voc. 377-327 Flashcards
temptare
-o
proberen, op de proef stellen
dicere
-o
dixi, dictum
zeggen, spreken
tangere
-o
tetigi, tactum
aanraken, bereiken, treffen
impellere
-o
impuli, impulsum
aandrijven, aanzetten
consistere
-o
constiti, -
halt houden, zich opstellen
intermittere
-o
intermisi, intermissum
onderbreken
excipere
-io
excepi, exceptum
uitnemen, opvangen
augere
-eo
auxi, auctum
doen groeien, vermeerderen
condere
-o
condidi, conditum
stichten, opbergen
iactare
-o
slingeren
occurrere
-o
+DAT
occurri, occursum
tegemoet lopen
esse, sum
fui, -
zijn, bestaan
adducere
-o
adduxi, adductum
brengen naar
obicere
-io
obieci, obiectum
stellen tegenover, verwijten
adire
-eo
adii, aditum
gaan naar, bezoeken
perire
-eo
perii, peritum
ten onder gaan
mittere
-o
misi, missum
zenden, laten gaan
queri
-or
questus sum
klagen over
sperare
-o
hopen op
metuere
-o
metui, metutum
vrezen