Topografie Flashcards

1
Q

lig. inguinale

A
  1. verloop
    - van SIAS naar tuberculum pubicum
    - arcus iliopectineus = van midden lig. inguinale naar fascia m. psoas
    - verdeeld ruimte in lacuna vasorum & lacuna musculorum
  2. lacuna vasorum = mediaal
    - A/V femoralis
    - n. genitofemoralis
    - m. pectineus
    - lymfevaten
  3. lacuna musculorum = lateraal
    - m. iliopsoas
    - n. cuteneus femoris lateralis
    - n. femoralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

trigonum femorale mediale

A
  1. trigonum van scarpa
    - craniaal = lig. inguinale
    - lateraal = m. sartorius
    - mediaal = m. adductor longus
  2. bodem = van lateraal naar mediaal
    - m. iliopsoas
    - n. femoris
    - A. femoralis = lateraal
    - V. femoralis
    –> iVAN organisatie van mediaal naar lateraal
    - m. pectineus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

v. saphena magna

A
  1. hiatus saphenus
    - opening in fascia latae
    - vertrekken van v. saphena magna uit v. femoralis
    - meestal niet meer zichtbaar op preparaten
  2. v. saphena magna
    - anteromediaall op dij
    - opp. in subcutane vetweefsel van fascia latae
    - in vivo zichtbaar
  3. verder verloop
    - ventraal van maleolus medialis = best zichtbaar
    - naar dorsale zijde van voet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

v. femoralis

A
  1. v. femoralis mediaal
    - samen met a. femoralis
    - in canalus adductorius
  2. mediaal van a. femoralis in trigonum femorale
  3. onder lig. inguinale
  4. v. iliaca externa = hernoemen
  5. samenkomen met v. iliaca interna
  6. v. iliaca communis
  7. v. cava inferior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

a. iliaca

A
  1. a. iliaca
  2. bifurcatie rond L4
  3. 2 a. iliaca communis
    –> a. iliaca interna gaat naar kleine bekken
  4. a. iliaca externa
  5. onder lig. inguinalis
  6. a. femoralis
  7. afgeven van takken
    - a. pudenda externa
    - a. circumflexa ilium superficialis
    - a. profunda femoris
  8. verdwijnen in canalis adductorius onder m. sartorius
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

a. pudenda externa & a. circumflexe superficialis

A
  1. algemeen
    - ontspringen net na lig. inguinalis
    - beide door hiatus saphenus
    - in subcutis samen met gelijknamige v. van v. saphena magna
  2. a. pudenda externa = naar mediaal voor scrotum of schaamippen
  3. a circumflexa superficialis = naar lateraal (SIAS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

a. glutealis inferior & superior

A
  1. algemeen
    - vele takken van a. iliaca interna
    –> a. vesicalis, a. rectalis media & a. obturatoira
    - 2 daarvan komen terug naar buiten
  2. a. glutealis superior
    - grootste tak
    - foramen suprapiriforme
    - doorgesneden bij m. gluteus maximus omklappen
  3. a. glutealis inferior = foramen infrapiriforme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

a. profunda femoris

A
  1. a. profunda femoris
    - grootste aftakking van a. femoris
    - gaat diep in m. adductor longus
    - 3 aa. perforantes voor omliggende spieren
  2. a. circumflexa femoris & lateralis
    - ontspringen uit a. profunda femoris rond femurkop
    - kan ook direct uit a. femoralis
    - lang mediaal & lateraal van femurkop = anastomoseren
    - vele rami naar omliggende spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoofdtakken plexus lumbosacralis

