Genderdysforie Flashcards

1
Q

Classificatie:
DSM IV: genderidentiteitsstoornis
DSM 5: genderdysforie bij kinderen en adolescenten
ICD-11: genderincongruentie bij kinderen
Becommentarieer de verschillen en de geassocieerde internationale discussie hieromtrent.

A

DSM IV: incongruentie + conformerend gedrag

DSM5: genderdysforie
Criteria:
- incongruentie tussen experienced gender en assigned gender, meer dan 6m
- niet enkel genderconformerend gedrag (spel, opzoeken leeftijdsgenootjes, kledij,…), maar ook wens om van het andere geslacht te zijn (kids moeten dit uiten)
- aversie van het lichaam (geslachtsdelen, 1aire en 2aire geslachtskenmerken): niet noodzakelijk voor D/
- psychisch lijden: MAAR bij kids soms moeilijk te zien + discrepantie in acceptatie transmeisjes vs. jongens

ICD11: genderincongruentie (geen psychisch lijden noodzakelijk)

Discussie: waar hoort transgenderzorg thuis? Nut van ICD11 diagnose?
Pro: zorgt voor terugbetaling, beschermd statuut, toegang tot zorg, meer kennis bij hulpverleners
Contra: pathologiserend, stigmatiserend, weinig van nut en beperkte validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de definitie van genderidentiteit. Over welke epidemiologische gegevens beschikken we mbt het voorkomen van gendervariantie en genderdysforie bij kinderen en jongeren?

A

Genderidentiteit = mate waarin iemand zich vrouw of man voelt (of beide, of geen van beide), gender waartoe iemand zichzelf rekent

Epidemiologie: zeer beperkt, nooit goed gemeten, moeilijk concept, probleem van telkens binaire constructies in vraagstelling, wie niet gebruik maakt van hulpverlening zit niet in statistieken (50% volw LGBTQ+ heeft ooit hulp gezocht)
–> grote nood aan breed sociaal en longitudinaal onderzoek

Data die er wel is: via CBCL
NL cohorte:
wil voor andere geslacht: op 7j 1% van jongens en 3% meisjes
gedrag zoals andere geslacht: op 7j 3% jongens en 5% meisjes

Sys review:
Ouders: wil 1%, gedrag 5%
Kind/jongere: wil 3%, identificatie 0.2-3%

<12j: 30% persisteert
>12j: 60% persisteert
meer prepuberale jongens doorverwezen dan meisjes: minder maatschappelijk aanvaard gedrag?
Cijfers UZ Gent: initieel 1:1 ratio, maar sinds 2011 meer assigned females

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De ontwikkeling van genderidentiteit doorheen de kinderleeftijd vanuit het theoretisch cognitief psychologisch model volgend Ruble en Martin: beschrijf en illustreer met jouw ervaringen met kinderen/observaties.

A

Vanuit cognitieve gedragswetenschappen - Ruble en Martin:

  • Kinderen leren actief omgeving kennen, gaan gendercues oppikken en toepassen op zichzelf om reactie van de omgeving af te toetsen
    (ook: Kohlberg/Piaget en schematheorie)
  • Gebruiken 1e stereotypen om indrukken, reacties te kennen en eigen gedrag te sturen, zich mentaal te organiseren
  • Deze constructen zijn rigide, evaluatief en motivationeel

2j: gender labeling (op stem, op gezicht)
3-4j: gender constancy (man blijft man, vrouw blijft vrouw), rigide ideeën
5-6j: gender stability (als uiterlijk veranderd blijft gender nog zelfde)
7-8j: gender flexibility (minder rigide en meer flexibel denken, jongens kunnen meisjesdingen leuk vinden en andersom
! voor 6 jaar geen sociale transitie, geen genderdysforie, is normaal in ontwikkeling

Eigen ervaringen: kort haar = jongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gendervariantie en - dysforie bij kinderen (7-11j). Welke 3 perspectieven zijn er om je beleid op af te stemmen? Welke wijze zou jij als kinderpsychiater verkiezen en waarom?

