Beeldvorming van het onderste lidmaat Flashcards
opnames heup
- basisopnames
- VA voor-achterwaartse opname
- Lauenstein opname = kikvors - speciale opnames
- bekken opname staand
- coxometrie
- faux-profiles
- artrografie
VA-opname heup
= voor achterwaartse
- acetabulum
- achterrand is meer lateraal dan voorrand
- dak van acetabulum is denser door schokopvanging
- fovea centralis met lig. teres zichtbaar op caput humeri - peri-articulair
- afgelijnd door zwarte lijntjes vet tussen spieren
- craniaal = kapsel -> gluteus minimus -> gluteus medius
- caudaal = kapsel -> iliopsoas -> adductor lijnen
- onzeker = kijken naar O & I van lijnen
Lauenstein opname
= kikvors
- opname
- 3/4 opname
- niet loodrecht want teveel superpositie - houding
- opname in kikvors = abductie & exorotatie houding zoals kikker
- trochanter major zal naar dorsaal draaien = ander zicht op femur
RX van heup bij kinderen
- groeischijven
- caput femoris
- apophyse aan trochanter major
- triradiaire kraakbeen tussen os ilium, os ischium & os pubis - heupluxatie meting
- horizontale lijn op bovenzijde van triradiaire kraakbeen
- verticale lijn op lateralezijde van acetabulum
- heupkop moet normaal in caudale & mediale quadrant liggen - inclinatie hoek acetabulum
- horizontale lijn op bovenzijde van triradiaire kraakbeen
- verbindingslijn van triradiaire kraakbeen naar laterale bovenrand acetabulum
- moet kleiner dan 30° zijn
RX van heup bij volwassenen
- residuele apophyseaire botkernen
- aanhecting van lig. & pezen
- crista iliaca = buikspieren
- SIAS = sartorius & TFL
- SIAI = rectus femoris
- tuber ischiadicum = hamstring
- ramus inferior os pubis = adductoren - belang
- botkernen = meest zwakke plaatsen
- trauma = avulsie door tractie van spier
speciale RX opnames
- bekkenopname-staande
- beenlengteverschil = dak van acetabulum verbinden
–> kan ook aan ilium vleugels - coxometrie
- opnames specifiek voor metingen
- hoek centrum van femur naar verticaal & laterale punt acetabulum > 35°
- hoek collum femoris x epihyse ≈ 150° - faux-profiel = valse profiel opnames
- echt profiel kan niet door overlap
- patiënt draait 25° weg van tafel - artrografie
heupdysplasie bij neonatus
- aandoening
- heup uit de kom
- sinds geboorte = evolutief
- caput femoris nog niet kunnen zien door kraakbeen
–> positie bepalen door echografie - interventie
- heupkop binnen mediale & caudale quadrant proberen houden
- kan verdere manifestatie = zware problemen als volwassen
heuppathologie bij jonge kinderen
- (transiënte) synovitis = hydrops
- 4-5j
- kind dat mankt door vocht
- echografie = afstand tussen heupkapsel meten - ziekte van Legg-Calvé-Perthes
- AVN avasculaire necrose bij kind
- verbrokkeling & afplatting van heup & femurhalsen
- hoe vroegtijdiger = meer reversibel
–> enkel reversibel bij kinderen - epifysiolyse
- 13-14j
- vooral kinderen met overgewicht
- fysiologie van groeischijf veranderd
- afglijden van femurkop tov. -hals
–> naar mediaal & caudaal
heuppathologie door trauma
- osteoporose
- post-menopausaal & oudere patiënten
- corticoïd & alcohol gebruik
- kan leiden tot fracturen bij banale trauma’s
- vaak satisfaction of search = tevreden wanneer maar breuk gevonden maar vaak meerdere - traumatische heupluxatie
- reductie nadien
- vaak nog persisterende blokkage
–> fragment in acetabulum
- moet verwijderd worden
coxartrose
- kenmerken
- vernauwing gewrichtspleten = afsterven kraakbeen
- subchondrale sclerose = denser worden van bot
- osteofyt vorming aan randen van gewricht
- subchondrale cysten = geode - expulserende coxartrose
- heup wordt naar exorotatie geduwd
- moeite met tenen naar binnen draaien - encerclerende coxartrose
- heup wordt naar endorotatie geduwd
- hypertrofisch acetabulum lateraal - protrusio acetabuli
- bodom van acetabulaire plaat is te zwak
- buigt naar mediaal in kleine bekken
peri-articulaire pathologie heup
- periartritis coxae
- HADD
- calcificaties in de gluteus spieren - PAO para-articulaire heterotope ossificiatie
- na plaatsen van heupprotese
- bevatten zelf beenmerg - bursitis
- bursa subgluteus medius
- bursa subgluteus minimus
- bursa trochanterica
- iliopsoas bursa
- pathologisch = sterk vergroot
opnames knie
- basisopnamen
- VA-opname
- profielopname