A

= T12-L4

  1. n. femoralis L2-4
    - diktste zenuwtak langs ventraal
    - in gleuf van m. psoas major & m. iliacus
    - door lacuna musculorum
    - oppervlakkig in trigonum van scarpa = veel takken
  2. n. obturatoirus L2-4
    - in vet mediaal van psoas major
    - samen met A/V in canalis obturatorius
    - onder lig. inguinale??? onder m. pectineus
    - meerdere rami musculares naar adductoren
  3. cutaneus femoris lateralis L2-L3
    - net mediaal van SAIS onder lig. inguinale
    - over laterale zijde van dij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

plexus sacralis

A
  1. plexus sacralis
    - truncus lumbosacralis = verbinding plexus lumbalis & - sacralis
    - vormt bovenste opbouw van n. ischiadicus
  2. n. ischiadicus = door foramen suprapiriforme
  3. variatie
    - 10%
    - n. cutaneus femoris posterior, n. fibularis communis & n. gluteus inferior
    - door piriformis idpv mee met n. ischiadicus
    - verband met piriformis syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kleinere takken van plexus lumbosacralis

A
  1. T12 subcosalis = onder & parallel met 12e rib
  2. L1 iliohypogastricus & ilioinguinalis
    - achter de nieren
    - tussen schuine buikspieren
    - n. iliohypogastricus = net boven crista iliaca
    - n. ilioinguinalis = op crista iliaca
  3. L1-2 n. genitofemoralis
    - door m. psoas major
    - ramus femoralis & genitalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

foramen piriforme

A
  1. foramen suprapiriforme = AVN glutealis superior
  2. foramen infrapiriforme
    - AVN glutealis inferior
    - n. ischiadicus
    - n. cutaneus femoris posterior
    - n. pudendus
    - AV pudenda interna
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

piriformis & quadratus femoris

A
  1. piriformis
    - O. ventraal op sacrum = foramina sacralia 2-4
    - I. trochanter major
    - vormen van foramen supra- & infrapiriforme
  2. quadratus femoris
    - O. laterale rand tuber ischiadicum
    - I. crista intertrochanterica -> tuberositas glutealis
    - net onder gemmelus inferior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

obturatorius

A
  1. internus
    - O. mediale zijde membrana obturatoria & omliggend foramen obturatorium
    - bocht van 90° rond incisura ischiadicum minus = pezig
    - tussen mm. gemellus = m. triceps coxae
    - vaak bedekt door levator ani met arcus tendineus
  2. externus
    - O. laterale zijde membrana obturatoria & omliggend foramen obturatrium
    - I. fossa trochanterica onder gemellus
    - loopt onder quadratus femoris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gemelli

A

= 1cm breed

  1. O.
    - m. gemellus superior: spina ischiadicum
    - m. gemellus inferior: proximale deel tuber ischiadicum
  2. I. fossa trochanterica
    - superior boven piriformis
    - inferior onder
    - vaak moeilijk te onderscheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

adductoren

A
  1. longus
    - O. tuberculum pubicum mediaal van pectineus
    - ventraal van adductor magnus
    - I. labium mediale @ linea aspera middelste 1/2
  2. brevis
    - O. ramus inferior ossis pubis
    - I. prox 1/3 labium mediale @ linea aspera, trochanter minor -> prox. m. adductor longus
    - minder distaal & dorsaal van adductor longus
  3. magnus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

pectineus & gracilis

A
  1. pectineus
    - O. pecten ossis pubis
    - trigonum femorale mediale = onder A/V femoralis
    - bedekt canalis adductorius
  2. gracilis
    - bi-articulair
    - facies sympysialis
    - pes anserinus superficialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

adductor magnus

A
  1. anatomie
    - O. ramus inferior ossis pubis & tuber ischiadicum
    - I. tuberculum adductorum & linea aspera
  2. adductor minimus
    - craniale deel kan volledig geïndividualiseerd zijn
    - net caudaal van quadratus femoris vinden
  3. canalis adductorius van Hunter
    - hiatus adductorius = tussen beide buiken van adductor magnus
    - canalis adductorius met A/V femoralis & n. saphenus
    - dorsaal = adductor longus
    - mediaal = adductor magnus
    - lateraal = vastus medialis
    - ventraal = membrana vastoadductoria = verbinding van adductor magnus & vastus medialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

fascia latae

A
  1. fascia latae
    - volledige fascia van bovenbeen
    - voorzetting van fascia glutea & abdominis superficialis
    - meestal weggesneden
  2. tractus iliotibialis
    - laterale verstevinging van fascia latae
    - aanhechting van TFL & gluteus maximus
    - insertie op tuberculum van gerby
  3. septum intermusculare laterale
    - uitlopers van ITB
    - tussen biceps femoris & vastus lateralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

