Orthopedische pathologie heup Flashcards
1
Q
heupluxatie
A
- voorkomen
- erg zeldzaam
- 90% posterior - oorzaak
- gewricht is enorm sterk
- high energy trauma
- dashboard traum = impact op knie bij geplooide heup - klinische beelden
- ernstige pijn
- posterior = adductie, flexie & endorotatie
- anterior heupluxatie = abductie, flexie & exorotatie
2
Q
therapie van heupluxatie
A
- urgentie = drukken op structuren
- bekkenstabiliteit
- n. ischiadicus uitval
- vasculaire status = bevloeiing femur - reductie
- zo snel mogelijk
- door tractie
- gevolgd door steunverbod tot pijnvrij
–> tijd geven voor lig. herstel
3
Q
complicaties heupluxatie
A
- geassocieerde fracturen
- acetabulumfractuur
- caput femoris fractuur
- femur fractuur - complicaties
- osteonecrose 10%
- ischiadicus uitval
- kraakbeen schade -> coxartrose
4
Q
algemeen botfracturen
A
- operatief herstel
- inflammatie fase 0-7d
- zachte callus 2-4w
- harde callus 2-3m
- botremoddelering vanaf 3m - algemeen
- zo snel mogelijk mobiel = overleg met chirurg
- 1/3 van fracturen zal heupprothese krijgen - doelen van behandeling
- autonomie
- beperken van complicaties & red flags
- functie van totale lidmaat
5
Q
redflags bij heupfracturen
A
- andere
- infecties van operatie wond = verdwijnen na 1 week
- perifeer zenuwletsel = sens & kracht stoornis
- heupluxatie = pijn & niet steunen
–> mogelijk door AVN - trombose
- oedeem in been
- pijn in kuit
- zelfde pijn tijdens wandelen - AVN avasculaire necrose
- stijfgevoel bij opstaan
- pijn in lies
- gedaalde ROM rotaties
- RX = diagnose
6
Q
classificaties van femurhalsfracturen
A
- localisatie
- subcapitaal = net onder caput femoris
- transcervicaal = in midden van collum femoris
- basocervicaal = aan basis van collum femoris - garden classificatie = afh van verplaatsing
- I = valgus impact of incolmplete breuk
- II = geen verplaatsing
- III = partiële verplaatsing
- IV = complete verplaatsing = hoger risico voor AVN & non-union - pauwels classificatie = afh van graden
- type I = 30°
- type II = 50°
- type III = 70°
- schuinere breuk = maar afschuiving mogelijk dus prognostisch slechter
7
Q
therapie van femurhalsfracturen
A
- basocervicaal
- geen vervanging nodig
- osteosynthese materiaal = plaat & heupschroef - osteosynthese
- lage classificaties transcervicaal of subcapitaal
- schroeven die breuk in plaats houden
- bij jongere patiënten
- lager risico op osteonecrose - heupprothese
- hoge classificaties
- oudere patiënten
- hoger risico op osteonecrose
- instabiele fractuur
8
Q
andere types fracturen
A
- pertrochantere fractuur
- verkorting van been
- exorotatie - stressfracturen
- vaker bij coxa vara = hogere belasting
- liespijn
- uitstraling voorzijde van dij & knie
- typisch na periode van hogere activiteit - therapie
- begin = steunverbod
- bij dreigende verplaatsing = chirurgische fixatie
9
Q
algemeen revalidatie heupfractuur
A
- doelen
- autonomie
- beperken complicaties
- snel ontslag van ziekenhuis - gevolg
- 50% zal in instelling eindigen
- na ontslag nog veel doden = ookal is alles volgens conform goede zorg gebeurd
10
Q
meest frequente functionele problemen na femurfracturen
A
- gluteus medius
- tot 47maand post-op last
- trendelenbrug
- liever langer met kruk maar uiteindelijk wel beter stappen - quadriceps
- vermindering kracht
- verkorting
- anterior kniepij = PF
11
Q
chronologie oefentherapie van heupfracturen
A
- onmiddelijk
- normale kniemobiliteit = geassiseertde ROM
- NWB-oefeningen non weight bearing - weerstand van NWB verhogen met theraband
- PWB = parial weight bearing
- weight shift oefeningen
- vb: kleine squat met steun aan tafel
- toevoegen van core stabilisatie - geslotenketen oefeningen
- 50% steunname
- minimale zwelling
- normale ROM in knie - balans training
- spierkracht = 3x15x70%
- activiteiten & participatie niveau
12
Q
oefeningen heupfracturen
A
- NWB = openketen
- heupflexie & -extensie
-heupabductie
- verhogen met therabanden - stabilisatie
- wandelen in trampoline
- staan op bosu
- progressie door dubbeltaken
13
Q
krachtoefeningen heupfracturen
A
- oefeningen
- squat
- lungte in stand
- knie-extensie in zit
- heupextensie in stand
- leg press
- tenen stand - unipodaal = indien MRC Qc & gluteus hoger is 4
- oppassen met hefbomen
- compressie krachten zijn goed maar afschuifkrachten niet!
14
Q
osteonecrose heup
A
- algemeen
- aseptische necrose = zonder besmetting
- avasculaire necrose = tekort van bloed
- bilateraal indien niet door trauma - symptomen
- plots optreden van pijn in lies
- nachtelijke pijn
- toenemend manken & trendelenburg
- pijn bij SLR - diagnose
- RX = pas laattijdig
- MRI - therapie
- steunverbod
- core decompressie = boren
- fibula greffe = boven 7cm van enkelgewricht
- gevasculariseerde fibula greffe = bloedvat verbinden naar heup
- bij collaps = prothese
15
Q
evolutie van osteonecrose heup
A
- te weinig doorbloeding
- celdood
- necrotisch bot met intacte structuur
- botombouw
- osteoclasten kunnen niet bijbenen
- subchondraal faalt eerst
- eischel fenomeen = scheiding tussen kraakbeen & bot - collaps van femurkop
- coxartrose