- 2 incidenties loodrecht op elkaar - speciale opnamen
- condylaire opname voor gewrichts muizen
- axiale opname
- Schüss opname = PA in 30° flexie voor artrose
–> kijken naar gewichtsdragend deel van kraakbeen - staande opname
- niet mogelijk bij MRI
- statiek = varus & valgus beoordelen
- hoek tussen anatomische assen van tibia & femur - superioriteit MR tov RX
- kruisbanden & menisci
- kraakbeen & gecombineerde letsels
axiale opname van knie
- opname
- tangentieel patellofemoraal-gewricht
- sunrise view
- knie in 45° vanuit ruglig
–> niet buiklig = andere positie van knie - indicaties
- patella (sub)luxaties
- femoropatellaire arthrose
- laterale hyperpressie = kanteling - beeld
- laterale femurcondyl = meer ventraal dan mediaal
- normaal patella mooi gecentreerd
metingen op axiale opname
- TAGT = tibia anterior - gorge trochlé
- sneden door distale femur & proximale tibia
- op elkaar projecteren
- raaklijn posterior femurcondyl & loodrechte naar diepte punt trochlea femoris
- afstand op loodrechte meten
- pathologisch indien te groot - andere
- tibiale endorotatie
- graad van kanteling bij subluxatie = CT
knietrauma 1
- beeldvorming = volgorde
- eerste RX F & P
- indien negatief maar toch sterk klinisch vermoeden of meer detail nodig is
- RX 3/4 endo-exo, profiel & liggend
- CT
- MRI - breuken
- enkele = richting zichtbaar
- multifragmentair = communitieve fracturen - patella bipartida
- deel van patella verbeent niet met de rest
- meestal superolateraal
knietrauma 2
- transiente patella luxatie
- meestal jongere patiënten
- plots lateraal verschuiving
- na relocatie vaak afrukkingsfractuur van patella
-> beenmerk oedeem mediaal patella & lateraal femur - collateraal lig. scheur
- scheur mediaal of lateraal
- andere kant = beenmergoedeem
pathologie van patella pees
- beeldvorming = echografie
- tendinosis
- aan apex = jumer’s knee
- tuberositas tibiae = voetbal
–> equivalent bij kinderen: groei stoornis van groeikern = Osgood-Schlatter - prepatellaire bursitis
- bij vaak knie gebruik
- preacher’s knee
kraakbeenlijden aan knie
- chondrocalcinose
- vaak enkel bij oudere patiënten
- verkalkingen
- in menisci of articulaire kraakbeen = pas laattijdig - synoviale (osteo) chrondromatose & loose bodies
- RX = Ca goed zichtbaar
- MR = Loose bodies goed zichtbaar
–> niet goed zichtbaar op andere - kruisband scheur
- zowel naar T2 als T1 kijken
- T2 = vocht door ruptuur zien
- T1 = mogelijke botfragmenten in kaart stellen
- botoedeem door voorste schuiflade fenomeen
degeneratief kraakbeenlijden
- artroscopische classificatie systeem = outerbridge
- graad 0 = normaal
- graad 1 = verdikking & verwerking
- graad 2 = oppervlakkige fissuren
- graad 3 = gedeeldelijk defect
- graad 4 = defect tot op bod - algemeen
- vanaf graad 2 op beeldvorming te zien
- CT-artrografie is het beste
- meestal toch MRI door geen nood aan contrast
- bij artrose = tussen elk gewricht in knie mogelijk - kraakbeen fracturen
- chondrale fractuur = kraakbeen flappen
- osteochondrale fractuur = volledig
menisci
- fibrocartilago
- semicirculair mediaal
- circulair lateraal - beeldvorming
- sagittaal vlak = profiel = anterior < posterior hoorn
- coronaal vlak = VA = corpus - diepte profiel kan ander beeld geven
- lateraal: niveau van corpus = bow tie
- mediaal: hoornen = 2 driehoeken appart
samenstelling van menisci
- rode & witte zijde
- meniscus = kraakbeen = geen doorbloeding = witte zone
- raakt perifeer aan kapsel = wel doorbloeding
- ontstaan van deel meniscus dat wel doorbloed is = rode zone - gevolg
- perifere 1/3 = vasculair
- herstel mogelijk
- rijk bezenuwd
meniscus letsels
= zwart op beeldvorming
- meniscus kneuzing
- mucoide degernatie
- graad 1 tot 3
- 1 = centraal is meniscus is vocht te zien, geen operatie noodzakelijk
- 2 = vocht centraal dat connectie maakt tot kapsulaire rode zone
- graad 3 = echte scheuren die belang hebben
–> naar rand van meniscus & op 2 beelden - meniscus cyste
- vaak na scheur
- vocht van gewricht gaat door scheur
meniscus scheur
- algemeen
- graad 3 van mucoide degeneratie
- pijn & blokkade - soorten
- longitudinale scheur = meniscocapsulaire separatie
–> communicatie van boven & ondervlakte
- radiale scheur aan interne belijning
- bucket handle scheur = centraal verplaatst fragment zorgt voor blokkade