spieren op fascia latae

A
  1. tensor fascia latae
    - O. SIAS
    - I. tractus iliotibialis
    - spierbuik is maar 10cm lang
  2. gluteus maximus
    - O. crista iliaca & ala ossis ilii
    - I. bovenste deel op tratus iliotibialis & onderste deel op ITB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

gluteus medius & minimus

A

= bedekt door gluteus maximus

  1. medius
    - O. ventrale deel crista iliaca & facies glutea op ilium
    - I. trochanter major
    - bedekt minimus
  2. minimus
    - O. facies glutea ilium
    - I. trochanter major
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

heupbuigers

A
  1. iliopsoas
    - psoas major = lateraal lumbale wervelzuil
    - iliacus = fossa iliaca
    - onder lig. inguinale in lacuna musculorum
    - I. trochanter minor
  2. sartorius
    - O. SIAS
    - I. pes anserinus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hamstrings

A
  1. oorsprong
    - caput commune
    - tuber ischiadicum
    - ventraal van adductor magnus
  2. semimembranosus
    - onder semitendinosus
    - platte pees
    - I. dorsaal kapsel & uitstralen naar m. popliteus & lig. popliteum obliquum
    –> vormen samen pes anserinus profundus
  3. semitendinosus = pes anserinus superficialis
  4. biceps femoris
    - breve = halverwege op linea aspera
    - I. caput fibulae
24
Q

meniscus

A
  1. mediale meniscus
    - C-vormig
    - voorste & achterste hoorn vastgehecht aan eminentia intercondylaris
    - verbonden met lig. collaterale mediale
  2. laterale meniscus
    - O-vormig
    - niet verbonden met lig. collaterale mediale
  3. bursa suprapatelaris = recessus suprapatellaris
    - handbreedte proximaal van kniegericht
25
Q

kruisbanden

A
  1. algemeen
    - posterior & anterior translaties voorkomen
    - extra-synoviaal maar intracapsulair
  2. lig. cruciatum anterius
    - zichtbaar indien patella verwijderd is
    - area intercondylaris anterior -> binnenzijde laterale femurcondyl
  3. lig. cruciatum posterius
    - posterior zicht
    - area intercondylaris posterior -> binnenzijde mediale femurcondyl
26
Q

collaterale ligamenten

A
  1. LCL lig. collaterale fibulare/laterale
    - koordvormig
    - meer gescheiden
    - m. popliteus net mediaal van lig.
  2. MCL lig. collaterale mediale
    - moeilijker te onderscheiden
    - ontspannen door endorotatie & flexie
  3. lig popliteum obliquum
    - epicondylus lateralis femori naar tibia
    - ook deel naar semimembranosus aanhecting
    –> vormen samen sterk posterior kapsel
27
Q

quadriceps

A
  1. rectus femoris
    - vanaf SIAI
    - over vastus intermedius
  2. vastus medialis
    - deels bedekt door rectus femoris & sartorius
    - best zichtbaar rond kniegewricht
  3. vastus lateralis
    - laterale reliëf van dij
    - deels of volledig verpakt in tractus iliotibialis
  4. vastus intermedius
    - resectie van rectus femoris
    - wit peesachtig uiterlijk
28
Q

kleine spieren van kniegewricht

A
  1. popliteus
    - diep in kniekuil
    - epicondylus lateralis -> lateraal op femur = sulcus popliteus
    - intra-articulair net mediaal van lig. collaterale laterale
  2. plantaris
    - O. laterale condylus = mediaal & proximaal van caput laterale gastrocnemius
    - korte spierbuik met lange pees
    - I. mediaal calcaneus
    - vaak verwarren met zenuw
29
Q

