voc. 100-150

Question 1

somnus

Answer 1

somni
de slaap

Question 2

sedes

Answer 2

sedis v.
de zitplaats, de verblijfplaats

Question 3

gens

Answer 3

gentis v.
het geslacht, de volksstam

Question 4

consilium

Answer 4

consilii
het overleg, de raad, het plan

Question 5

fatum

Answer 5

fati
het lot

Question 6

iniuria

Answer 6

iniuriae
het onrecht

Question 7

dulcis

Answer 7

dulcis, dulcie, dulcis
zoet, lief

Question 8

alter

Answer 8

altera, alterum, alterius
de ander(e)

Question 9

dux

Answer 9

ducis, m.
de leider

Question 10

pugna

Answer 10

pugnae
het gevecht

Question 11

alius

Answer 11

alia, aliud, alterius
een ander(e)

Question 12

vacuus +

Answer 12

+ ABL
vacua, vacuum
leeg, vrij van

Question 13

invidia

Answer 13

invidiae
de jaloezie, de haat

Question 14

decus

Answer 14

decoris o.
de eer, het sieraad

Question 15

servus

Answer 15

servi
de slaaf

Question 16

via

Answer 16

viae
de weg

Question 17

barbarus

Answer 17

barbara, barbarum
vreemd, onbeschaafd

Question 18

preces

Answer 18

precum m mv
de smeekbeden

Question 19

opus

Answer 19

operis o.
het werk

Question 20

pax

Answer 20

pacis v.
de vrede

Question 21

communis +

Answer 21

+DAT
communis, commune, communis
gemeenschappelijk aan

Question 22

nonnulli

Answer 22

nonnullae, nonnulla
enkele

Question 23

par +

Answer 23

+DAT
par, par, paris
gelijk aan, opgewassen tegen

Question 24

ingens

Answer 24

ingens, ingens, ingentis
reusachtig

Question 25

victor

Answer 25

victoris m.
de overwinnaar

Question 26

iustus

Answer 26

iusta, iustum
rechtvaardig

Question 27

fortuna

Answer 27

fortunae
het lot, de toestand

Question 28

imperium

Answer 28

imperii
de heerschappijn het opperbevel, het rijk

Question 29

socius

Answer 29

socii
de bondgenoot, de deelgenoot

Question 30

terra

Answer 30

terrae
de aarde, het land

Question 31

vetus

Answer 31

vetus, vetus, veteris
oud

Question 32

moenia

Answer 32

moenium o mv.
de stadsmuren

Question 33

summa

Answer 33

summae
de hoofdzaak, het geheel

Question 34

annus

Answer 34

anni
het jaar

Question 35

insignis

Answer 35

insignis, insigne, insignis
opvallend

Question 36

sacer

Answer 36

sacra, sacrum
heilig, gewijd

Question 37

novus

Answer 37

nova, novum
nieuw

Question 38

arma

Answer 38

armorum
de wapens

Question 39

cuncti

Answer 39

conctae, concta
alle

Question 40

natura

Answer 40

naturae
de natuur, de aard

Question 41

pectus

Answer 41

pectoris o
de borst, het hart, het verstand

Question 42

frumentum

Answer 42

frumenti
het graan

Question 43

consuetudo

Answer 43

consuetudinis v.
de gewoonte

Question 44

plebs

Answer 44

plebis v.
de blebejers, het volk

Question 45

genus

Answer 45

generis o.
de afkomst, de soort

Question 46

vallum

Answer 46

valli
de wal

Question 47

caput

Answer 47

capitis o.
het hoofd, het hoofdstuk

Question 48

collis

Answer 48

collis m.
de heuvel

Question 49

talis

Answer 49

talis, tale, talis
zodanig

Question 50

iudex

Answer 50

iudicis m.
de rechter

Question 51

telum

Answer 51

teli
het aanvalswapen, het projectiel