Beeldvormige technieken Flashcards
onderverdeling van beeldvorming
- klassieke
- overzichtradiografie
- radioscopie
- stressopnamen
- dynamische opnamen
- sacnometrie & radiometrie
- full-spine & full leg
- arthrografie
- angiografie - CT-scan computer tomografie
- echografie & varianten
- echografie
- scintigrafie = SPECT
- MR(I) = magnetische resonantie (imaging)
kleuren op beeldvorming
algemeen
- interpretatie van grijsschaal RX
- absorptie RX-stralen
- afh van samenstelling & dikte
- kleur = stralen die op film achter voorwerp komen
- lucht-niveau beeld in maag = scheiding tussen lucht & vulling van maag = rechte lijn
zwart = geen absorptie
1. lucht
2. vet
3. water
4. eiwit = weefsel & organen
5. calcificaties = beenmerg & beenbalkjes (centraal bot)
6. cortex = tanden & beenderen
7. contrast middelen = jood & barium
8. metalen = ijzer & lood
wit = volledige absorptie
principes van radiologische interpretatie
- principes
- minimaal 2 opnamen = incidenties
- 2 incidenties moeten loodrecht op elkaar staan - interpretatie
- nodig voor situatie in ruimte = van alles
–> zelfs L/R & boven onder is onduidelijk
projectie radiografische technieken
- klassieke radiografie = hardcopy
- belichten van film
- “screen-film” radiography
- versterkingscherm & zilverhoudende film in casette - digitale radiografie = softcopy
- röntgenstraal omzetten in digitaal signaal
- computed = direct radiography - delen van werkstation
- radiografische beelden
- administratieve gegevens
- elektronisch dicteer systeem voor rapport
radiologische incidenties
- AP = VA
- antero-posterieur
- voor-achterwaarts - PA = AV
- postero-anterieur
- achter-voorwaarts - profiel = lateraal
- rechts lateraal
- links lateraal - schuin (oblique) = 3/4
- links posterior
- rechts posterior
- links anterior
- rechts anterior - oriëntatie
- you face the patiënt = jij & de patiënt kijken naar elkaar
- linkerzijde op foto = effectief rechts
onderdelen van langbeen
- klassieke onderdelen
- epiphyse = kop
- diaphyse = schaft
- metaphyse = overgang - andere
- physis = groeischijf indien nog groeimogelijkheden
- apophyse = botkernen waar lig. & pezen aanhechten
- periosteum = buitenste laag - RX-richt
- cortex = compacter & witter
- medulla = trabeculair & beenmerg
- buitenranden effectief zien door meer cortex van cirkel zien
werking van RX
- opstelling
- RX-buis
- anode & kathode - werking
- stroom op kathode uitgedrukt in mA miliampere
- verwarmen van gloeidraad
- vrijkomen van eletronen = RX-straal
- botsen tegen anode - effect
- 1% RX straal
- ioniserende straal = potentieel schadelijk
- teken van straling op kamer
voordelen van radiografie
- voordelen
- vlot toegankelijke techniek
- snel verkrijgbaar resultaat
- relatief goedkoop = mogelijkheid tot meerdere follow-up opnames - nadelen
- mogelijke schadelijke stralen
- latente periode = ontkalking > 30-50% ≠ vroegtijdige diagnose
- beenmerg onzichtbaar
- weke delen = laag contrast
–> enige onderscheid is vet, weke delen, bot
- kwaliteit = over- of onderbelichting
radioscopie
= video-fluoroscopie
- toepassing
- continue activatie van stralen
- begeleiding tijdens operaties
–> positionering van lidmaat of puncties
- vroeger = opsporing van kogels bij soldaten
- video’s van gewrichten = subtiele afwijkingen met clicks opsporen - nadeel
- continue activatie met hogere bloodstelling
- enkel indien echt noodzakelijk!
biomechanische opnamen
- stress opnamen
- extern gewicht op gewricht uitoefenen = “belast”
- gewricht in uiterste positie
- test lig. & kapsel
–> ookal zijn ze niet zichtbaar kan door positie van gewricht zien of dit (ab)normaal is
- vooral in pols & enkel - dynamische opnamen
- zelf bewegen met spieren
- tot uiterste positie tot pijn
- ROM beperkt door pijn
scanometrie & radiometrie
- scanometrie
- lengte van lidmaten meten vb: beenlengte verschil
- kleine opname’s van gewrichten - pelvimetrie
- bij zwangere vrouwen
- kijken of bekken breed genoeg is
- afstand tussen spina ischiadica = min 10cm
–> nauwkeuriger op CT-scan & MRI = gezonder
artrografie
- inspuiten van contrast middel
- enkel of dubbel (mengsel) contrast
- wateroplosbaar joodhoudend = wit
- combinatie met CT & MR is mogelijk
- mogelijkheid op anafylaxie (allergie) tov. middel
- steriel is noodzakelijk = infectiegevaar - indicaties
- kraakbeen = meest frequent
- kapsel & lig
- gewrichtsmuizen
- samen met medicatie inspuiting - meest frequente localisaties
- schouder
- pols
- heup
angiografie
- gebruik
- eerst met catheter contrast in bloed spuiten
- arteriën & venen - indicaties
- diagnostisch & pre-operatief
- primaire vasculaire ziektes = arteritis & varices
- traumatische vasculaire letsels
- tumoren door hogere opname - complicaties
- hematoom
- vasospasme
- embool
- infectie
CT-scan
- namen
- CT computed tomography (doorsnede)
- CAT = axial (dwarse)
–> kan dwarse doorsneden omzetten naar alle vlakken & 3D - onderdelen
- grote donut met tafel
- RX-buis met aan andere kant digitale detectie
- kan 360° rond patiënt draaien - stralen
- straal 1 = net naast patiënt
- straal 2 = net naast patient andere kant
- straal 3 = volledig door midden - weergave = naar voeten van patiënt kijken bij doorsnedes
grijstinten van CT
≈ absorptie
- HU Hounsfield Units
- wit = +3000
- corticaal bot = +1000
- water = 0
- lucht = zwart = -1000 - instellingen
- center & window
- grijstinten aanpassen om focus op bepaalde structuren te stellen
–> detail op andere structuren verliezen
voordelen CT-scan
- bot
- onderscheid cortex & trabeculair
- vroege periosteale reactie = osteolyse & hyperostose
- regio met complexe anatomie = geen last van superstitie - metingen
- hoeken = torsie & anteversie
- afstanden = spinaal kanaal stenose
- densiteit = Hounsfield Units - reconstructie
- multiplanair 2D
- 3D
- MIP maximale intensiteit projectie voor bloedvaten
vergelijking van CT-scan
- best op CT
- bloedvaten
- vet
- calcificaties
- labrum - beter op MRI
- spieren
- zenuwen
- abces
- collageen = lig, discus, meniscus & kapsel - beter op echo
- door prijs
- cyste
- vocht
nadelen van CT
- risico op
- RX-straling
- allergie door contrastvloeistof - andere
- andere technieken beter
- metaal artefarcten = scattering die afbeelding belemmerd
- enkel bij grote metaal stukken
algemeen skeletscintigrafie
= bonescan
- techniek
- intraveneuze injectie van technetium-99
- gamma camera = 1 ventraal & 1 dorsaal
–> AP & PA beeld bekomen
- zoeken naar plaatsen van hogere tracer-uptake = doorbloeding
–> onderscheid noodzakelijk met fysiologische plaatsen - fasen van scan
- perfuse = first-pass-fase
- blood-pool fase
- fase van botombouw = na enkele uren
–> meestal meest belangerijk voor diagnose
soorten scintigrafie
- scintigrafie = 2 beelden
- AP beeld = verhoogde uptake neus, sternum, SIAS, …
- PA beeld = verhoogde uptake schedel, WZ, … - SPECT(-CT) single photon emision computed tomography = meerdere beelden op verschillende doorsnedes
- PET(-CT) positron emission tomography = gebruik van radioactief glucose
- beide combinatie met CT mogelijk
- CT = anatomische resolutie
- overlay met heatmap van scintigrafie voor tracer-uptake
voor & nadelen van scintigrafie
- voordelen
- zeer gevoelig = vanaf 5% botdestructie - nadelen
- niet-specifiek = actieve osteoblasten waarnemen maar niet reden
- slechte anatomische resolutie
- vals normaal bij multipelmyeloom
algemeen echografie
- techniek
- probe die ultrageluid uitstoot
- afh van weefselsamenstellen = weerkaatsing
- analyseren & beeld vormen - voordelen
- niet invasief
- snel & goedkoop
- real-time evaluatie
- geen metaal-artefarcten <=> CT & MRI - nadelen
- reflexie door bot, lucht & metaal = geen diepte
- moeilijke interpretatie door derden
MR techniek
- MRI magnetische resonantie beeldvorming
- sterk magnetisch veld
- radiogolven welbepaalde resonantie frequentie
- afbeelding van weefsels met beeldcontrast - beeldcontrast
- verschillen in moleculaire samenstelling
- afh van aantal H-atomen
- T1 of T2 parameter manipuleren = grijstinten kiezen - werking
- magnetisch veld = alle H-atomen in zelfde richting oriënteren
- vorming van vector
- radiofrequente golven sturen
- H-atomen worden geflipt
- veranderingen waarnemen
- lossen van golven = T1 of T2 relaxatie
toepassing MRI
- soorten machines
- grote tunnel voor volledige lichaam
- opentoestellen voor kinderen of claustrofobe patiënten
–> vaak nood aan sedatief middel
- kleinere spoelen voor specifieke lichaamsdelen - soorten beelden
- T1-gewogen = snel genomen beeld dat vet wit toont
–> geheugensteun = fastfood
- T2-gewogen = trager beeld dat water wit toont
–> geheugensteun = longdrink - aortha
- snelstromend bloed is hypo-intens = zwart
- is te snel weg om informatie terug te sturen
grijschaal op echo
- T1 beeld
- wit = vet & wit beenmerg
- licht grijs = eiwit rijk vocht
- grijs = vocht & ontsteking
- zwart = bot, lucht, pees/lig & snelstromend bloed - T2 beeld
- wit = alles met vocht
- licht grijs = vet & wit beenmerg
- zwart = zelfde
soorten beenmerg
- rood beenmerg
- hematopoëtisch = bloevormend
- meer als jonger = bijna overal
- bij veroudering = enkel in uiteindes van diaphyse - geel beenmerg
- meer vet bevatten
- in epiphyse & midden van diaphyse
- T1 opname bijna even wit als vet zijn
voordelen van MRI
- metingen
- geen RX-stralen
- afstanden
- hoeken - fysiologische beeldvorming
- vascularisatie & perfusie
- spectroscopie
- kinematische studies - andere
- multiplanair
- weefseltypering - structuren = zoals CT
nadelen van MRI
- duur
- 400-500 euro
- toestel & installatie = moet kooi van faraday zijn - tijd
- 20min
–> CT is maar 5 - risico
- claustrofobie 1-2%
- lawaai = 60-90dB
- anxiolyticum = medicatie tegen angst
- metaalartefarcten
absolute contra-indicaties MR
- losse ijzer- & nikkelhoudende voorwerpen
- ferromagnetisch = bewegen door magneet veld
- extern = bewegen naar patiënt vb: scharen & stethoscoop
- intern = beweegt of draait: weefselschade - electrische implanten
- pacemaker
- electrostimulator
- gehoorprothese - zwangerschap eerste 3m??
toegestane MR voorwerpen
- implanten
- spiraal wel toegestaan
- compatiebele implanten = speciaal certificaat - extra-craniele-vaatclips
- pas na 3m
- genoeg gefixeerd door littekenweefsel - orthopedische implantaten
- titanium = OK
- ferromagnetische artefact 1-3cm
- speciale MR technieken
relatieve contra-indicaties
- beweging
- 100% stilliggen = kinderen & claustrofobie
- bewegingsartefact
- fixatie ledematen
- thorax & abdomen = korte apneu - kind onder 6j
- medicamenteuze sedatie
- videomonitor
- controle HF & perfecte oxygenatie
algemeen keuze van type
- RX = beenderen
- CT = complexe beenderen
- echografie = oppervlakkige gelegen gebieden
- MRI = specifieke details waarnemen
indicaties voor standaard radiografie
- eerste keuze onderzoek voor evaluatie van beenderen & bewrichten
- fractuur & luxatie
- statiek afwijkingen
- vormafwijkingen
- degernatie
- callusvomring - andere afwijkingen
- infectie
- tumor
- metabole afwijkingen
frequente indicaties voor CT-scan
- trauma
- fractuur
- luxatie
- acuut = type letsel & type herstel
- follow-up = in gips of na osteosynthese - combinatie van artrografie
- evaluatie kraakbeen & andere articulaire structuren
- vaak ook door MR - postoperatief
- positie schroeven
- osseuze overbrugging controleren
minder frequente indicaties voor ct-scan
- skeletale afwijkingen
- artrose = eerst rx
- osseuze spinaal stenose
- torsie tibia & anteversie heup
- labrum - combinatie met
- punctie
- biopsie
- intekening bestralingsveld voor kanker
–> enkel osteoid osteoom, alle andere tumoren = MR - chronische therapieresistente osteomyelitis
- enkel indien vermoeden van sequester = doodbot
- anders is MR beter
indicaties van scintigrafie
- detectie & evaluatie van botafwijkingen
- aantal (uni of multifocaal) & locatie
- metastasen & bottumoren
- infectie
- artrose
- fracturen
- heel sensitief maar niet specifiek - diagnose = ziekte van Paget
indicaties van echografie gewrichten
- pezen
- integriteit = partieel of volledig
- tendinitis
- tenosynovitis
- calcificatie - spieren
- integriteit
- hematoom - gewricht
- synovitis
- lig. integriteit
- congenitale heupdysplasie
- luxatie
andere indicaties echografie
- massa
- cyste of solide
- vascularisatie met doppler - bloedvaten = a & v
- vernauwing
- aneurysma
- varices
- DVT - puntctie
- massa
- hematoom
- abces
- gewricht
MRI indicaties
- trauma
- fractuur
- microtrabel fracturen
- luxatie
- beenmergoedeem
- wekedelen - tumor = diagnose, staging & follow-up
- sarcomeren
- metastasen
- myeloom - andere
- infectie & inflammatie
- metaboleafwijkingen (beenmerg)
- congenitale afwijkingen
- verworven afwijkingen