arteriën van knie

A
  1. a/v poplitea
    - a/v femoralis na hiatus adductorius
    - v. ligt oppervlakkiger & meer mediaal
    - sterk bindweefsel dat beide verbind
  2. aa. geniculares = aftakkingen van a/v poplitea
    - aa. superior mediales & lateralis genus = laterale & mediale femurcondyl
    - aa. inferiores medialis & lateralis genus = proximale tibia/fibula
    - aa. surealis = koppen van gastrocnemius
    - aa. recurrens = terugkerende takken
30
Q

aftakkingen van a. poplita

A
  1. a. tibialis anterior
  2. a. tibialis posterior
    - verder zetting van a. poplita
    - samen met n. tibialis in diepe achterste compartiment
    - door tarsale tunnel mediaal
    - splitsen in a. plantares mediaal & lateraal
  3. a. fibularis
    - laterale aftakking
    - diepe achterste compariment samen met flexor hallucis longus
    - eindtakken naar malleolus lateralis
31
Q

a. tibialis anterior

A
  1. a. tibialis anterior
    - onder arcus tendineus m. solei
    - meteen door membrana interossea = naar ventrale onderbeen
    - tussen tibialis anterior & extensor digitorum longus
    - samen met n. peroneus profundus
    - naamverandering onder retinaculum extensorum
  2. a. dorsalis pedis
    - tussen pezen extensor hallucis longus & digitorum longus
    - bundel = AVN dorsalis pedis + peroneus profundus
32
Q

vertakkingen van n. ischiadicus

A
  1. vertakking
    - in n. peroneus communis & n. tibialis
    - vertakking net proximaal van kniekuil
    –> kan ook vele proximaler plaatsingen
  2. n. peroneus communis
    - lateraal onder peroneus longus
    - naar laterale loge onderbeen
  3. n. tibialis
    - samen met a/v. poplitea
    - onder koppen van gastrocnemius & onder popliteus
    - naar posterior loge
33
Q

ligamenten enkel

A
  1. lig. mediale = deltoideum
    - pars tibionavicularis = bedekt grotendeels pars tibiotalaris anterior
    - pars tibiocalcanea = dunne streng in midden
    - pars tibiotalaris anterior = meest ventraal
    - pars tibiotalaris posterior = meest dorsaal
  2. lateraal
    - talofibulare anterius
    - talofibulare posterius = fossa malleoli lateralis -> tuberculum mediale van processus posterior tali
    - calcaneofibulare
34
Q

retinaculum van onderbeen

A
  1. algemeen
    - verdikking van fascia cruris
    –> voortzetting van fascia poplitea
    - bevestigingsriemen van pezen
  2. retinaculum extensorum
    - voor voetheffers
    - retinaculum extensorum superius = anterior op onderbeen
    - retinaculum extensorum inferius = op voetwortel
  3. retinaculum peroneum
    - distale einde van laterale enkel
    - 2 delen met 2 peroneus pezen
    - voortzetting retinaculum extensorium inferius
  4. retinaculum flexorum
35
Q

rentinaculum flexorum

A
  1. retinaculum flexorum
    - tussen malleolus medialis & calcaneus
    - vorming tarsale tunnel met abductor hallucis
  2. inhoud
    - flexor hallucis longus
    - flexor digitorum longus
    - tibialis posterior
    - AVN tibialis posterior
36
Q

venen van enkel

A
  1. v. saphena magna
  2. v. saphena parva
    - aftakking van v. poplitea
    - door fascia poplitea = subcutaan
    - dorsaal van laterale enkel
  3. vv. perforantes
    - vv. saphena magna & parva verbinden met diepe netwerk
    - veel anastomoserende takken
    - heel variabel verloop
37
Q

n. peroneus communis

A
  1. algemeen
    - rond caput fibula
    - in peroneus longus naar distaal
    - splitsen in 2 takken
  2. n. peroneus superficialis
    - in laterale compartiment
    - innervatie van mm. peronei
    - distaal zichtbaar = tussen peroneus & extensor digitorum longus
    - naar dorsale voet = sensibele eindtakken
  3. n. peroneus profundus
    - naar voorste compartiment
    - tussen tibialis anterior & extensor digitorum longus
    - samen met AV tibialis anterior
    - einde = sensibel
    –> dorsale zijde 1-2e teen
38
Q

aa. plantares

A
  1. algemeen
    - samen met vv. & nn. plantares
    - onder flexor digitorum brevis
  2. a. plantaris medialis
  3. a. plantaris lateralis
    - sterktste eindtak van tibialis posterior
    - tussen FDB & quadratus plantae
    - naar laterale zijde voet = arcus plantair profundus vormen
    –> onder capuut obliquum adductor hallucis
    - ontstaan van aa. metatarsales plantares
39
Q

n. plantaris

A

m samen lopen met av plantaris onder FDB

  1. plantaris medialis
    - verder opdelen in nn digitales plantares communes I -> III
    - nog verder in nn. digitales proprio
  2. plantaris lateralis
    - ramus superficialis = 2 laterales nn. digitales plantares communis
    - ramus profundus = onder caput obliquum adductor hallucis
40
Q

zenuwen onderbeen

A
  1. n. suralis
    - verderzetting van n. cutaneus surae van n. tibialis
    - ramus cummunicans ontvangen = n. cutaneus surae lateralis vanuit n. peroneus comunnis
    - samen met v. saphena lopen
  2. n. saphenus
    - eindtak van n. femoralis
    - naar oppervlakte net distaal & mediaal van knie
    - ramus infrapatellaris = sensibele tak onderbeen
41
Q
A
42
Q

takken plexus lumbosacralis

A
  1. T12 subcostalis = onder onderste rib
  2. L1
    - iliohypogastricus = direct onder subcostalis & gaan in spier
    - ilioinguinalis = net boven cirsta iliaca
  3. L1-2 genitofemoralis
    - komt uit psoas major & loopt sterk naar caudaal
    - vertakt in genitale (mediale) & femorale (laterale) tak
  4. L3-4 n. cutaneus femorais lateralis = net mediaal van SIAS
  5. L2-4 n. femoralis
    - tussen iliacus & psoas major
    - dikste
    - loopt door lacuna vasorum
  6. L2-4 n. obturatoirus
    - mediaal van psoas major
    - loopt naar foramen obturatorius
43
Q

inhoud foramen supra- & infrapiriforme

A
  1. foramen suprapiriforme = av. glutealis superior
  2. foramen infrapiriforme
    - av. glutealis inferior
    - av. pudenda interna
    - n. pudendus
    - n. ischiadicus
    - n. cutaneus femoris posterior
44
Q

lig. inguinale

A
  1. verloop
    - van SIAS naar tuberculum pubicum
    - arcus iliopectineus = van midden lig. inguinale naar fascia m. psoas
    - verdeeld ruimte in lacuna vasorum & lacuna musculorum
  2. lacuna vasorum = mediaal
    - A/V femoralis
    - n. genitofemoralis
    - m. pectineus
    - lymfevaten
  3. lacuna musculorum = lateraal
    - m. iliopsoas
    - n. cuteneus femoris lateralis
    - n. femoralis
45
Q

verloop n. ischiadicus

A
  1. foramen infrapiriforme
  2. tussen hamstrings
  3. vertakking in n. tibialis & n. peroneus comunnis

n. tibialis
1. afgeven van n. cutaneus surealis medialis
2. samen met av poplitea tussen gastrocnemius
3. onder arcus tendineus soleus
4. samen met a. tibialis posterior in dorsale diepe loge
5. tarsale tunnel
6. vormen van n. plantares medialis & lateralis
–> lateralis = ramus superficialis & profundus
7. nn. digitales propri

n. peroneus communis

46
Q

verloop n. peroneus communis

A
  1. afgeven van n. cutaneus surealis lateralis
  2. rond fibula kop in laterale loge
  3. vertakking in superficialis & profundus

superficialis
1. tevoorschijn in onderbeen tussen peroneus & extensor digitorum longus
2. nn. cutanei voor dorsum voet

profundus
1. naar voorste compartiment = door septum intermusclare cruris anterius
2. samenlopen met av. tibialis anterior
3. tevoorschijn tussen tibialis anterior & extensor digitorum longus

47
Q

andere zenuwen van enkel

A
  1. n. surealis
    - samenvoeging van n. cuteaneus surea medialis & lateralis
    - laterale malleolus samen met v. saphena parva
  2. n. saphenus
    - eindtak n. femoralis vanuit mediale knie
    - loopt samen met v. saphena magna
48
Q

verloop van v. femoralis

A
  1. onder lig. inguinale meest mediaal
  2. aftakking van v. saphena magna
    - door hiatus saphenus
    - loop naar ventraal van mediale malleolus samen met n. saphenus
  3. trigonum van scarpa
  4. canalis adductorius
    - samen met a. femoralis
    - tussen beide delen adductor magnus
    - hiatus adductorius van m. adductor magnus

v. poplitea
1. aftakken van v. saphena parva
- naar laterale malleolus
- samen met n. surealis
2. tussen koppen gastrocnemius
3. onder arcus tendineus soleus

49
Q

verloop van a. femoralis

A
  1. onder lig. inguinale tussen v. & n. femoralis
  2. afgeven van takken net onder lig.
    - a. pudenda externa = naar mediaal
    - a. circumflexa ilium supercialis = naar lateraal SIAS
  3. afgeven van a. profunda femoris
    - grootste aftakking die naar heupkop gaat
    - onder adductor magnus
    - afgeven circumflexa femoris lateralis & medialis
  4. door canalis adductorius
50
Q

verloop a. poplitea

A
  1. aftakkingen = aa. genicularis
    - aa. superior medialis & lateralis genus
    - aa. inferior medialis & lateralis genus
    - aa. surealis = naar gastrocnemius
  2. tussen gastrocnemius koppen
  3. onder arcus tendineus = plitsen
    - a. tibialis anterior
    - a. tibialis posterior
    - a. fibularis = onder flexor hallucis longus naar malleolus lateralis
51
Q

verloop aa. tibialis

A

a. tibialis anterior
1. ventraal van membrana interossea samen met peroneus profundus
2. tussen tibialis anterior & extensor digitorum longus
3. onder retinaculae
4. a. dorsalis pedis

a. tibialis psoterior
1. dorsaal van van membrana interossea samen met n. tibalis
2. tarsale tunnel
3. afgeven van a. plantaris medialis & lateralis
4. vorming van arcus plantaris profundus net onder adductor hallucis
5. afgeven van aa. metatarsales plantares

52
Q

tarsale tunnel

A

= Tom, Dick ANd Harry

  1. m. tibialis posterior
  2. m. flexor digitorum longus
  3. a. tibialis posterior
  4. n. tibialis
  5. m. flexor hallucis longus
53
Q

retinaculum van onderbeen

A
  1. retinaculum extensorum
    - retinaculum extensorum superius = anterior op onderbeen
    - retinaculum extensorum inferius = op voetwortel
  2. retinaculum peroneum
    - 2 delen met 2 peroneus pezen
    - voortzetting retinaculum extensorium inferius
  3. retinaculum flexorum
    - tussen mediale malleolus & calcaneum
    - vorming van tarsale tunnel
54
Q

septa in het onderbeen

A
  1. septum transversum intermusculare = posterior aan diepe compartiment
  2. septum intermusculare cruris anterior
  3. septum intermusculare cruris posterior
55
Q

lagen van spieren in de voet

A
  1. laag 1
    - flexor digitorum brevis
    - abductor digiti minimi & hallucis
  2. laag 2
    - flexor hallucis longus
    - flexor digitorum longus
    - quadratus plantar
    - lumbricales
  3. laag 3
    - flexor hallucis brevis
    - adductor hallucis
    - flexor digitorum
  4. laag 4
    - interossei plantares & dorsales
    - tibialis posterior
    - peroneus longus
56
Q

spieren van de grote teen

A
  1. flexor hallucis brevis
    - 2 koppen = mediaal & lateraal sesambeentje
    - laterale kop vergroeit met adductor hallucis
    - mediale kop vergroeit met abductor hallucis
  2. adductor hallucis
    - caput obliquum
    - caput transversum
  3. abductor hallucis = deel van tarsale tunnel