Heup kinesiologie Flashcards
1
Q
anatomie van de heup
A
- kogelgewricht
- positie = rond schaambeen streek
- caput femoris
- acetabulum = facies lunata, incisura acetabuli & fossa acetabuli
- labrum + corpus adiposum in bodem - ligamenten
- lig. iliofemorale superior & inferior
- lig. pubofemorale
- lig. ischofemorale
- lig. capitis femoris = teres = bevloeiing van heupkop - bevloeiing
- lig. capitis femoris
- vooral a. profunda femoris met aa. circumflexa
–> kunnen bij een breuk ruptureren!
2
Q
standen van heup
A
- LPP = ruststand
- 30° flexie
- 30° abductie
- 10° exorotatie - CPP
- extensie
- endorotatie
- abductie - capsulair patroon = endorotate > flexie = abductie = extensie
- projectie
- acetablum = lateraal, caudaal & ventraal
- caput femoris = mediaal, craniaal & ventraal!
3
Q
hoeken in hoek
A
- inclinatie hoek
- hoek tussen femorale neck & - collum
- normaal = 120-130°
- coxa gara < 120
- coxa valga > 130 - declinatie hoek
- rotatie tussen femorale neck & - collum
–> ten opzichte van medio-laterale as
- normaal = 5-15°
- retroversie < 5
- anteversie > 15 - kinderen
- vaak anteversie = in-toeing-gangpatroon
- normaliseren door belasting & botgroei
- klinische test = Graig’s test
4
Q
drukken in heupgewricht
A
- ruststand
- druk op plafond van acetabulum
- negatieve atmosferische druk = heupkop in acetabulum houden
- heupluxatie enkel mogelijk bij gaatje in gewricht
–> meestal traumartisch = breuk - spierwerking
- dwarse spieren = stabilisatie
- longitudinale spieren = luxatie & verhoogde druk kraakbeen
–> belangerijke spieren voor coxartrose - samen werking met lig
- ventraal = krachtig lig. maar weinig spieren = onstabiele flexie
- dorsaal = weinig lig maar veel spieren = stabiele extensie
5
Q
heupbewegingen
A
Neumann
- openketen
- femur tov. pelvis
- rol <=>
- flexie 120°
- extensie 15°
- abductie 45°
- adductie 25°
- exorotatie 60°
- endorotatie 40° - gesloten keten
- pelvis tov. femur
- anterior & posterior tilt
- lift & rotatie naar 1 kand - lumbopelvisch ritme =contra- of ipsilateraal meebewegen
6
Q
anterior & posterior tilt krachtkoppels
A
- anterior tilt
- anterior = iliopsoas & rectur femoris
- posterior = erector spinae - posterior tilt
- anterior = rectus abdominis & MOEA
- posterior = gluteus maximus, hamstrings & adductor longus - flexiecontractuur
- normaal geen spieractiviteit bij rechtstaan
- contractuur = posterior activiteit nodig
- heupextensie is belangerijk post-op ≈ knie-extensie
7
Q
endo- & exorotatoren
A
- endorotatoren
- geen enkele spier primaire functie
- anterior glut med & - min, TNF, pectineus, adductor longus & - brevis
- intiëren van swingfase contralateraal been
- meer dan 90° flexie = hogere activatie - exorotatoren
- kleine spieren dicht tegen gewricht
- stabiliserende functie
8
Q
ab- & adductoren van heup
A
- adductoren
- meestal als eerst eengetast bij heuppathologie
- secundaire adductoren = zonnestraalspieren
–> short-hip stabilising muscles - abductoren
- adductie moment tijdens stand fase overwinnen
- 1,5 tot 2 x lichaamsgewicht
- medius = 60% van heupabductie
9
Q
trendelenburg
A
- trendelenbrug
- zwakte (kracht of uithouding) van heupabductoren
- motorische controle
- vaak bij artrose
- gewicht aangedane kant over middelijn als compensatie - verlagen van adductie moment
- vermageren
- stappen met kleinere paslengte
- trager wandelen
- kruk contralateraal
- gewicht dragen ipsilateraal
10
Q
stappen voor verminderde belastbaarheid
A
- unilaterale kruk
- contralaterale kant
- minder druk op heup
- gekruisde coördinatie van mens - bilaterale kruk
- 3 hoek van kruk-kruk-beide voeten
- voet bij zetten = afh van fase revalidatie
- ernaast = geen extensie van achterliggende heup
- ervoor = wel extensie - trappen
- aangedane been zet stap omhoog
–> niet aangedane been zet bij
- afdalen = omgekeerd
11
Q
optimale oefeningen voor heupmusculatuur
A
- algemeen
- EMG-analyse
- 5sec oef aanhouden - oefeningen medius & maximus
- gluteus medius = sidebridge & abductie in zijlig
–> meest optimaal = alle oefeningen ivm hip pitch = pelvic drop
- gluteus maximus = superman, unilateale squat & deadlift - oefeningen andere
- hamstrings = superman of unilaterale bridge
- VMO = lateral step-down & standing lunge
- buikspieren = planking & side bridge
12
Q
schema non weight bearing oefeningen gluteus medius & maximus
A
- heupabductie in zijlig
- acitvatie van Gmed maar nog meer bij endorotatie
- posterior deel Gmin - hipclam in zijlig = weinig activiteit Gmed & Gmin
- heupabductie in stand = zwaaibeen
- enkel goede activiteit Gmed bij extern gewicht toegevoegd
13
Q
schema weight bearing oefeningen gluteus medius & maximus
A
- squat
- weinig activiteit Gmed
- goede activiteit Gmin - step-up
- laterale = hoge activiteit Gmed
- voorwaarste = middelmatige activiteit Gmed - uitvalspas voorwaarts & zijwaarts
- middelmatige activiteit Gmed
- ook bij Gmin indien op voorvoet uitvoering
14
Q
schema weight bearing oefeningen gluteus medius & maximus
A
- hip hitch = pelvic drop = hoge activiteit Gmed & Gmin
- heupabductie in stand = standbeen = hoge activiteit Gmed & Gmin
- bridging vanuit ruglig unipodaal
- hoge activiteit Gmed
- lage activiteit Gmin
15
Q
spieren met andere functie afh van stand
A
- adductor magnus (& longus)
- krachtige heupextensor
- kunnen been terug naar middenstand brengen - quadratus femoris = terug naar middenstand
- piriformis
- normaal = exorotatie, anteflexie & abductie
- voorbij 60° flexie
- ENDOrotator, RETROflexie & abductie