Verstandelijke beperking Flashcards

1
Q

Bespreek redenen waarom veel psychiatrische aandoeningen vaker voorkomen bij mensen met verstandelijke beperking.

A
  • grotere kwetsbaarheid: biologisch (CZS) en genetisch (bepaalde syndromen)
  • minder copingvaardigheden
  • sociaal netwerk draagt minder bij tot coping
  • andere stressoren: drukke klassen/LG, ontwikkeling brussen, bezorgdheden ouders, somatische zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek de doelgroepgebonden hindernissen bij een diagnostisch traject en classificerende diagnostiek bij een jongere met verstandelijke beperking + jeugdpsychiatrisch probleem.

A
  • nosologie: DSM5 gebaseerd op normaal-begaafde populatie, andere symptomen (bv. enuresis), andere syndromen (bv. prader-wili), meer dimensoniele beschrijvingen
  • -> DMID: gelijkend aan DSM5 maar met vertaalslag naar presentatie bij verstandelijke beperking, expert-consensus, nood aan toevoeging maar onvoldoende research
  • kliniek: onvoldoende communicatie (ontw leeftijd laag) en onvoldoende introspectie (hoe zeggen dat je depressief voelt?), cognitieve achterstand op zich zorgt voor verdoezelen symptomen (bv. hallucinaties), , aan somatiek denken, onderscheid tussen normaal en abnormaal (wat te verwachten van 16j met ontw leeftijd van 5j?), ingebed in context (vaak in LG, ouders met beperkte opvoedingsvaardigheden,..), andere presentatie (bv. stereotypie bij ASS)
  • -> jongeren met VB uiten dit in gedrag, kinderpsychiater moet goede observator zijn

diagnostische instrumenten: beperkt, wel goede instrumenten voor ASS. Wel: dimensies ontwikkeling in kaart brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een 15-jarige jongen met matig verstandelijke beperking (BuSo OV1) vertoont sinds een paar maanden vrij fors uitagerend gedrag op school en thuis. In het lager onderwijs werd wegens druk gedrag (enkele maanden) een kinderpsychiatrisch onderzoek verricht, toen geen bijkomende ontw-stoornis of andere diagnose. School vraagt nu met aandrang om gedragsregulerende medicatie. Wat is jouw beleid?

A
  • hetero-anamnese: liefst bij mensen die kennis hebben van ontwikkelingsperspectief
  • context-anamnese: in welke context leeft kind? veranderingen? onder welke omstandigheden? incidenten?
  • recente info ontwikkelingsdomeinen: IQ? SEO? Adaptief functioneren? Is dit discrepant?
  • recent somatisch onderzoek?

aandachtspunten KPO:

  • liefst in vertrouwde context
  • aangepast aan ontw leeftijd, communicatie, kalenderleeftijd, gewoontes en interesses

bij VB: meer ethologische benadering, betekenis zoeken achter het gedrag, vertaalslag geven: wat is psychiatrisch en wat is normaal

beleid bij vraag naar gedragsregulerende medicatie:
- denk aan: diagnostiek in context, aanpak binnen orthopedagogisch kader, aanpassingen context nodig?

Als medicatie start: doelsymptomen bepalen, uitleg aan iedereen, evaluatie behandeling, kijk naar richtlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly