H6.7: Ooginfecties Flashcards

1
Q

ooginfecties

A
  • conjunctivitis: conjunctiva ,slijmvlies
  • blepharitis: ooglidranden
  • keratitis: cornea
  • dacryocystitis: traanzak
  • cellulitis orbitae: oogleden
  • endophthalmitis: oog-inhoud
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

conjunctiva

A
  • normaal weinig infecties door lysozym in tranen en microbioom
  • verwekkers in niet-epidemische situaties 80% bacterieel en 20% viraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

conjunctivitis klachten

A
  • roodheid
  • irritatie
  • oedeem
  • secretie van pus (pus duidt op bacteriëel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

acute conjunctivitis pasgeborenen

A
  • opthalmia neonatorum
  • veroorzakers:
    =s. aureus, s. pneumoniae. beide binnen 24 uur na geboorte
    =n. gonorrhoeae kan infecteren tijdens geboorte door moeder: ernstiger beloop. 1-2 dagen na geboorte
    =chlamydia trachomatis: door moeder tijdens bevalling. duurt 5-19 dagen. kan pneumonie geven bij neonaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

conjunctivitis acuut bacterieel

A
  • meestal unilateraal begin, 1-2 dagen later bilateraal
  • S.aureus, Str. pneumoniae: duur 7-14 dagen
  • meestal spontane resolutie evt desinfectans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

conjunctivitis viraal klachten

A
  • roodheid
  • waterige secretie
  • soms bloederig
  • pharyngitis, koorts
  • pre-auriculaire en submandibulaire lymfadenopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

conjunctivitis viraal

A
  • cave besmettelijkheid:
    = entero, coxsakie, adeno
    =zwembaden, bezoekers oog-poli
  • incubatietijd 7-10 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

conjunctivitis behandeling

A

desinfectans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

chronische conjunctivitis

A
  • chalmydia trachomatis
    =subtypes
    =klassiek endemisch trachoom
    =littekens => blindheid
  • veel vrouwen dragen dit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

chronische conjunctivitis therapie

A

azithromycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

chronische blepharo-conjunctivitis klachten

A
  • irritatie
  • roodheid
  • crustae lidranden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

chronische blepharo-conjunctivitis oorzaak

A

s. aureus. chronische verloop, geen spontane resolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

chronische blepharo-conjunctivitis therapie

A

hete compressen + mechanisch poetsen lidrand met wattenstaafjes verdunde babyshampoo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

keratitits

A

infectie cornea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

keratitis klachten

A
  • pijn
  • fotofobie
  • roodheid conjunctiva
  • verminderde visus
  • lokale vertroebeling (ulcus) cornea door migratie van ontstekingscellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

normaal is cornea beschermd door

A
  • intact epitheel
  • verversing tranen en knipperen
  • lysozyme, Ig in traanvocht, microbioom
17
Q

risicofactoren voor keratitis

A
  • zachte contactlenzen na beschadiging
  • niet chirurgisch trauma (wond, vreemdlichaam, toxisch)
  • gecontamineerde contactlensvloeistof of kunsttranen
18
Q

hoe diagnosticeer je keratitis

A

met fluoriscine langs het oog druppelen. UV-lamp kan laesies vinden.

19
Q

dendritisch boompje =

20
Q

verwekkers keratitis

A
  • bacterieel
    =staphylococcen
    =streptococcen
    =pseudomonas
    =enterobacteriaceae
  • contactlens geassocieerd
    =pseudomonas
  • viraal
    = herpes simplex/zoster
21
Q

keratitis therapie

A
  • kweek/PCR
  • direct start met zeer frequent topicaal antibiotica, evt in opname
  • bij herpetische keratitis start topicaal antivirale druppels
22
Q

cellulitis orbitae

A
  • indeling: pre-/post-septaal
  • onderscheid belangrijk: post is visus bedreigend en geeft roodheid conjunctivae, proptosis van het oog, visusdaling, relatief afferent pupildefect, bewegingsbeperking

want drukt op oogzenuw
- cave uitbreiding naar sinus carvernosis

23
Q

cellulitis orbitae therapie

A

chirurgische drainage puspocket

24
Q

dacryocystitis

A
  • traanzak ontsteking
  • stase traanafvoer
25
Q

dacrycystitis verwekkers

A
  • acuut
    =s.aureus
    =soms streptococcen
  • chronischmultibact. oorzaak incl actinomyces
26
Q

acute dacrycystitis complicatie

A

abces, cellulitis

27
Q

endophthalmitis klachten

A

wolkig substraat in voorste oogkamer: hypopion

28
Q

hypopion

A

witte bloedcellen

29
Q

endophthalmitis

A
  • snel progressieve intraoculaire infectie met potentieel bindheid tot gevolg
  • meestal exogeenL na oogoperatie/injectie: acuut of late onset, na perforerend trauma
  • endogeen: via hematogene verspreiding
30
Q

aureus

31
Q

acute postoperatieve endophthalmitis

A
  • na intraoculaire chirurgie
    =incubatie 2-14 dagen
  • symptomen:
    = rood, pijnlijk oog, visusdaling
    =veel ontstekingscellen in de voorste oogkamer: hypopyon
  • onbehandeld blindheid en postseptale cellulitis
  • bron: 80% conjunctiva, ooglid, neus
  • risicofactoren: duur en soort operatie, DM, immuno suppressie
  • microorganismen: CNS, S. aureus, pseudomonas aeruginosa door irrigatie
  • prognose: visus bij 65-95% = handbewegingen
32
Q

late onset postoperatieve endophthalmitis

A
  • maanden na oogoperatie
  • low-grade infectie welke recidiveert na staken postop medicatie
  • microorganismen: propionibacterium acnes, CNS
  • prognose beter dan acuut, verwijdering van kunstlens vaak nodig omdat bacterie daaraan hecht
33
Q

endogene (=hematogene) endophthalmitis

A
  • bron: septisch focus elders: iv bv
  • hoge kans op blindheid: op IC screenen bij sepsis
  • microrganismen: neisseria meningitidis, S.aureus, candida, maar basically alles kan