

regelt inrichting en bevoegdheid van de privaatrechtelijke rechtscolleges

A

privaatrechtelijk procesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

privaatrecht van burgers: 4

A

burgerlijk recht
handelsrecht
sociaal recht
privaatrechterlijk procesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

publiekrecht 5

A

grondwettelijk recht
administratief recht
fiscaal recht
strafprocesrecht
strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

alles in de grondwet

A

grondwettelijk recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

regelt inrichtig van administratie

A

administratief recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bepaald hoe overheidsinkomsten worden gevormd en geïnd

A

fiscaal recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke handelingen zijn strafbaar en welke straffen zijn van toepassing

A

strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

regelt de inrichting en de bevoegdheid van de strafrechtcolleges

A

strafprocesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

degene die het initiatief voor het proces heeft genomen

A

eisende partij of eiser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tegenstander in een burgerlijk proces

A

verweerder, verwerende partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vermoedelijke dader van een misdrijf

A

verdachte

17
Q

persoon die schade heeft geleden ten gevolge van een strafrechtelijk misdrijf

A

slachtoffer

18
Q

iemand die onder eed moet verklaren wat die heeft gezien of gehoord

A

getuige

19
Q

dagvaart mensen, roept op via speciale brief om voor de rechter te verschijnen

A

gerechtsdeurwaarder

20
Q

alle informatie die je een advocaat geeft is strikt vertrouwelijk:

A

beroepsgeheim

21
Q

advocaat geeft praktisch advies en nuttige raad om problemen te vermijden

A

raad geven

22
Q

advocaat streeft naar meen minndelijk oplossing en onderhandelt daarvoor in naam van zijn client met de tegenpartij

A

bemiddelen

23
Q

advocaat is de woordvoerder van zijn client die in zijn rechten worden bedreigd

A

verdedigen

24
Q

politiediensten 2

A

administratieve bevoegdheden
gerechtelijke functies

25
Q

werkt op de rechtbank en is verantwoordelijk voor de organisatie van de dagelijkse werking van de rechtbank

A

de griffier

26
Q

bestaat uit 12 zogenoemde gezworenen

A

volksjury of jury

27
Q

arts gespecialiseerd in forensische geneeskunde

A

wetsdokter

28
Q

arts gespecialiseerd in geestziekten en werkt in opdracht van de justitie

A

gerechtspsychiater

29
Q

bij ballistisch onderzoek probeert de …… verband te leggen tussen een huls en een individueel wapen

A

wapendeskundige

30
Q
A