Praktijk enkel Flashcards
1
Q
capsulair patroon enkel
A
- capsulaire aandoeningen met capsulair patroon
- plantair flexie > dorsiflexie
- artrose
- (niet-)traumatische artritis - capsulaire aandoeningen zonder capsulair patroon
- kraakbeenlijden
- bursitis retrocalcanearis
- impingment
- exostose
2
Q
algemeen klachten van enkel/voet & mediale/laterale pijn
A
- algemeen
- meestal lokale pijn
- eventueel compressie neuropathieën - mediale pijn
- lig. = deltoideum
- articulair = bovenste/onderste spronggewricht & talonaviculair
- tendinopathie = tibialis posterior of flexor pezen
- tarsaal tunnel syndroom - laterale pijn
- lig = talofibulare anterius/posterius & calcaneofibulare
- tendinopathie of luxatie van peronei
3
Q
anterior/posterior pijn
A
- anterior pijn
- lig.
- tendinopathie = tibialis atnerior
- impingement
- syndesmose letsel - posterior pijn
- achillespees pathologie
- impingement
- bursitis retrocalcearis
- haglund exostose
4
Q
specifieke inspectie
A
- algemeen
- belast & onbelast
- mogelijke relaties met klachten - voeten
- lengtegewelf
- pes plano/pes valgus
- klauwtenen of hamertenen - knieën
- valgus/varus
- hyperextensie
- interne/externe rotatie
- stand patellae - kijken naar
- zwelling & kleurverandering
- atrofie & contouren spieren
5
Q
functionele inspectie
A
- bewegingen
- stappen
- bi/unilaterale tenenstand
- stappen op hielen/tenen - parameters
- statiek afwijken
- exostosen
- zwelling & huidskleur
- atrofie - andere
- teennagels
- callus & clavi = eelt
- tinea pedis = atleet voet
6
Q
actief BFO
A
- enkel
- dorsiflexie & plantariflexie
–> met gestrekte & gebogen voet
- de 4 diagonalen - voet = actieve dorsiflexie & plantairflexie tenen
7
Q
passief BFO enkel
A
- talocruraal = bovenste spronggewricht
- dorsiflexie met gestrekte & gebogen knie
- plantairflexie - subtalair = onderste spronggewricht
- talocruraal op slot door CPP = dorsiflexie
- eversie & inversie - chopart & lisfranc
- dorsiflexie & plantairflexie
- adductie & abductie
- inversie & eversie
8
Q
passief BFO voet
A
- tarsometatarsaal = flexie & extensie
- intermetatarsaal = flexie & extensie
- MTP
- flexie & extensie
- MTP1 flexie vanuit plantair flexie = kapsel rek
- MTP1 flexie vanuit dorsiflexie = FHL rek
- abductie & adductie - interfalangeaal = flexie & extensie
9
Q
weerstands BFO
A
= spier in 3D functie testen
- hoofd-assen
- tibialis posterior = supinatie
- extensor digitorum longus = extensie tenen & eversie - andere assen
- tibialis anterior = dorsiflexie met inversie
- peroneus brevis & longus = plantairflexie met eversie - tenen
- extensor digitorum longus = extensie tenen & eversie
- flexor digitorum longus = flexie tenen - hallux
- extensor hallucis longus = extensie MTP1
- flexor hallucis longus = flexie MTP - triceps surae belast & onbelast
10
Q
toegevoegd onderzoek
A
- musculotendinogene tests
- single heel raise
- thompson-test - provocatie tests
- specifiek lig. provoceren
- eindpositie 20-30s aanhouden
- zoeken naar pijn
- lateraal is extra-capsulair
- mediaal is intra-capsulair
–> minder vaak aangedaan maar meer verwikkelingen - instabiliteitstests
- voorste/achterste schuiflade
- enkelvorktest
- Jack-test - articulaire tests = L/R vergelijken
11
Q
single heel raise test
A
- uitvoering
- lichte steun aan tafel
- eerst bipodaal
- dan unipodaal = niet heel belastend - tibialis posterior dysfunctie
- ruptuur/zwakte = geen inverstie van os calcaneus
- vooral tijdens laatste deel beweging
- objectiveren door bissectrice in frontaal vlak - tibialis posterior tendinopathie
- hoge actualiteit tendinopathie = single heel raise onmogelijk
- last aan mediale zijde enkel
12
Q
praktische uitvoering single heel raise test
A
- uitvoering
- geen schoenen
- 2 vingers steunen - verwachte herhalingen
- waarde 5 = x5
- actieve mensen = x20
- sporters = x30 - voorwaardes = 1 keer corrigeren & hierna test stoppen
- volledige ROM
- knie gestrekt houden
- compensatie met romp
- swing met andere been
13
Q
thompson test
A
- uitvoering
- in buiklig met knie in 90° = gastrocnemius ontspannen
- knijpen in midden van spierbuik
- plantairflexie wijst op continuïteit van spierpeesapparaat - sensitiviteit & specificiteit
- sensitiviteit 96%
- specificiteit 93%
14
Q
test van lig. talofibulare anterius & posterior
A
- houding
- ruglig/langzit
- mediaal van voet staan
- proximaal tibia net boven enkel fixeren - lig. talofibulare anterius
- dorsale voorvoet vastnemen
- inversie vanuit maximale plantairflexie - lig. talofibulare posterius
- calcaneus vastnemen met voorvoet tegen onderarm
- inversie vanuit maximale dorsiflexie
- kan ook vanuit zit met voorvoet tegen borst & draaien met romp
15
Q
test van lig. calcaneofibulare & deltoideum pars anterior
A
= ruglig/langzit
- lig. calcaneofibulare
- aan voet einde zitten
- langs mediaal calcaneus vasthouden
- langs lateraal voorvoet vasthouden
- vanuit 0-stand naar inversie
–> beweging met beide handen gelijktijdig - deltoideum pars anterior
- lateraal zitten
- onderbeen fixeren
- voorvoet langs mediaal vasthouden
- naar eversie vanuit maximale plantairflexie