Tentamen moeilijk algemeen Flashcards
behandeling anti-GBM nefritis
- cyclophosphamide zodat antistofproductie weggaat
- plasmawisseling
behandeling IgA-nefropathie
- ACE-inhibitors op proteïnurie te verlagen
- prednison eventueel
behandeling membraneuze glomerulopathie
rituximab
Noem twee mogelijke oorzaken van onvoldoende Treg activiteit.
- De ontwikkeling van Treg kan verstoord worden door genetische defecten (FOXP3 mutatie bij IPEX syndroom) (1p)
- De hoeveelheid Treg kan afnemen door T-cel depleterende geneesmiddelen (biologicals, chemotherapie) (1p)
Noem drie factoren die bepalend zijn voor de accommodatie.
- musculus ciliares,
- zonula vezels
- rigiditeit van de ooglens
Wat is het essentiële verschil tussen een auto-inflammatoire en een auto-immuun aandoening?
Een auto-inflammatoire aandoening wordt veroorzaakt door een aangeboren / innate respons (1p) tegen lichaamseigen moleculen, terwijl
een auto-immuun aandoening wordt veroorzaakt door een adaptieve respons (1p).
Benoem de drie belangrijkste afweercellen en hun actiemechanisme die van belang zijn bij het ontstaan van een
endocriene autoimmuunziekte.
- Auto-reactieve B-cellen – productie auto-antistoffen (1p)
- Auto-reactieve cytotoxische T-cellen: directe aanval op doelwitcellen (1p)
- Auto-reactieve T-helper cellen: productie van cytokines met activatie van macrofagen (ook juist: productie INF-gamma) (1p)
Welke immuunsuppressiva vormen anno 2022 de hoeksteen van de behandeling?
tacrolimus en mycofenolaat mofetil
cryptokok
gist
acute rejectie TCMR (tcel) karakteristieke afwijkingen in nierbiopt
interstitieel infiltraat
tubulitis
vasculitis/arteritis
acute rejectie ABMR (antistof) karakteristieke afwijkingen in nierbiopt
glomerulitis
peritubulaire capillaritis
vasculitis/arteritis
C4d depostitie
IL-17
speelt een cruciale rol in de afweer tegen extracellulaire pathogenen, met name schimmels zoals Candida albicans
XLA kliniek
- jongen
- recidiverende infecties,
- antibiotica werkt
- otitis
- afbuigende groeicurve
aanvullende onderzoeken verdenking XLA
Immuunglobulines (1p)
Totaal aantal B-lymfocyten (1p)
Genetisch onderzoek (BTK-gen) (1p)
behandeling XLA
Immuunglobuline suppletie therapie
AMBU score
voorspelt mortaliteit aan long
AMBU>2
opnemen ziekenhuis
AMBU >4
opname IC
chronische granulomateuze ziekte (CGD)
- functiestoornis van granulocyten
- granulomen ontwikkeling zeer negatief voor prognose
- mutatie in 1 vd 5 genen die de subunits coderen van fagocyt NADPH-oxigenase
- door deze mutatie kunnen pt geen H2O2 aanmaken, terwijl dit nodig is om bacteriën af te breken na fagocytose. veel bacterien produceren H2O2 bij groei, zodat granulocyten alsnog reactieve oxidanten uit H2O2 kunnen vormen om de bacterien af te breken. sommige bacterien produceren echter catalase, dat H2O2 afbreekt.
- dus extra gevoelig voor catalase positieve bacteriën
- grote problemen die kunnen optreden zijn leverabcessen of aspergillus haarden in de hersenen
catalase positieve verwekkers
acroniem: SPACE)
- s. aureus
- pseudomonas
- aspergillus
- candida
- enterobacteriaceae
catalse-positieve micro-organismen
breken H2O2 van zichzelf af en ook dat van de gastheer.
catalse-negatieve
micro-organismen
maken H2O2 maar breken het niet af. doneren hun H2O2 aan gastheer. de CGD fagocyt killt deze. maar de positieve niet
bacterien en schimmels die bij CGD voorkomen zijn
- s.aureus
- burkholderia cepacia
- serratia marcescens
- nocardia spp
- aspergillus spp
CGD behandeling
onderhoudsdosering intracellulair werkende antibiotica, of stamcel transplantatie
De volgende afwijkingen geven dus risico op een infectie met een gekapselde pathogeen
- Immuunglobuline tekort
* aangeboren
* verworven - Complement deficiëntie
- Splenectomie / afunctionele milt (Hodgkin, SLE)
- HIV (leidt tot inadequate immuunglobuline respons), maar overweeg je altijd bij iemand met een pneumocokken pneumonie, zeker als deze recidiveert
- Kahler / CCL
eerste maand na orgaantransplantatie
- nosocomiale bacteriële infecties
- schimmelinfecties
- geen oppertunistische pathogenen
CMV-infectie
er is aantoonbare CMV-replicatie (virale kweek of PCR)
CMV-ziekte
de CMV-infectie gaat gepaard met klinische verschijnselen
hoe wordt de CMV infectie die optreedt bij orgaantransplantatie pt verkregen?
- vanuit donor
- door reactivatie van een eerder doorgemaakt CMV-infectie van de ontvanger
klinische verschijnselen CMV
- koorts
- trombopenie
- leverenzymstijging
wratten zijn de klinische uiting van
HPV
welke afweer belangrijk bij het bestrijden van wratten
cellulaire immmuniteit
onderzoek bij knobbeltjes/bultjes
- gramkleuring
- kweek
- PA
onderzoek bij verdenking op immuundeficiëntie met verhoogd risico op infectie door gekapselde bacteriën
immunoglobulines bepalen
primaire diagnostische test van een AID
immunofluorescentie
labonderzoek bij AID
- IF
- immunoblotting
- immunoprecipitatie
- agglutinatie
waarnaar kijk je met IF
weefsel of cellen
waarnaar kijk je bij ELISA
gezuiverde eiwitten, peptiden of een mengsel
waarvan wordt bij IF gebruik gemaakt?
ANA’s; antinucleaire antistoffen
agglutinatie
door antistoffen met elkaar verbinden of crosslinken van cellen, bacterien of grotere deeltjes.
titerwaarde
de laagste concentratie waarbij antistoffen nog meetbaar zijn
uitzakking
wanneer er geen agglutinatie optreedt
hoe kan een titer het therapeutisch effect vd behandeling bepalen?
door het aantonen van auto-antistoffen in het serum vd pt
hoe hoger de titer
hoe meer auto-antistoffen
kwalitatieve agglutinatiereactie
bloedgroepbepaling
bloedgroep A heetf
anti B
bloedgroep B heeft
anti-A
A en B-allelen maken
transferases
anti-A en anti-B zijn …
IgM moleculen
acute fase eiwitten
- CRP
- BSE
- SAA
CRP
- door lever
- oiv IL-6
- betrokken bij het verwijderen van pathogenen en apoptotische cellen
negatieve acute fase eiwitten
eiwitten waarvan de concentratie omlaag gaat bij een bestaande infectie, vnmlk bij een langer bestaande infectie (albumine)
kenmerken auto-inflammatoire ziekten (zoals FMF)
- koorts
- rash
- artralgie
- verhoogde infectie parameters
al bij een lichte ontsteking wordt de productie van … gestimuleerd
IL-1beta
FMF overerving
rec
welke mutatie FMF
MEFV
MEFV
betrokkenb bij werkingen van inflammasoom: bij mutatie => inflammasoom constant aan waardoor al het pro-IL-1beta wordt omgezet in actieve IL-1beta
klachten FMF
- aanvallen van koorts (niet altijd)
- aanvallen van ontstekingsverschijnselen en gewrichtsklachten
- endocard, pericard of buikvlies ontsteking
- huidafwijkingen
behandeling FMF
- colchicicne
- evt anti-IL1 of diclofenac bijgeven
proteasoom
breekt IL-1beta weer af
VEXAS-syndroom mutatie
UBA-1; hierdoor worden eiwitten die door het proteasoom zijn afgebroken niet meer door ubiquitine gemarkeerd waardoor het proteasoom de eiwitten niet goed kan vernietigen
VEXAS overerving
X
kenmerken VEXAS
- hoge ontstekingsparameters
- macrocytaire anemie
- vacuolisatie van het beenmerg’
- huid
- kraakbeen
VEXAS behandeling
prednison, chemo of stramceltransplantatie
in het HIV virus bevindt zich de capside, dat bestaat uit
p24
serologische onderzoek/test van HIV
Ig tegen HIV en Ig tegen p24
HIV combo testen
testen voor Ig tegen HIV en Ig tegen p24
HIV stadia
- incubatieperiode: 1-6 weken
- primaire HIV-infectie: koorts, malaise, keelpijn, abdominaal discomfort en spierpijn. eventueel uitslag op romp. dit allemaal: acuut retroviraal syndroom. maar het kan ook asymptomatisch
- chronische HIV-infectie
wat is bij HIV in het bloed aan te tonen wanneer er nog geen antistofproductie aantoonbaar is?
p24
welke onderzoek kan worden ingezet om onderscheid te maken tussen HIV-1 en -2?
HIV-immunoblot assay
Betrouwbare HIV-test tijdens de windowfase
HIV RNA (PCR) test of HIV-1 p24 antigeentest: Een HIV RNA PCR-test kan het virus detecteren binnen 1-2 weken na infectie en is de meest betrouwbare test in de vroege windowfase. De p24-antigeentest kan ook vroeg een infectie aantonen, meestal binnen 2-4 weken na blootstelling.
Niet-betrouwbare HIV-test tijdens de windowfase
HIV-antistoftest (ELISA/sneltest): Deze test detecteert antilichamen tegen HIV, maar die worden meestal pas na 3-12 weken geproduceerd. Tijdens de windowfase kunnen de antilichamen nog niet op een detecteerbaar niveau aanwezig zijn, waardoor een vals-negatieve uitslag mogelijk is.
waaruit bestaat de uvea?
- iris
- corpus ciliare
- choroidea
oogdruppel behandeling uveitis
wel geschikt indien anterieur, maar niet bij posterieur
toxoplasmose uveitis
vrijwel alleen posterieur
klachten anterieure uveitis
- pijn
- fotofobie
- verminderde visus
symptomen psoterieure en intermdiaire uveitis
- verlies visus
- pijnloos
infectieuze uveitis
-bacterie
=treponema
=borrelia
viraal
=HSV
=VaricellaZV
-parasitair
=toxoplasma
-fungi
=candida
=aspergillus
onderzoek uveitis
- bloedbeeld
- fluorescentie angiogram: contrastvloeistof
- OCT: foto van laagjes van netvlies
- thoraxfoto om TBC en sarcoidose uit te sluiten
behandeling uveitis
- oogdruppels (steroiden)
- injectie bij het oog (steroiden)
- oraal prednison !!!! ofzo
veelvoorkomende complicatie uveitis
0 oogdrukstijging
0 cataract
2 vormen van scleritis
epi
normaal
episcleritis
ontsteking van het oppervlak van de oogrok (sclera)
scleritis
ontsteking inde diepte van de sclerae.
scleritis symptomen
- visusdaling
- pijn
- afbraak oogrok
T-sign
scleritis
Axiale spondyloartritis
uit zich vooral in rugklachten (chronische lage rugpijn, ochtendstijfheid)
non-MHC invloeden op AID
- FOXP3; Treg
- AIRE: verminderde klonale deletie tbv centrale tolerantie inductie
- CTLA4: verlaagde Treg suppressie
- C1q: gestoorde opruiming apoptotische cellen
Treg kan op verschillende manieren het immuunsysteem onderdrukken:
- ze kunnen IL-2 wegvangen zodat de Tcel geen groeifactor meer heeft
- ze kunnen immuunsuppressieve cytokinen produceren (TGF-beta en IL-10)
- ze kunnen CTLA-4 tot expressie brengen zodat deze met hogere affiniteit bindt aan CD80/-86 dan CD28
- ze kunnen cytotoxische enzymen uitscheiden zoals granzymen die apoptose veroorzaken
how are biosimilars different from the innovator?
eiwitten zijn hetzelfde, maar glycanen zijn anders; andere cellijn ook
hoe behandel je membraneuze glomerulopathie?
rituximab
hoe behandel je IgA nefropathie?
ACE-remming om proteinurie te verlagen en evt prednison
lupus nefritis antistoffen
tegen nucleaire Ag
hoe ontstaat bij lupus nefritis schade aan de glomeruli?
De schade aan de glomeruli ontstaat door immuuncomplexvorming en niet door directe aanval op de basaalmembraan
De neergeslagen immuuncomplexen bij lupus nefritis bevatten vooral
IgG, vaak in combinatie met complementfactoren
ANCA heeft antistoffen tegen
cytoplasma leukocyten
onderzoek bij verdenking ANCA
in bloed kijken; geen fluorescentie
levamisole in cocaine
ANCA
membraneuze glomerulopathie antistoffen tegen
PLA2-receptor
membraneuze glomerulopathie neerslag
IgG en complement tegen de podocyt aan de buitenkant van de glomerulaire capillair
nefrotisch syndroom
- proteinurie > 3,5g /dag
- oedeem
- hypoalbuminemie
- hypercholesterolemie
nefritisch syndroom
- proteinuie < 3g/dag
- hypertensie
- hematurie
- oligurie/nierinsufficientie
- oedeem
behandeling anti-GBM nefritis
cyclophosphamide zodat antistofproductie weg gaat. en de al geproduceerde antistoffen moeten eruit dmv plasmawisseling
motorische innervatie oogspieren
- rectus medialis: oculomotorius
- rectus lateralis: abducens
- rectus inferior: oculomotorius
- rectus superior: oculomotorius
- obliques superior: trochlearis
- obliques inferior: oculomotorius
sluiting van oog
m. orbicularis oculi
benige orbita belangrijke doorgangen
- canalis opticus
- fissure orbitale superior
- fissure orbitale inferior
- canalis nasolacrimalis
canalis opticus
- n. opticus
- a. opthalmica
fissure orbitale superior
alles dat van belang is voor oogbeweging
canalis nasolacrimalis
traanafvoer
lens gevoed door
kamerwater
oog open spier
m. levator palpebrae
klieren van meibom produceren
oliefilm
pars plana
tussen corpus ciliare en retina
wat produceert het kamerwater?
corpus ciliare
sensorische innervatie van het oog
trigeminus tak 1; n. opthalmicus
uvea
iris+ corpus ciliare + choroïdea
Hoe weet je welke bacteriën gekapseld zijn?
“Some Nasty Killers Have Serious Protection”
Dit staat voor:
- S. pneumoniae
- N. meningitidis
- Klebsiella pneumoniae
- H. influenzae
- Salmonella
- Pseudomonas
complement heb je nodig voor de afweer tegen
gekapselde bacteriën
tekort aan fagocyten maakt je gevoelig voor:
- s. aureus
- k. pneumoniae
- candida
- aspergillus
waaraan moet worden voldaan voor een CVID diagnose?
recidiverende infecties
hypogammaglobulinemie met een:
=verlaagd IgG
=verlaagd IgM en/of IgA
leeftijd > 4jaar
afwezige en/of slechte vaccinatieresponsen of verlaagde switched memory B-cellen
andere oorzaken van hypogammaglobulinemie zijn uitgesloten
CVID verhoogt de kans op
- lymfoom
- maagkanker
bijwerkingen glucocoricosteroiden
- DM
- osteoporose
- psychische klachten
- cushing
- huidbloedingen
- infectie
cyclosporine bijwerkingen
- nierinsufficiëntie
- EBV lymfomen
cyclosporine indicaties
transplantatie
indicaties hydroxychloroquine
lupus om orgaan schade te voorkomen
purine synthese inhibitors bijwerkingen
- ery aplasie
- lever tox
- beenmerg tox
hoe werkt mycofenolaat
- remt IMPDH
- remt dmv remmen DNA-synthese lymfocyten (!)
methotrexaat bijwerkingen
- teratogeen
- beenmerg tox
- lever tox
- longafwijkingen
werking methotrexaat
remt DNA synthese door in te grijpen op het foliumzuurmetabolisme
cyclosporine werking
blokkeert calcineurine, waardoor het DNA voor minder pro-cytokines codeert
MPA bijwerkingen
- diarree
- leucopenie
- infecties
wat doen glucocorticoiden?
- inhibitie van inflammatoire mediatoren
- inhibitie van celmigratie en -adhesie
- inductie van apoptose van leukocyten (!)
indicaties JAK inhibitors
- RA
- psoriasis
methotrexaat indicaties
- chemo
- reuma
- granulomateuze inflammatie
3 verschillende grote groepen binnen beta-lactam antibiotica die qua structuurformule op elkaar lijken maar op detail qua zijketens verschillen
penicillinen
cefalosporinen
carbapenems
nu antibiotica leren!!!
kom op meid
resistentie mechanismen
bacterie sluit porines af (gram neg)
bacterie gebruikt porines om antibioticum weer heel snel de cel uit te pompen
bacterie maakt enzymen aan die antibiotica kapot knippen (gram neg vooral). deze enzymen heten beta-lactamase
bacterie verandert het aangrijpingspunt van antibioticum waardoor het antibioticum er niet meer op kan aangrijpen (gram pos)
belangrijkste uropathogenen
enterobacteriaceae;
- e. coli
- klebsiella spp.
- proteus spp.
enterobacteriaceae
gramnegatieve staven (!)
die normaal in de darm voorkomen
waarom vaker bij vrouwen dan bij mannen?
kortere urether en kortere afstand tussen darm en blaas
residuvorming redenen
- obstructie (door bv vergrote prostaat, zwangerschap)
- neurogene blaasfunctiestoornissen
- te geringe mictiefrequentie
- niet-volledig ledigen van de blaas
verder bij de UWI pathogenese spelen een rol:
postmenopauzale atrofie tractus urogenitalis slijmvlies tgv hormoonveranderingen, waardoor bacteriën makkelijker kunnen aanhechten
blaas-/nierstenen
verblijfskatheters (als mechanisch verstopt en bij inbrengen wondjes die voedingsbodem vormen)
verminderde weerstand (DM, bestraling, immuunsuppressiva)
genetische factoren (non-secretor van Ag door mucosa)
anatomische afwijkingen
klachten bij cystitis
afwezigheid van nieuwe ontstane of veranderde vaginale afscheiding (!)
valkuilen bij dipstick
leuko’s negatief: kans op UWI klein, maar weinig specifiek
nitriet fout-negatief bij
>bacteriën die geen nitraatreductase bezitten
>korte verblijfsduur urine in de blaas
niet bruikbaar bij aanwezige urinekatheter
alleen positief sediment en geen klachten duidt op bacteriurie
postief zegt niet meteen dat het UWI is, denk aan verblijfskatheter kunststof
empirische therapie cystitis (!)
nitrofurantoïne per os gedurende 5 dagen oraal; komt alleen in urine (!), niet in weefsels!!!
behandeling UWI met tekenen van weefselinvasie
voldoende penetratie weefsel nodig, daarom GEEN nitrofurantoine (!), maar chinolonen, augmentin oraal
dacrycystitis verwekkers
acuut
=s.aureus
=soms streptococcen
chronische conjunctivitis therapie
azithromycine
opthalmia neonatorum verwekkers
=s. aureus, s. pneumoniae. beide binnen 24 uur na geboorte
=n. gonorrhoeae kan infecteren tijdens geboorte door moeder: ernstiger beloop. 1-2 dagen na geboorte
=chlamydia trachomatis: door moeder tijdens bevalling. duurt 5-19 dagen. kan pneumonie geven bij neonaat.
conjunctivitis acuut bacterieel verwekkers
S.aureus
Str. pneumoniae
dendritisch boompje
herpes
chronische blepharo-conjunctivitis verwekker
s. aureus
verwekkers keratitis
- bacterieel
=staphylococcen
=streptococcen
=pseudomonas
=enterobacteriaceae - viraal
= herpes simplex/zoster
keratitis klachten
pijn
fotofobie
roodheid conjunctiva
verminderde visus
lokale vertroebeling (ulcus) cornea door migratie van ontstekingscellen
chronische conjunctivitis verwekker
chalmydia
normaal is cornea beschermd door
intact epitheel
verversing tranen en knipperen
lysozyme, Ig in traanvocht, microbioom
endopththalmus is meestal
exogene oorzaak
acute dacrycystitis complicaties
abces, cellulitis
wat voor ziektes kan je hebben om de kans op pneumokokken-infectie te vergroten?
tekort aan Ig:
=CVID
=MM
tekort aan complement door te hoog verbruik:
=SLE
miltproblemen
=splenectomie
=sikkelcelanemie
onderzoek bij bij verdenking pneumokokken pneumonie
sputum
-gram preparaat: gram pos diplokken
-kweek met groei pneumokokken
bloedkweek
urine-Ag
behandeling van pneumokokken infecties
peni
BTK
hangt onder pre B-cel receptor
als BTK niet goed functioneert, geeft geen signalen door en dus geen ontwikkeling B-cel
X-chromosomaal dus vooral jongetjes
rol van flowcytometrie in PID diagnostiek
analyse van aantallen lymfocyten (T/B/NK)
analyse van eiwitexpressie en/of activiteit
analyse voorloper B-celdifferentiatie/perifere B-cel subsets
je kan voor de activiteit kijken naar de
hoeveelheid gefosforyleerde STAT moleculen; STATs zetten bij activatie transcriptie in gang
relevantie identificatie genetisch defect in PID pt
geeft exacte (moleculaire) diagnose
legt basis voor adequate behandeling en prognose
biedt mogelijkheid voor lange-termijn preventiestrategie, ter beperking van complicaties en irreversibele orgaanschade
draagt bij aan therapietrouw en biedt mogelijkheden voor genetic counseling
is vereiste voor gentherapie
FMF behandeling
- colchicine (anti-IL1)
- diclofenac
IgG dal
dan is het moederlijke IgG al afgebroken, maar je eigen nog niet op gang gekomen. rond 3-6 maanden.
aspecten van Ig productie op jonge leeftijd
- neonaat in staat tot IgM, IgG, IgA productie, maar beperkt!
- serum IgG concentratie bereikt niveau van volwassenen op leeftijd 4-8 jaar. serum IgA pas in puberteit
- dalspiegel serum IgG op ongeveer 6 maanden (transiente hypogammaglobuminemie)
- Ig tegen T-cel afhankelijke antigenen: vanaf 4e maand zwangerschap
- pre-natale infecties met rubella of CMV => relatief hoge concentraties IgM antistoffen in navelstrengbloed
immuunrespons op zeer jonge leeftijd
- verminderde afweer tegen intracellulaire pathogenen
- goede afweer tegen extracellulaire pathogenen
- Treg zijn prominent aanwezig
- shift van Th2 naar Th1 profiel naarmate ouder
hoe ontstaat immune senescense?
- continue antigene druk
- pro-inflammatoire cytokinen stijgen
- “low grade” chronische ontsteking
==> schade (atherosclerose, alzheimer, DM2)
hoe meet je het risicoprofiel van immune senescence?
innate:
=activiteit neutro en NK-cellen verminderd
=TLR disregulatie mono en macro
adaptief:
=CD4/Cd8 ratio <1
=veel pro cytokinen
=CD8 klonen en heel veel CD28 null
=CMV seropositiviteit
combinaties van antibiotica doel
- verbreden van het spectrum
=empirische therapie - synergie (1+1=3)
=behandeling van ernstige infecties tgv verminderde weerstand pt, infecties slecht doorbloed weefsel (endocarditis) - beperken of voorkomen van selectie van resistentie
=TBC behandeling
MBC
de minimale concentratie van het antibiotucum die de bacterie doodt (niet alleen dat hij niet meer deelt)
MIC
de concentratie van het antibioticum waarbij de verwekker zich niet meer kan delen
aspecten die een rol spelen bij kans op afstoting
status van orgaan (levende of dode donor)
immuunsysteem
doorbloeding orgaan
transplantatieantigenen
MHC-antigenen
non-MHC-antigenen (minor antigenen): zitten in je HLA
AB0 bloedgroep-antigenen
factoren van immunogeniciteit
- hoeveelheid APC’s (DC’s mn)
- MHC expressieniveau
signalen T-cel activatie
binding Ag-MHC-complex aan TCR
costimulatoire moleculen
cytokinen van APC
antistoffen kunnen geïnduceerd worden tijdens transplantatie, maar die kunnen ook al vooraf aanwezig zijn. bij welke situaties kan dat?
zwangerschap
eerdere transplantatie
bloedtransfusie
type afstotingsreacties
-hyperacuut, humoraal; Door gepreformeerde allo-antistoffen tegen donor MHC en AB0 bloedgroep
- acuut, cellulair en/of acuut humoraal; Door inductie adaptieve allo-immuunrespons tegen donor MHC (anti-HLA, anti-minor T-lymfocyten)
- chronisch; Vaatschade speelt een belangrijke rol; Door zowel allo-immuunresponsen als niet-immunologische oorzaken:
-hypertensie
-hyperlipidemie
-geneesmiddelentoxicitieit
-virale infecties
-late effecten van ischemie-/reperfusieschade
-terugkeer oorspronkelijke (auto-immuun)ziekte
kruisproef humoraal
serum ontvanger + cellen donor + complement
dan kijk je of er cellysis is (bij herkenning Ag door Ig) of niet (geen herkenning Ag door Ig
kruisproef cellulair
APC (donor)+ T-cel (ontvanger). als HLA niet identiek zijn, zal de T-cel afgaan.
directe en indirecte T-cel alloreactie
- directe route: directe herkenning van vreemd, intact donor MHC door TCR van ontvanger
- indirecte route: herkenning door TCR van ontvanger van vreemde donor MHC peptiden, gepresenteerd door eigen MHC
Welke geneesmiddelen behoren tot de standaard immuunsuppressie de eerste 3 maanden?
prednison
tacrolimus
mycofenolaat mofetil
behandeling tegen afstoting
1stelijns: prednison (lymfolytisch): 3 dagen 1000 mg
2delijns: anti-Tcel therapie
=polyklonaal antilichaam anti T-cel globuline (ATG)
=monoklonaal antilochaam (alemtuzumab)
behandeling bij AMBR is niet duidelijk
=bij aantoonbare antistoffen: plasmawisseling + IVIG
ATG
werkzaam tegen T-cellen, maar ook tegen andere cellen van het immuunsysteem
behandeling voor rejectie
via infuus, liefst CVL, toedienen
graft vs host
T-cellen uit stamceltransplantaat gaan gezonde weefsels van pt aanvallen
wanneer kan GVHD ontstaan?
als wordt voldaan aan 3 voorwaarden:
1. transplantaat bevat immunocompetente T-cellen
2. donor en ontvanger zijn HLA-incompatibel (allogeen)
3. ontvanger is immunodeficiënt
MiHC
- non-MHC antigenen
- polymorfe eiwitten die kunnen verschillen tussen donor en ontvanger (alloantigenen)
- veroorzaken T-cel respons bij mismatch donor-ontvanger
- spelen daardoor ook een rol bij afstotingsreacties en GVHD
- bekendste voorbeeld: H-Y antigeen (verschil tussen mannen en vrouwen) (vrouwen herkennen Y niet) (vrouw naar man dus liever niet)
acute GVHD pathogenese
- weefselschade door de conditionering (voorbehandeling) met vrijkomende microbiele producten en cytokines
- activatie van APCs van de pt
- presentatie van Ag door APCs aan donor T-lymfocyten
- activatie van donor T-lymfocyten met als gevolg cytokineproductie
- toename van weefselschade door oa cytotoxische T-cellen, NK en inflammatoire cytokines
acute GVHD behandeling
acute GVHD grade I
=topicale steroiden
acute GVHD grade II-IV
=high dose systemic steroids
voor de ontwikkeling en ernst van RA zijn welke factoren het meest voorspellend?
reumafactor
anti-CCP Ig
Wat zijn de drie belangrijkste targetorganen voor acute GVHD?
Huid (1p)
Darm - maag wordt ook goed gerekend en maagdarmstelsel/tractus digestivus wordt ook goed gerekend (1p)
Lever. (1p)
Voor de monitoring van inflammatoire ziekten wordt vaak het CRP gehalte gemeten.
Bij welke therapie is deze inflammatiemarker niet goed meer bruikbaar om het ziekteproces te volgen?
anti-IL6
Met welke middelen moet een steroïden-resistente rejectie (dus een rejectie die niet reageert op methylprednisolon)
worden behandeld?
ATG en alemtuzimab
Th2
tegen parasitaire wormen en werkt allergisch
Th1
tegen intra patho
Th17
tegen extra patho, en zorgt voor AID
schimmelinfectie kan komen door
- anti-IL17
- antibiotica gebruik
- steroidgebruik
auto-inflam/koortssyndroom gekenmerkt door
- verhoogde IL-1 ; KOORTS
- rash
- gewrichtsklachten
- hoge CRP (behalve bij gebruik anti-IL6)
omalizumab
tegen IgE dus allergie
beste behandeling auto-inflam/koortssyndroom
anti-IL1
anti-TNF kan veroorzaken
- TBC
- psoriasis
- verergering MS
TNF gewicht
afname
auto-inflammatoire ziekten betreffen meestal
neutrofiele granulocyten
cortisol wordt in de … gevormd oiv … uit de ….
bijnieren, ACTH, hypofyse
de hypofyse wordt gestimuleerd door … (uit de ….)
CRH, hypothalamus
genomisch effect van glucocorticoid
door binden aan een steroid receptor. hierdoor worden genen aan- en uitgezet in de kern
niet-genomische effecten van glucocorticoiden
treden pas op bij hele hoge doseringen. dit werkt op de membraanreceptor en in het cytoplasma
glucocorticoïden belangrijkste effect
werken tegen T-cellen. bij hele hoge doseringen: directe T-cel apoptose
glucocorticoïden sterkte oplopende volgorde
- prednisolon
- prednison
- dexamethason (minder natriumretentie, passeert placenta)
- solumedrol
welke glucocorticoïd kan door placenta transporteren?
dexamethasom
glucocorticoïd voor pt met HT
dexamethason
kenmerken cushing
- atrofie spieren
- romp adipositas
- buffalo hump
- vollemaansgezicht
- striae
anti-metabolieten
interfereren met de DNA-aanmaak, waardoor immuuncellen niet kunnen ontstaan. deze medicijnen werken dus alleen bij delende cellen. een veelvoorkomende bijwerking van deze middelen is beenmergsuppressie, doordat ook andere delende cellen worden geremd
azathioprine is een… dat valt onder …
purine synthese remmer. anti-metabolieten
azathioprine werkt alleen op…
delende cellen
purine syntheseremmers/azathioprine bijwerkingen
- beenmergtoxiciteit
- hepatotoxiciteit
- ery aplasie
mycofenolzuur (MPA) is een …
anti-metaboliet
mycofenolzuur werkt door:
IMPDH te remmen, zodat de novo synthese van purines niet kan plaatsvinden. hierdoor geen lymfocycten. andere cellen hebben nog een salvage pathway.
indicaties MPA
- SLE
- uveïtis
- transplantatie
bijwerkingen MPA
- diarree
- leukopenie
- infecties
alkylerende middelen vallen onder
anti-metabolieten
alkylerende middelen werking
remt DNA en remt zowel T als B.
alkylerende middelen indicaties
orgaan- en levensbedreigende siutaties
bijwerkingen alkylerende middelen
- secundaire maligniteiten
- steriliteit
- infectie- hemorragische cystitis
methotrexaat valt oner
anti-metabolieten
methotrexaat indicaties
- hematologische maligniteiten
- RA
- granulomateuze ontstekingen
methotrexaat werkingsmechanisme
blokkeert de foliumzuurafhankelijke DNA-synthese routes
calcineurine blokkerende middelen
- cyclosporine
- tacrolimus
calcineurine blokkerende middelen werking
remmen via het DNA de productie van cytokinen , specifiek IL-2, dus T-cellen
calcineurine blokkerende middelen bijwerkingen
- infecites
- EBV lymfomen
- nierinsufficientie
indicaties tacrolimus
- transplantatie
- uveitis
- SLE
klinisch beeld dat als meest voorkomende oorzaak een SOA heeft bij mannen
urethritis
urethritis mannen verwekkers
- n. gonorrhoeae
- chlamydia trachomatis
- m. genitalium
- HSV
symptomen urethritis bij mannen
- dysurie
- irritatie van urethra of jeuk
- icm afscheiding uit de urethra
AO urethritis bij mannen
- dipstick
- evt uitstrijkje
behandeling urethritis bij mannen
1 gift azitromycine
verwekkers fluorklachten
- candida
- trichomoniasis vaginalis
- groep A streptokokken
- chlamydia
- n.gonorrhoeae
bacteriële verwekkers SOA
-n. gonorrhoeae
-treponema pallidum
-chlamydia trachomatis
-mycoplasma genitalum
wat infecteren gonokokken
mucosa in de keel en genitalien
eigenschappen neisseria (gonorrhoeae of meningitidis)
- gramnegatieve diplokokken
- pili
- kapsel
- intracellulaire vermenigvuldiging
symptomen gonorroe
- urethritis
- cervicitis
- endometritis
- epididymitis
- PID
- fitz-hugh-curtis syndroom
- proctitis
- faryngitis
- gedissemineerde infecites (koorts, polyartritis, en tenosynodermatitis)
- septische artritis
LO gonorroe
romige, gelige afscheiding uit de urethra
diagnostiek gonorroe
- PCR !
- evt kweek + gevoeligheidsbepaling (omdat resistentie voorkomt)
waardoor wordt syfilis/lues veroorzaakt?
treponema pallidum
treponema pallidum
spirocheet die syfilis/lues veroorzaakt
typisch bij syfilis/lues
ulcus durum
eerste stadium syfilis
klinisch niet altijd zichtbaar, maar begint vaak met een genitaal ulcus. de bacterie kan alleen in het ulcus worden aangetoond
secundaire syfilis
systemische verspreiding;
- koorts
- huiduitslag (handen en voetzolen)
- neurologische symptomen
tertiaire syfilis/lues
bacterie infecteert organen;
-vasculitis
-chronische ontstekingen
-aneurysma aortae
-gumma
-huidafwijkingen
-neuro!
diagnostische test syfilis/lues
serologie
screeningstest syfilis/lues
ELISA IgG
confirmatietest syfilis/lues
immunoblot
test activiteit syfilis/lues
VDRL-test
VDRL
bij chronische ontsteking of syfilis worden er veel antistoffen tegen VDRL of RPR gemaakt. het is niet specifiek, maar er kan wel vastgesteld worden of de behandeling aanslaat
testen voor de screening op syfilis
treponemale testen
treponemale testen zijn positief bij
- latente syfilis
- actieve syfilis
non-treponemale testen zijn positief bij
actieve syfilis
chlamydia trachomatis heeft 2 vormen
-elementary body: infectieus;kunnen buiten cel overleven
-reticulate body: intracellulair metabool actief, maar wel instabiel
chlamydia typen
- ABC: trachoom
- Dt/mK: urogenitale infecties
- L: lymphogranuloma venereum
trachoom
ontsteking van oog die gepaard gaat met beschadiging van cornea
complicaties chlamydia
- ascenderende infecties
=epididymitis
=endometritis
=salpingitis
=PID
=fitz-hugh-curtis syndroom - buitenbaarmoederlijke zwangerschap
- infertiliteit
- conjunctivitis of pneumonitis bij neonaten
chlamydia behandeling
- azitromycine
- of doxycycline
lymphogranuloma venereum (LGV)
- lymfeklierzwelling in de lies
- evt anale klachten
- ernstiger beloop
mycoplasma genitalium
seksueel overdraagbaar, maar het is nog niet duidelijk of het een klassieke soa betreft.
diagnostiek mycoplasma genitalium
PCR
behandeling mycoplasma genitalium
azitromycine
virale SOA’s
- HIV
- HSV
- HPV
- HBV
- HCV
iemand met rood plekje op penis DD
- herpes genitalis
- ulcus durum (syfilis)
herpes genitalis begint met
blaasjes die kapot kunnen gaan en nattend en pijnlijk zijn, kunnen ulcereren
welke SOA’s veroorzaken opstijgende genitale infecties?
chlamydia en gonorroe
trichomoniasis veroorzakt een
riekende vaginale uitscheiding
welke test wordt vaak gebruikt bij het aantonen van een actieve SOA?
PCR
waarbij wordt PCR vooral veel gebruikt qua SOA’s?
- chlamydia trachomatis
- gonorrie
typisch voor erythema multiforme
schietschijflaesies
DD bij laesies op voetzolen en handpalmen
- secundaire syfilis
- erythema multiforme
secundaire stadium syfilis
actief replicerende treponema bacteriën; zeer besmettelijk omdat de huid- en slijmvliezen dit bevatten
om een positieve syfilis diagnose te stellen is nodig…
(donkerveld)microscopie van een direct preparaat of serologie
agglutinatietesten bij syfilis
oa VDRL en RPR
VDRL en RPR maken gebruik van
cardiolipine Ag= non-treponemale test
alle testen die gebruik maken van treponemale antigenen zijn … specifiek dan de testen die gebruik maken van cardiolipine Ag
meer
waarvoor worden non-treponemale testen RPR en VDRL vooral gebruikt?
klinische status van de infectie
een significante daling van de VDRL titer, is indicatief voor
een succesvolle therapie
test bij 12 weken zwanger
- HIV
- rubella
- hepB
- syfilis
behandeling syfilis
peniciline
AO bij blaasjes met virale SOA verdenking
- urethrale wat voor detectie van chlamydia en gonorroe
- watje van blaasjes en ulcus voor virologie (PCR en kweek)
- venapunctie voor serologie (HIV en syfilis)
allemaal verder onderzocht met PCR
om het soort virus te identificeren dat is waargenomen, kan er gebruikgemaakt worden van
virus specifieke monoklonale fluorescerende antilichamen
HSV-1
- 90%
- bovenste delen van lichaam: gezicht en rond mond
HSV-2
- 10-30%
- SOA
- genitale gebied
alle herpesvirussen blijven … aanwezig in de …
latent, neurale ganglia
als herpes wordt gereactiveerd,
wordt het virus geproduceerd in de regio die geïnnerveerd wordt door de ganglion waarin het virus zit
stel de diagnose van herpes mbv
monsters van de blaasjes en die te gebruiken voor PCR en serologie IgG en IgM
TORCHES screening
- toxoplasma gondii
- overig (hiv, mazelen)
- rubella
- CMV
- HSV
- syfilis
hoe verspreidt rubella zich?
aerogeen
wie lopen het meeste risico op een rubella-infectie?
ongevaccineerde jonge vrouwen
rubella symptomen bij moeder
- vaak subklinisch
- malaise, lichte verhoging, lymfadenopathie, keelpijn, hoesten en conjunctivitis
- later huiduitslag beginnend in gezicht, verspreiding naar romp en armen
- complicaties: artralgie
prenatale symptomen rubella
- intra-uteriene groeiachterstand
- spontane abortus
neonatale symptomen rubella
- huiduitslag
- trombocytopenie
- hepatits
- meningo-encephalitis
- botafwijkingen
- oogafwijkingen
- CV afwijkingen
vroege kinderleeftijd symptomen rubella
- oogafwijkingen
- doofheid
- CV afwijkingen
hoe eerder in de zwangerschap de infectie,
hoe groter de complicaties
diagnostiek congenitale rubella
- moeder: serologie: IgM, IgG en eventueel een keeluitstrijkje PCR
- foetus: vruchtwaterpunctie PCR
- kind: IgM of uitstrijk PCR
wanneer kan moeder een kind met CMV infecteren?
bij een primo-infectie of opvlamming
kliniek kind CMV
- hepatosplenomegalie
- trombocytopenie
- neurologische schade
therapie rubella
geen
therapie CMV
valganciclovir om de gehoorschade te beperken
mogelijke manifestaties HSV perinatale infectie
- huid, oog en mond
- CZS
- gedissemineerde infectie: visceraal (hep)
hoe kan HSV aan kind worden doorgegeven?
- perinataal: genitaal
- postnataal: koortslip
diagnostiek bij moeder HSV
HSV-kweek/PCR van vocht uit blaasje
diagnostiek baby HSV
- HSV-kweek/PCR van keelwat, conjunctiva, huid, liquor, serum/plasma of laesies
is syfilis te kweken?
nee, dus bij de diagnostiek is voornamelijk serologie van belang
lues kliniek bij foetus
- spontane abortus of intra-uteriene dood
- intra-uteriene groeiachterstand
- vroeggeboorte
- hydrops foetalis
waarbij hydrops foetalis?
- lues/syfilis
- parvo
kliniek syfilis pasgeborenen
- asymptomatisch
- vroege symptomen:
=rash
=geelzucht
=lymfadenopathie
=hepatosplenomegalie
=nefrotisch syndroom
=meningitis
=rhinitis
-late symptomen:
=zadelneus
=skeletafwijkingen
=doofheid
=mentale retardie
=interstitiële keratitis
kliniek syfilis oudere kinderen
chronische rhinitis, zadelneus en doofheid
transmissie syfilis
plancenta
TPHA
treponema pallidum hemagglutinatie; treponemale detectie van antilichamen, die specifiek gericht zijn tegen treponema pallidum. deze test is heel specifiek tegen syfilis.
non-treponemale testen zijn
aspecifiek voor treponema pallidum. de VDRL test wordt gedaan na een positieve treponemale test om te kijken of het een doorgemaakt of een actieve infectie is
waartegen zijn non-treponemale antilichamen gericht?
cardiolipinen
wanneer een kind een passend bij syfilis beeld laat zien en de moeder positieve serologie heeft,
kan een IgM-immunoblot bij het kind uitgevoerd worden.
vervolgens kan nog een VDRL-titer van de moeder bepaald worden, die vergeleken kan worden met die van het kind
wat is een aanwijzing voor congenitale syfilis?
een viermaal hogere titer
HBeAg
het Ag dat gemaakt wordt als het HepB virus actief aan het repliceren is, en dus is het een teken voor een actieve infectie
hepB dragerschap
HBsAg postief
in de meeste HepB geinfecteerde neonaten ontstaat
een HBsAg-dragerschap, indien onbehandeld kan dit leiden tot levercirrose en HCC
exanthemateus
koorts en vlekjes
oorzaken exanthemateus
- mazelen
- parvovirus
- rubella
symptomen parvovirus
- koorts
- huiduitslag
- slapped cheeks
parvovirus intra uterien
- aplastische anemie
- hydrops foetalis
- intra uteriene vruchtdood
diagnostiek bij moeder verdenking parvo
serum IgG en IgM.
IgM postieif
acute infectie
IgG
of er beschermende antistoffen zijn
worden er afwijkingen gezien bij kinderen die een intra-uteriene infectie met parvo overleven?
nee
parvovirus infecteert
reticulocyten; voorlopers van ery
welke congenitale infecties geven lymfadenopathie?
- toxoplasmose
- rubella
hoe maak je dan onderscheid tussen rubella en toxoplasmose?
rubella heeft vlekjes
transmissie toxoplasmose
later in de zwangerschap meer
diagnostiek /testen bij verdenking toxoplasmose moeder
serologisch: IgM en IgG
parasiet is kort in het bloed dus PCR is niet betrouwbaar
diagnostiek toxoplasmose foetus primair
bloed en vruchtwater kan niet zonder risico worden afgenomen en is daarom nog niet geïndiceerd
aviditeit
maat van bindingskracht in immuuncomplex
als moeder bij toxoplasmose IgG en IgM postief is
- aviditeit van IgG
- PCR vruchtwater
aviditeit IgG hoog
moment van infecties is 3-4 maanden geleden
aviditeit laag
aanwijzing voor recente infectie, maar geen bewijs
PCR vruchtwater heeft een … positief voorspellende waarde en een … negatief voorspellende waarde
hoge, lage
diagnostiek verdenking CMV moeder
IgM en IgG
als je onderscheid wil maken tussen een primaire infectie en reactivatie van CMV
IgG aviditeit
laag=primo
indien verdenking op congenitale CMV infectie door moeder positief
vruchtwaterpunctie PCR
mono-artritis DD
septische artritis
jicht
pseudojicht
spondylartropathieën
asymmetrie
grote gewrichten
knie, voet en rug
wat kan je doen met een gewrichtspunctie?
gram-kleuring: kan negatief zijn
kweek
celgetal van leuko in synoviaalvocht
beoordelen op kristallen
polyartritis DD
- artritis
- RA
- viraal
MRI/CT gewricht
sensitief in vroegere fase ook
aankleuren oedeem
geschikt voor wrvelkolom en bekken
acute hematogene osteomyelitis patho
-bacterie bereikt bloedbaan door bv trauma, infectie met bv s. aureus of streptococcen tonsilitis
-via bloedvaatjes vooral naar de METAfyse
-uitgroei van bacteriën
-release bacteriële producten => algehele malaise en koorts
occlusie vd bloedvaten => afsterven botweefsel/sekwestervorming
-influx van neutro’s, pus ontstaat => toename van druk in bot => pijn
-pus wordt via haverse systeem en kanalen naar volkmann naar subperiostaal geperst => zwelling en roodheid en PIJN
hoe herken je een septische artritis?
acuut ontstaan
vaak monoarticulair
ziek
koorts
verhoogde ontstekingswaarden
oligoartritis DD
spondylatropathiën
anatomisch anterieure uveitis
- oogkamer
- iris
- corpus ciliare
anatomisch intermediaire uveitis
- perifere retina
- glasachtig lichaam
anatomisch posterieure uveitis
- netvlies
- choroid
anatomisch panuveitis
2 of meerdere gedeelten van het oog zijn gedaan
granulomateuze uveitis
sarcoidose
non-granulomateuze uveitis
HLA-B27+
klachten anterieure uveitis
- pijn
- fotofobie
- soms verminderde visus
klachten posterieure en intermediaire uveitis
- meestal pijnloos
- verlies van de visus
rubellavirus oog
uveitis; zorgt in de iris voor atrofie van het regenboogvlies => verschil in oogklier
ook CMV en HSV kunnen dit
een infectieziekte in het oog is meestal …zijds
enkel
juveniele idiopathische artritis uveitis
kan een pijnloze uveitis anterior geven
waarom zitten er normaal op de conjunctiva weinig bacteriën?
- lysozym
- IgA
klachten conjunctivitis
- rood oog
- irritatie
- pus of waterige afscheiding
- geen visusdaling
welke verwekkers kunnen ophthalmia neonatorum veroorzaken binnen 24 uur?
- s. aureus
- s. pneumoniae
- h. influenza
welke verwekker veroorzaakt opthalmia neonatorum binnen 1 tot 2 dagen?
n. gonorrhoeae
n. gonorrhoe ophthalmia neonatorum beloop
ernstig
welke verwekker zorgt binnen 5-19 dagen voor ophthalmia neonatorum?
chlamydia trachomatis
waardoor wordt acute bacteriële conjunctivitis veroorzaakt?
- s.aureus
- s. pneumoniae
- h. influenzae
beloop acute bacteriele conjunctivitis
uni=>bilateraal
chlamydia trachomatis oog
chronische conjunctivitis. door serotypen ABC => verlittekening en blindheid.
keratitis symptomen
- pijn
- visusdaling
- geen pus of secretie
- vertroebeling door ontstekingscellen
- fotofobie
behandeling keratitis
- kweek
- snel starten met frequent topische antibiotica
- evt corticosteroiden
preseptale cellulitis orbitae
alleen oppervlakkige oogleden; geen roodheid conjunctivae
postseptale cellulitis orbitae
ontsteking van de orbita inhoud;
- roodheid
- proptosis
- visusdaling
- motiliteitsbeperking
dacryocytstisi symptome
- pijn
- evt abces/cellulitis
endophthalmitis acute postoperatief
- rode conjunctiva
- pijn
- visusdaling
- hypopnyon
verwekkers acute postoperatieve endophthalmis
- CNS
- s. aureus
- pseudomonas
late onset postoperatieve endophthalmisitis
chronisch laaggradig
endogene endophtahmlmititis
- door endocarditis, osteomyelitis
verwekkers virale conjunctivitis
- adeno
- entero
welke cellen zijn aangedaan bij SCID?
iig T-cellen. hierdoor kunnen eventueel NK-cellen en B-cellen ook aangedaan zijn
SCID pt kunnen alleen behandeld worden met
beenmerg- of stamceltransplantatie
SCID begint
eerste levensmaanden
symptomen SCID
- binnen 6 maanden ontdekt
- nauwelijks reactie op antibiotica
- diarree
- gewichtsverlies
- chronische huidlaesies
volgorde zelf produceren van antistoffen na de geboorte
IgM, IgG, IgA
serum IgG bereikt het niveau van volwassen leeftijd op een leeftijd van
4-8 jaar
serum IgA is op volwassen niveau vanaf
pubertijd
respons intra
Th2
respons extra
Th2 en Th17
kindren IL-10
veel
immune senescene innate
- minder activiteit neutro en NK
- TLR disregulatie van mono en macro
immune senescence B-cellen
de aanmaak van cellen vanuit het beenmerg neemt af; verschuiving BCR repertoire en meer auto-antistoffen
immune senescence T-cellen
- thymus involutie
- lagere output T-cellen
- minder CD28
- minder IL-2
- kortere telomeren
- uitputting en minder deling
meten aan T-cellen immune senescence
- meten telomeerlengte
- meten van TCR-reperoitre
innate immuunrisicoprofiel
- verminderde activiteit neutro en NK
- TLR disregulatie van monocyten en macrofagen
adaptief immuunrisicoprofiel bij
- CD4/CD8 ratio <1: veel CD8 (dus meer effectorcellen)
- verhoging aantal pro
- verhoging CD8+ CD28- Tcellen
- CMV seropositiviteit
clostridium difficile enterocolitis
normaal is drager zijn van clostridium difficile niet erg, maar door selectie door antimicrobiele middelen kan de bacterie overgroeien. deze bacterie produceert toxinen, waardoor er ontsteking van de darm met pseudomembraanvorming ontstaat.
clostridium difficile enterocolitis klachten
- waterige diarree met bloed
- koorts
- zelden: toxisch megacolon
EBV doorbreekt tolerantie dmv
polyklonale activatie
polyclonale acticatie
Ag en T-cel onafhankelijke activatie van B-lymfocyten
hoe doorbreekt s. aureus de tolerantie?
activatie door superantigenen
superantigenen
kunnen TcR-MHC interactie crosslinken: Ag-onafhankelijke activatie van T-cellen
guillain barre syndroom hoe doorbreekt tolerantie
molecular mimicry
IPEX syndroom
mutatie FOXP3 gen; transcirptiefactor Treg
ankyloserende spondylitis (HLA B27+) geeft welke uveitis?
anterieur
biologische beschikbaarheid is afhankelijk van
- vrijkomen uit toedieningsvorm
- oplosbaarheid
- afbraak door maagzuur of darmbacterien
- first pass effect
de verdeling van antibioticum over weefsel wordt bepaald door
*antibioticum eigenschappen:
-oplosbaarheid in vet
-binding aan plasma-eiwitten en weefselcomponenten
*gastheerfactoren
-vascularisatie
-natuurlijke barrières (BBB)
-mate van ontsteking
Bij een goed gevormd abces zijn
antibiotica … werkzaam
niet goed
waarom Bij een goed gevormd abces zijn
antibiotica niet goed werkzaam?
– weinig O2 (anaëroob milieu)
– lage pH in het abces
abces
docu
EUCAST
bepaalt welk micro-organisme bij welke MIC nog gevoelig genoemd kan worden
bij ernstig zieke pt geef je antibiotica vrijwel altijd … , en je switcht naar … als
iv. oraal.
-klinisch verbeterd
-orale toediening is mogelijk
-resistentie onwaarschijnlijk
anders bij kinderen
- presenteren zich met een probleem en niet met een diagnose
- andere normaalwaarden
- aspecifiee presentaties
- beoordeling is momentopname
alarmsymptomen kind
- cyanose
- tachypneu
- slechte perifere circulatie
- petechien
- ongerustheid van ouders !
- niet pluis gevoel van arts !
PCT
geeft na infectie sneller afwijkende waarden dan CRP en is specifieker
safety netting vragen
- als ik het juist heb, wat verwacht ik dat er nu gebeurt?
- hoe weet ik dat i het onjuist heb?
- wat moet ik dan doen?
zieke indruk kinderen
- stil liggen
- langs mensen heen kijken
- geen contact
- niet drinken
trias van reactieve artritis
- urethritis
- artritis
- conjunctivitis
acute hematogene osteomyelitis diagnostiek
stap 1: bloed prikken (CRP, kweek, leuco aantal en differentiatie)
stap 2: kweken: bloed, biopsie, pus en gewrichtvloeistof. gouden standaard: biopt voor microbiologische diagnostiek en PA
stap 3: rontgen en echo
behandeling RA
- NSAID en glucocorticoid
- csDMARDs
- bDMARDs en tsDMARDs
extramedullaire manifestaties spondylatropathie
- psoriasis
- anterieure uveïtis
- inflammatie van de darmen
3 kenmerken spondylartropathie
- enthesitis
- dactylitis
- spondylitis
spondylartropathieën eigenschappen
asymmetrie
grote gewrichten
knie, voet en rug
behandeling reactieve artritis
NSAID
HLA-B27 positief
spondylartropathie
kenmerken van spondylartropathie echt alles
-afwezigheid reumafactor
-artritis grote gewrichten
-HLA-B27 postieif
-asymmetrisch van ondrste extremiteiten
-ziekte van Crohn
-psoriasis
-uveitis
-conjunctivitis
-dactylitis
wat zijn de verwekkers van een bacteriele artritisis?
s. aureus
overige mn gram negatieve staven
artritis psoriatica (PsA) symptomen
psoriasis en artritis
asymmetrisch
vaak grote gewrichten
peri-articulair
-vaak groter gebied, verloop pees bursa of spier
-vaak alleen pijn in een bepaalde bewegingsrichting
-actief maar niet passief
-isometrisch testen
-bij bursitis meeste pijn in buigstand
articulair
-zwelling/pijn beperkt tot gebied van gewrichtskapsel
-bewegingen in alle richtingen beperkt
-actief en passief pijnlijk
-pijnlijk, mn in volledige strekstand
artritis roodheid?
alleen in acute gevallen
uveitis orozaken
docu
juveniele idiopathische artritis uveitis
ANA + is hier een risicofactor voor
CMV oog
uveitis met verhoogde oogdruk
syfilis oog
keratits
onderscheid scelritis en episcleritis
epi: oog wordt wit na toediening van vasoconstrictieve druppels en scleritis zorgt voor verlaagde visus
therapie scleritis
- oogdruppels (steroiden, NSAID)
- NSAIDs
- prednison
NLRP3 functies
enzymatisch splitsen van pro-IL-1b
reumafactoren
IgM of IgA tegen het Fc van IgG
negatieve controle wordt gebruikt om
de drempelwaarde te bepalen
de postieve controle geeft aan
of de test wel werkt
wat voor test is agglutinatie
diagnostisch
genotypen bloedgroepen
A= AA of AO
B=BB of BO
AB=AB
O=OO
anti-A/anti-B antistoffen zijn meestal … antistoffen
IgM
wanneer komt IgG-anti-A/B voor?
in het bloed van emnsen die met A- of B- ery’s zijn geimmunisserrd dmv transfusies of vaccinaties
van het rhesus stelsel is … het sterkste Ag
D
risicofactoren pneumokokken
docu
het meest voorkomende reumatologische ziektebeeld bij kinderen
JIA
oligo-articulaire JIA
ANA+
ANA+
verhoogd risico op uveitis anterior
trias van reactieve artritis
- artritis
- uretritis
- conjunctivitis
plek reacieve artritis
mono of oligo, onderste extremiteiten
extra-articulaire manifestaties van reactieve artritis
- conjunctiva
- uveitis
- urethritis
- prostatitis
- cystitis
- keratoderma blennorhagica (huid)
- pericarditis
- klepafwijkingen
reactieve artritis ontstaat vaak na
UWI of darminfecties
verwekkers reactieve artritis
- salmonella
- shigella
- yersinia
- campylobacter
- clostridium difficile
- chlamydia trachomatis
behandeling reactieve artritis
NSAID + antibiotica (evt oraal prednison)
Dit is een veelgebruikt eerste-keus immunosuppressivum bij niet-infectieuze uveïtis, inclusief die veroorzaakt door sarcoïdose. Het is effectief, goed onderzocht en vaak de voorkeurskeuze bij internisten en oogartsen in deze context.
methotrexaat
Bij welke vorm van uveitis komt de klacht fotofobie percentueel gezien het vaakste voor?
anterior
kind-specifieke kenmerken die belangrijk zijn mee te nemen in jouw spoedeisende beoordelingen
van acuut zieke kinderen
Kinderen kunnen klacht niet goed aangeven/ verwoorden
Tijdens 1e presentatie kan beeld en / of klacht aspecifiek zijn
Beoordeling is een momentopname en het ziektebeloop van kinderen kan snel veranderen
Kinderen hebben andere normaalwaarden van vitale parameters zoals hartfrequentie ademhalingsfrequentie en bloeddruk
Kinderen hebben andere verhoudingen en veranderend gewicht naar leeftijd (bv voor medicatie uitrekenen)
verwekkers infectieuze uveïtis
bacterieel:
-treponema (syfilis)
-borrelia
-TBC
viraal:
-HSV
-VZV
-CMV
-rubella
-EBV
parasitair:
-toxoplasma
fungi:
-candida
-aspergillus
2 doelen van inflammasoom
- actief IL-1beta maken
- IL18 maken, wat Th1-cellen stimuleert
CRP
acute fase eiwit dat geproduceerd wordt door de lever oiv IL-6. niet alleen verhoogd bij een infectie, maar ook bij weefselschade.
SAA
acute fase eiwit dat geproduceerd wordt in de lever oiv IL-6.
bij anti IL-6 opletten
geen CRP of SAA meten
IL-1RA
kan vrij IL-1beta in het bloed binden en dus remmen
als gevolg van pyroptose komt de inhoud van de cel vrij, waaronder
grote hoeveelheden IL-1beta
VEXAS kenmerkend
uit zich pas bij een leeftijd > 50 jaar. komt alleen bij mannen voor
verminderde K+efflux =>
minder actief IL-1beta => reductie in IL-1beta
welk eiwit wordt door het MEFV gen gecodeerd?
pyrine
wat doet pyrine?
activeert het inflammasoom
waar is het inflammasoom?
neutrofiele granulocyt
welke cel moet getriggerd worden door pro-IL1beta voordat het inflammasoom actief wordt?
neutro
syndroom van reiter
bijzonde vorm van een reactieve artritis, gekenmerkt door:
-artritis
-urethritis
-conjunctivitis
Th1
proinflammatoir (intracellulair_
Th2
beschermend
Th17
pro-inflammatoir en destructief
ziekteverwekkers verantwoordelijk voor oppertunistische infecties na het toedienen van immuunsuppressiva bij transplantaaat pt
- EBV
- aspergillus
- cryptococcus
- candida
- pneumocystis
welke ontstekingscellen zijn het meest aanwezig in een abces?
neutrofiele granulocyten
werkingsmechanisme JAK-inhibitors
remming van JAK1,2,3
rhesus antistoffen (anti-D, IgG) komen niet van nature voor in het bloed van rhesus …. mensen, maar kunnen worden gevormd na immunisatie van RhD-… bloed
negatieve, positief
zonder profylaxe kunnen anti-D antistoffen ook worden gevormd na een zwangerschap waarbij
de moeder negatief is en het kind positief
een antistofdeficiëntie geeft verhoogde kans op
luchtweginfecties met gekapselde bacteriën (zoals pneumokokken)
monocytosis
laboratiumbevinding, geen immuundeficiëntie
wat gaat er mis bij CGD?
fagocyten (zoals neutrofielen en macrofagen) maken geen reactieve zuurstofradicalen door een defect in het NADPH-oxidasecomplex
complement deficiente maakt kwetsbaar voor
gekapselde bacteriën, zoals n. meningitidis, s, pneumoniae en h. influenzae
fagocyten verzorgen de afweer tegen
bacteriën en schimmels
fagocyt deficiente
CGD
bij een fagocyten deficientie ben je extra gevoelig voor
- catalase positieve bacteriën
- schimmels
T-cel deficienties geven een verhoogde kwetsbaarheid vooer
virussen
-CMV
-EBV
-HSV
-VZV
intra bacteriën
-m. tuberculosis
-salmonella
schimmels en oppertunistische infecties
-pneumocystis
-candida
-cryptococcus
te weinig Ig
-agammagobulinemie
-CVID
-allogene SCT
slechte kwaliteit Ig
-MM
-CLL
-HIV
tekort IgA
darminfecties
tekort IgG
luchtweginfecties
slechte kwaliteit T-cellen
-corticosteroiden
-transplantatie
te weinig T-cellen
HIV
oppertunistische virusinfecties
-HSV
-VZV
-CMV
-EBV
oppertunistische bacteriele infecties
-legionella
-salmonella
-listeria
-m.tuberculosis
oppertunistische infiecties gsten/schimmels
-candida
-cryptococcus
-pneumocystis
Welke twee soorten medicatie zijn de pijlers voor de behandeling van acuut reuma?
NSAID en antibiotica
Ig’s kind
docu
hoe krijg je granulocytopenie?
- chemo
- aangeboren afwijking zoals CGD
geen granulocyten betekent:
verstoorde afweer tegen bact en schimmel slijmvliezen en huid
welke mutaties kunnen leiden tot SCID?
- ILRG
- RAG1
immunoblot bij HIV antistoffen
maakt onderscheid tussen antistoffen tegen verschillende HIV antigenen
<1 maand na transplantatie
- donor-derived
- nosocomiaal
- recipient derived
1-12 maanden na transplantatie
- reactivatie latente infectie
- oppertunistische infectie
> 12 maanden na transplantatie
- community acquired
- late intracellulaire
- kanker
donor derived infecties (dus <1 maand na)
-CMV
-EBV
-HIV
-HepA,B,C
-syphilis
-toxoplasma gondii
algemene nosocomiale infecties
-pneumonie
-wondinfectie
-flebitis infuus
-centrale lijn
-clostridium difficile
recipient derived infections
ziek van eigen flora
reactivatie van parasitaire infecties
- leishmaniasis
- strongyloides
- tryanosoma
- toxoplasma
oppertunistische infecties na transplantatie
- PJP (PCP)
- adenovirus
welke infecties kunnen vaak gevonden worden bij CVID pt?
- meningitis
- infecties GI
- LWI
ziekte van bruton
XLA
SCID pt kunnen alleen worden behandeld met
beenmerg- of stamceltransplantatie
symptomen SCID
- huidlaesies
- gewichtsverlies
- diarree
selectieve IgA-deficiëntie is geassocieerd met
coeliakie en RA
NK
virus
fagocyten
bacteriele en schimmel
niet-infectieuze klachten bij CVID pt
- bronchiectasien
- granulomen
- lymfadenopathie
- splenomegalie
- allergie
- maligniteit
- groeiachterstand
- vermoeidheid
soorten autoantistoffen
-natuurlijke
-pathofysiologische
=direct pathogeen
=secundair door weefselbeschadiging door het ontstekingsproces
wanneer wordt een bacterie gevoelig genoemd voor een antibioticum?
wanneer de MIC-waarde onder de helft ligt van de gemiddelde bloedconcentratie die met het betreffende antibiotica in het lichaam te bereiken is
waarop heeft de klasse aminoglycosiden invloed?
de eiwitsynthese in het ribosoom
gentamicine killingssnelheid
hoger dan cefuroxim
endophthalmitis door:
- na sepsis op IC
- auto-immuun in oog
- door oogoperatie of injectie in oog
waarop grijpen chinolonen in?
bacteriële nucleinzuursynthese
waarop grijpen cotrimoxazol en trimethoprim in?
blokkeren aanmaak foliumzuur
waarop grijpen de -mycines en -cyclines in?
ribosoom
preseptale cellulitis symptomen
- diffuus rode zwelling oogleden
- pijnlijk
- onbeperkte gezichtsscherpte en bewegingen
- geen proptosis
cellulitis orbitae symptomen
- roodheid
- zwelling
- beperking oogmotiliteit
- pijn
- proptosis
- opticus compressie
- verminderde visus
rood oog meestal sprake van
conjunctivitis
bacteriele verwekkers conjunctivitis
- streptokokken
- staphylokokken
behandeling bacteriele conjunctivitis
antibiotica oogdruppels
verwekker virale conjunctivitis
adenovirus
bacteriele keratitis symptomen
-roodheid
-ijn
-purulente afscheiding
-troebeling vd cornea
-verminderde visus
bacteriele keratitis therapie
antibioticum oogdruppels
herpes keratitis symptomen
-conjunctivitis
-kleine vesikels op de oogleden
-vergrote lymfeklieren
herpes keratitis therapie
aciclovir
oog steroiden bijwerkng
-verhoogde druk
-glaucoom
-catatarct
iritis symptomen
-roodheid
-pijn
-fotofobie
-visusdaling
-lage oogdruk
M. bechterew (reuma) oog
uveitis anterior; HLA-B27
episcleritis klachten
mild; roodheid en pijn
oculaire complicatie sarcoidose
granulomatueze uveitis
CMV oculair
retinitis
Bij de behandeling van auto-immuun uveïtis, met name bij niet-infectieuze vormen zoals juveniele idiopathische artritis-geassocieerde uveïtis of andere systemische auto-immuunziekten, wordt … ingezet
anti-TNF
Wat is de meest voorkomende verwekker die een uveïtis posterior kan geven bij een patiënt met AIDS?
CMV, retinitis!
diagnostische testen voor HIV die bruikbaar zijn tijdens de acute fase van HIV infectie.
PCR (1pt)
Antigeen testen (1pt)
Welke klinische manifestatie(s) komt/komen het meest voor bij secundaire syfilis?
huid en slijmvlies
Op welke twee manieren kan GVHD na een allogene stamceltransplantatie voorkomen worden?
- T-cel depletie van het transplantaat (1p)
- Farmacologisch door gebruik van immunosuppressieve medicamenten (1p)
iemand heeft longontsteking na transplantatie en is therapie-ontrouw. welke mogelijke verwekkers?
-pneumocystis jirovecii
-CMV
-influenza
innate humoraal
- lysozym
- lactoferrine
- complement
- cytokinen
innate cellulair
- fagocyten
- neutrofiele granulocyten
- monocyten
- NK
- DC
effect van chemo op immuunsysteem
voornamelijk remt het de humorale innate immuniteit
ook zorgt het voornamelijk voor een kwantitatieve neutropenie!
maagzuurremmers tasten
oppervlak innate aan
tekort aan complement gevolg
=> gekapselde bacteriën
-s. pneumoniae
-h. influenzae
-s. aureus
-n. meningitidis
tekort aan complement oorzaak
-congenitale deficiëntie
-SLE
neutrofiele granulocyten zijn betrokken bij de afweer tegen
-bacteriën
-gisten
-schimmels
kwantitatieve neutropenie wordt veroorzaakt door
chemo
patiënten met langdurige neutropenie krijgen vaak
schimmelinfecites, zoals invasieve long asperigglose (halo sign)
of van candida, zoals candida endophthalmitis
door een functiestoornis in de neutrofiele granulocyten kan een
CGD ontstaan.
pneumocystis jirovecii pneumonie
ernstige dubbelzijdige pneumonieën bij pt met een T-cel deficientie
cellulaire afstoting kenmerkt zich door een
homogeen lymfocytair beeld
bij humorale afstoting zijn … te zien
fagocyten/macrofagen
een aspergillus infectie kenmerkt zich door … in het longweefsel
takkenbossen
de graft-vs-host reactie kan pathologisch lijken op een…, echter zien hierbij relatief meer …. en minder …. zichtbaar
geneesmiddelenreactie.
eosinofielen.
necrose.
hoe toon je humorale rejectie aan?
C4d afzetting op het endotheel
bij ontstekingsreacties in het hart, zijn naast lymfocyten ook …te zien
neutrofiele granulocyten
kenmerkend van chronische hartschade is de aanwezigheid van
- macrofagen
- fibrosevorming
afwijkingen graftvshost huid
apoptotische epitheelcellen in epidermis, door T-lymfocyten
er zijn 3 typen immuun-cellen betrokken bij de immuunrespons tegen auto-Ag:
- autoreactieve B-cellen; auto-antistof productie
- autoreactieve Th-cellen; produceren cytokinen die macrofagen in het doelwitorgaan activeren
- auto-reactieve cytotoxische T-cellen: vallen doelwitcellen direct aan
welke cellen zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van DM1?
cytotoxische T-cellen
spelen auto-antistoffen een belangrijke rol in DM1?
nee
welke cellen zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van ziekte van Graves?
auto-antistof producerende plasmacellen
2 criteria waaraan een ziekte moet voldoen om auto-immuun te zijn
-aanwezigheid van ziekte
-bewijs van auto-antistoffen de boosdoeners zijn
ziekte van graves auto-antistoffen
- anti-TSH-R
- anti-TPO
- anti-Tg
ziekte van hasimoto auto-antistoffen
- anti-TPO
- anti-Tg
DM1 auto-antistoffen
- anti-GAD
- anti-ICA
- anti-IA-2
ziekte van addison auto-antistoffen
- anti-21-OH
windowfase
de periode tussen het moment van infectie en het moment waarop een diagnostische test de infectie voor het eerst kan aantonen
windowfase context HIV
- 1-2 weken: HIV-RNA stijgt snel en is snel setecteerbaar met PCR.
- 2-3 weken: p24-Ag
- 3-6 weken: antistoffen (IgM en IgG) tegen HIV; klassieke serologische test
welke afweer granulocyten?
innate
oppertunistische infecties
virussen:
HSV, VZV, CMV, EBV
intracellulaire bacteriën
Legionella, Salmonella, Listeria, TBC, M. Avium, Nocardia
gisten en schimmels:
candida, cryptococcus, histoplasma, pneumocytis carinii
parasieten: toxoplasma gondii
gerelateerde infecties stoornissen in Ig
IgG:
=gekapselde bacteriën: s. pneumoniae, h.influenzae
IgA:
=darminfecties: giardia lamblia
SLE artritis waar
symmetrisch in PIP en knie
gonokokken artritis waar
enkel en knie
RA waar
- PIP
- MCP
- pols
- MTP
werking JAK-remmers
remmen JAK waardoor STAT niet kan binden aan fosfaat en deze niet naar de celkern kan voor eiwitsynthese.
Door welke deel van het oog wordt het kamerwater afgevoerd?
kanaal van schlemm
Welke oorzaken zitten in de top drie van belangrijkste oorzaken van koorts na transplantatie?
afstoting en geneesmiddelen
Bij twee gewrichten treedt relatief makkelijk een secundaire artritis vanuit een osteomyelitis op
heup en schouder
Door welke drie verschijnselen wordt systemische Juveniele Idiopathische Artritis (JIA) gekenmerkt?
(Piekende)koorts (1pt), artritis (1pt) en een (urticariële) rash
klachten anterieure uveitis
-pijn
-fotofobie
-verminderde visus
posterieure en intermediaire uveitis klachten
-pijnloos!!!!
-visusverlies
bij hoeveel gevallen is oorzaak uveitis onbekend?
1/3
HLA-B27 geassocieerde uveitis
anterieur
HSV, VZV, CMV geassocieerde uveitis
anterieur of posterieur
sarcoidose geassocieerde uveitis
alles kan
MS geassocieerde uveitis
intermediair
ziekte van lymfe geassocieerde uveitis
intermediair
rubella geassocieerde uveitits
intermediair
syfillis uveitis
posterieur
ziekte van behcet uveitis
panuveitis
traan bestaat uit:
- mucus-conjunctiva
- vocht-traanklier
- oliefilm-klieren van meiboom
keratitis symptomen
-pijn
-visusdaling
-geen pus of secretie!!!!!!!
-fotofobie
rubella symptomen neonaat
-huiduitslag
-trombopenie
-hepatitis
-meningo-encephalitis
-bot
-oog
-CV
kliniek kind met CMV
-hepatosplenomegalie
-trombocytopenie
-neurologische schade
-meningo-encephalitis
-chorioretinitis
chlamydia staat bekend om complicaties:
epididymitis
endometritis
salpingitis
hordeolum
pijnlijk abces haarfollikel
chalazion
pijnloze aandoening door verstopping kliertjes van meiboonm
blefaritis
ontsteking ooglidranden; kortsvorming, roodheid, uitvallen van wimpers
gentherapie bij PID
- stamcellen worden uit het beenmerg van het zieke kind geïsoleerd
- er wordt een normale kopie van het defecte gen in de beenmergstamcellen ingebracht, door middel van een onschuldig virus
hoe zit hyperacute afstoting ook alweer?
afstoting binnen 24 uur. dit komt doordat gepreformeerde allo-antistoffen, tegen de MHC of AB0 van de patient, zich bevinden in het transplantaat. dit activeert complement.
wat is cryptococcus en wat veroorzaakt het
het is een oppertunistische schimmel die meestal ernstige infecties veroorzaakt bij pt met een verminderde ADAPTIEVE CELLULAIRE AFWEER
gewrichten waarbij er makkelijk een secundaire artritis vanuit een osteomyelitis optreedt
heup en schouder
systemische JIA
-koorts in pieken
-artritis
-rash
systemische JIA wat is verhoogd?
ferritine
Welke lagen bevinden zich in de retina?
zenuwvezellaag, fotoreceptorlaag en ganglioncellaag
Weefselschade als gevolg van de conditionering.
behandeling antistofgemedieerde afstoting
De eerste stap is methylprednisolon 3 dagen 1000mg met IVIG (1mg/kg) gedurende 2 dagen. Indien dat niet voldoende is, dan 30mg alemtuzumab
s.c.
Eventueel kan er plasmawisseling worden toegepast, indien er donorspecifieke anti-HLA antistoffen gevonden worden
behandelvolgorde uveitis
- prednison
- =cyclosporine en methotrexaat bij granuloom
=azathioprine en mycofenolaat bij niet-granuloom - biologicals: TNF-a remmers
- cyclofosfamide of rituximab
klassieke trias rubella
-catatarct
-hartafwijkingen
-doofheid
hydrops foetalis
- syfilis/lues
vroege symptomen lues
-uitslag
-geelzicht
-lymfadenopathie
-meningitis
-rhinitis
late symptomen syfilis/lues kind
-zadelneus
-skeletafwijkingen
-doofheid
-mentale retardie
TRAPS
-TNF-a receptor geassocieerde periodiek syndroom
-koorts enkele weken, rash, spierpijn, conjunctivitis, artralgie
-behandeling=anti-TNF-a
antibiotica werkzaam tegen celwandsynthese
-betalactam
-vancomycine
MRSA is resistent om dat het
penicillinebinded eiwit veranderd is
welke antibiotica werken op ribosomen?
–mycines
–cycline
-chlooramfenicol
chinolonen
remmen DNA-replicatie
ongecompliceerde UWI volgorde antibioticum keuze
allemaal oraal:
1.nitrofurantoine
2.fosfomycine
3.trimethoprim
UWI met weefselinvasie behandeling volgorde
1.ciprofloxacine
2.augmentin
3.cotromoxazol
antibioticum bij pyelonefritis/sepsis
gentamycine
persisterende urethritis kalchten
-trichomonas
-m.genitalium
gonnorhoe geeft ook septissche artritis
defect in Ig
-h.influenzae
-s.pneumoniae
-giardia lamblia
-enterovirussen
defect in complement
-meningococcen
-h.influenzae
-s.pneumoniae
defect in fagocyten
-s.aureus
-candida
-aspergillus
immuundysregulatie syndroom
combi auto-immuun en immuundeficientie
behandeling bij ABMR
bij aantoonbare antistoffen => plasmawisseling en IVIG
Welke van de onderstaande testen kunnen gebruikt worden voor de diagnose van pneumokokken pneumonie?
sputumkweek en urine Ag test
Welke van de onderstaande infecties zou je niet verwachten in de eerste maand na een solide orgaantransplantatie?
aspergillus
Wat zijn voorbeelden van ernstige infecties door verlaagd aantal neutrofiele granulocyten?
ecthyma gangrenosum (hematogeen verspreide bacteriën die huidabcessen veroorzaken);
pulmonale aspergillose;
gedissemineerde candidiasis;
Candida endophtalmitis