A

Ethische discussie: welk beleid voer je tav kinderen?
(1) reparative therapy
(2) watchful waiting
(3) gender afirming
Ik zou gaan voor watchful waiting, het open houden en kinderen laten ‘experimenteren’ en ontdekken (gaan actief op zoek naar gendercues), samen exploreren + ouders informeren en begeleiden, bekijken binnen bredere ontwikkeling
Reparatief: kind leren goed voelen bij assigned gender, gaat voorbij aan de moeilijkheden, zeer schadelijk gebleken in geschiedenis!, onethisch
Affirming: niet eerste keuze, identiteit sowieso nog in ontwikkeling, vrij invasief en momenteel weinig zich op stabiliteit van genderidentiteit (onder 12j maar 30% stabiel), enkel als veel problemen die onoverkomelijk zijn op andere manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rob is 6 jaar oud, draagt liefst rokjes, D/ASS op 4 jaar. Rob benoemt het jongen-zijn of meisje willen zijn niet echt, vertelt nooit veel tegen ouders. Maar mama ziet dat hij liever rokjes draagt en vraagt zich af of hij dan ook genderdysfoor is. Is het niet beter om hem als meisje naar school te laten gaan?
Hoe pak je dit aan? Wat weet je over ASS en gendervariantie/dysforie? Welke guidelines bestaan er hierover?

A

Aanpak: gesprek met ouders

  • bezorgdheden in kaart brengen, bredere ontwikkeling van het kind bekijken, gezinsfactoren
  • informeren: genderdysforie vs. variantie
  • genderidentiteit tov ontwikkeling: op 6j genderconstancy (als uiterlijk verandert dan verandert gender daarom niet) en enige flexibility (jongens kunnen van meisjesdingen houden). Bevragen hoe dit bij Rob zit.
  • hoe leren kids over genderID: door te exploreren, actief cues te zoeken en gaan gebruiken
  • alternatieve verklaringen? bv. rokje hangt niet vast aan gender maar is sensorisch aangenamer?
  • als meisje naar school laten gaan: geen sociale transitie gezien nog volop in ontwikkeling = watchful waiting

ASS en gendervariantie/dysforie:

  • hogere prevalentie
  • langere trajecten
  • impact relationele ontwikkeling uit te klaren
  • guidelines 2018: volgens best practice (samenwerking tss specialisten, ASS screenen voor gendervariantie en omgekeerd, geen exclusie-criterium, behandeling voor beide, nood aan psycho-educatie, langere tijd exploreren, ASS is niet gelijk aan geen beh voor genderdysforie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nouk, adolescente van 15j komt met haar ouders op consultatie, heeft zich op school geuit als transgender, ouders wensen hier niet op in te gaan want “is een modefenomeen, ziekte van de tijd, een fase. Ze valt ook op meisjes, is ze niet gewoon lesbisch?”. Ouders begrijpen er niets van.
Hoe pak je dit aan? Welke handvaten reik je ouders aan om toch aan de slag te kunnen?

A
  • Exploratie bezorgdheden, algemene ontwikkeling, voorgeschiedenis (algemeen + genderID)
  • Modefenomeen, ziekte van de tijd: klopt niet want doorheen geschiedenis duidelijk + in vele culturen
  • Fase: weten we niet op voorhand, ongeveer 60% persisteert na 12j, geen voorspellers over wie dat gaat zijn MAAR wel voorspellers op psychopathologie: als steunende context is dit beschermend (ouders in hun kracht zetten) als veel stigmatisatie en afwezige relatie met leeftijdsgenoten danmeer kans op depressie
  • Lesbisch: uitleg genderbread person

Handvaten: aanpak = watchful waiting, kind laten exploreren en ervaren
extra info: bv. transgender infopunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly