Psychose Flashcards
In de diagnostiek en behandeling van psychose neemt het begrip stadiëring een belangrijke plaats in. Licht de verschillende stadia toe.
premorbide - prodromaal - 1e psychose - recidieven - chronisch
belang van korte DOP, kritieke periode na 1e psychose, dus: zorgen dat ze dan al in zorg zijn, belang van erkenning prodromale fase
3 groepen: fam risico + achteruitgang functioneren, BLIPS, subklinische sympt (te weinig intens, te weinig frequent)
beh afgestemd op stadiëring
0: fam risico
1a: fam risico + lichte symptomen
1b: ultra-high risk groep –> vanaf hier ingrijpen: CGT
2: 1e psychotische episode –> med + CGT, 2aire preventie
3a: incomplete remissie
3b: recidief psychose
3c: recurrente episodes
4: chronisch verloop
UHR -> 20% 1e psychose -> 75% meerdere episodes
1e psychose –> 10% wordt chronisch, + 10% per episode
Een meisje van 13j wordt aangemeld omwille van hallucinatoire belevingen zonder dysfunctie en zonder veel andere uitgesproken klachten. De huisarts stuurt door met vraag naar schizofrenie? Hoe pak je dit aan? Wat zeg je tegen ouders en dit meisje?
Goed verkennen: sommige psychose-like experiences zijn normaal (bv. hypnagoge hallucinaties, net overleden persoon), familiaal risico, algemeen functioneren, elementen voor andere psy stoornissen (ontwikkelingsproblematiek?), ideas-concerns-expectations, lijdensdruk
(uiteraard ook algemene en kinderpsychiatrische anamnese)
–> als risicogroep: vroegpreventie-programma
als niet: alarmsignalen meegeven en geen nood aan opvolging (Triade: bizar ongewoon gedrag + sociaal terugtrekken + punten op school minder)
Educatie:
psychotische ervaringen zijn zeer frequent, niet allemaal psychose
- 8% psychotische ervaringen
- 4% psychotische symptomen (= + lijdensdruk)
- 2% psychose
- 0.6-0.7% schizofrenie
Stemmen rond 12e levensjaar = sterke voorspeller schizofrenie
Familiale belasting? Behoort ze tot risicogroep?
Alarmsignalen meegeven voor wanneer doorverwijzen:
Wat zijn prognostisch gunstige factoren wat betreft de outcome van psychose?
- koesterende gezinsomgeving
- steunende communicatiestijl, lage expressed emotions
- goede copingvaardigheden
- laag stress-niveau
- plots begin
- goed premorbide functioneren
- geen negatieve symptomen
- duidelijke uitlokkende factor
- start op latere leeftijd
- geen fam VG
- korte duur onbehandelde psychose
Bespreek de etiologie en het kwetsbaarheidsmodel voor psychose.
Stress-kwetsbaarheidsmodel: samenloop van biologische kwetsbaarheid + stressoren uit omgeving geven psychose
- Genetische F: 80% heratibiliteit, polymorfisme, zz: CNV
- Perinatale F: FZ beschermt
–> neurobiologische kwetsbaarheid - Omgeving:
cannabis (correlatie, interactie)
migratie, discriminatie
trauma, opeenstapeling life events, laag premorbide IQ, laag zelfbeeld
urbaniciteit, sociale isolatie, hoge leeftijd vader
–> dopaminevrijzetting mesolimbisch + minder frontaal –> dysfunctie netwerken (salience, sence of novelty) –> psychose –> neurotoxiciteit –> afname witte stof
Genen en omgeving:
- Sensitisatie
- Cognities: jumping to conclusions, source monitoring, confirmatietendens, covariatie-tendens
- Socio-emotioneel: mentalisatie-vermogen, emoties lezen, emoties in stem horen, emotieregulatie
Neurobio afwijkingen:
- Fysiologie: dopamine, glutamaat, cortisol
- Anatomie: neuronale migratiestoornis, disconnectiviteit, bij VEOS: grotere ventrikels, meer apoptose, meer pruning
afname grijze stof, kleinere hippocampus
hyperD mesolimbisch - pos sympt, hypoD frontaal - neg sympt
Protectieve F:
- gezin: steunend gezin, steunende communicatiestijl (lage EE)
- goede copingvaardigheden
- laag stress-niveau