- fish-mouth = clevage scheur
–> superior & inferior deel ontstaat & is meestal degeneratief
- complexe scheuren
post-operatieve meniscus
- partiele meniscusresectie = afstomping te zien
- hechting
- bij jongere patiënten
- bij perifere letsels
- ook transplantatie mogelijk - blijvende pijn
- herscheuren
- veranderde krachtverdeling = hogere belasting met fracturen tot gevolg
ingrepen voor kraakbeen letsels
- palliatief = conservatief bij oudere patiënten
- debridement
- lavage
- shaving - restoratief
- microfracture = herstel bevorderen
- osteochondrale transfer
- ACI autologe chondrocyten implantatie
- ACT allogene chondrocyten transplantatie - beeldvorming
- follow-up
- complicaties
basis opnamen voet
- enkel
- VA in 15° endo = mortise-opname
–> superpositie van fibula op talus voorkomen
- profiel
- donkere driehoek vet = vetlichaam van Kager achter achillespees
- apophyseaire botkern aan calcaneus - voet
- VA
- schuin in eversie
- profiel - rest van voet
- middenvoet
- voorvoet
- tenen & hallux
speciale opnamen van de voet
- calcaneus van axiaal
- 45° van posterior & craniaal
- mediale concaviteit - staande voet
- VA & profiel
- voetboog evalueren met aandacht voor sesamoïd
- sesamoïd appart evalueren = Muller waarbij grote teen naar dorsiflexie getrokken wordt - stress opnamen
- eversie van enkel = kanteling talus evalueren
- voorste schuiflade = afstand opmeten - andere
- subtalair
- lisfranc = 45° tov. grond met laterale zijde van grond af
- cuneïformen
hoeken in profiel
- hoek van Böhler
- breuk van calcaneum = vaak na val van hoogte
- lijn van postero-superior hoek van calcaneum naar posterior belijnen van calcaneo-talaire gewricht
- 2e lijn naar naar proc anterior van calcaneum
- indien verbrijzeling = kleiner dan 20° - hoek van Djian-Annonier
- 120-125°
–> groter = platvoet
- lijn van plantaire zijde os calcaneum -> meest plantaire punt van talo-naviculaire gewricht
- lijn van meest plantaire punt talo-naviculair naar sesamoidbeentjes hallux - lijn
- as metatarsaal 1 & as talus
- normaal in elkaars verlengde
- hoek naar craniaal = holvoet
- hoek naar caudaal = platvoet
hoeken in VA
- hallux valgus
- lengte as van os metacarpi
- lengte as van ossis phalangis proximalis
- normaal 8-12° - MT5
- zelfde principe
- normaal 0°
- metatarso adductus quintus = kleine teen staat naar binnen
kraakbeen lijden voet
- hallux rigidus
- degeneratief
- best in profiel
- kijken naar kleine osteofyten dorsaal - artrose
- minder frequent dan heup & voet
- vooral bij eerdere trauma
- door kleine cystes = best CT idpv MRI - RA reumatoide artritis
- subchondrale cysten
- oppervlakkige erosies
- vooral MT4-5 aantasten
- lig. degenereren = (sub)luxaties - jicht
- vooral MT1
- erosies
- bewaarde/vergrootte gewrichtspleet
accessoire botjes enkel
- algemeen
- zeer frequent in voet
- kan leiden tot verkeerde diagnose = fractuur - os trigonum
- grote proc posterior van talus
–> normaal samen verbeend
- meestal assymptomatisch
- kan pijn geven door frictie posterior impingment
–> oedeem in talus & os trigonum - os tibiale externum = os naviculare accessorius
- tegen proximale buitenrand van os naviculare
- meestal assymptomatisch als klein
- groot = botoedeem - os peroneum = in verloop van peroneus longus
pathologie van gewrichtsbanden enkel
- beeldvorming
- altijd eerst echo & doppler
- dan na 6m = stress opnamen
- dan MRI indien niet opgelost
achillespees pathologie
= zelfde principe kan naar rest doorgetrokken worden
- beeldvorming = altijd eerst echo
- acute tendinosis
- focaal oedeem tussen peesvezels = verdikking
- erosieve insertietendinitis + beenmerg oedeem - chronische tendinosis
- scheuren
- lokale kleune scheuren = verdunning
- partiele/volledige ruptuur
–> met echo = dynamisch bekijken
andere aandoeningen enkel
- avasculaire nevrose
- ziekte van Köhler I = os naviculare
- ziekte van Köhler II = kop van MTII
- gevolg = secundaire artrose - Morton’s fibroma = neuroma
- fibrose rond interdigitale zenuw
- knobbeltje & pijn aan plantaire zijde
- door MRI - diabetische voet
- vasculair lijden = verkalkte interdigitale bloedvaten
- neurovasculair lijden = minder gevoel
- osteomyelitis door wonden van druknecrose
–> amputatie kan noodzakelijk zijn
- charcot voet = traumatische luxaties