H7.5: Urineweginfecties Flashcards

1
Q

2 soorten UWI

A
  • hoog
  • laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoge UWI

A
  • nieren (pyelonefritis)
  • uretera
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lage UWI

A
  • cystitis
  • urethritis (SOA)
  • (prostatitis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lage UWI symptomen

A

lokaal;
- pijn in onderbuik
- pijn bij plassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoge UWI symptomen

A

tekenen van weefselinvasie;
- koorts
- rillingen
- algehele malaise
- flank- of perineumpijn
- acute (toename van) verwardheid/delier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

weefselinvasie kan ook de … inhouden

A

prostaat. ook al is het dus bij lage urinewegen. dus prostaat geeft zelfde tekenen van weefselinvasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

significante bacteriurie

A

> 10^5 kve/ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uropathogenen

A

micro-organismen die urineweginfecties kunnen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

er is een pt groep die laag risico heeft op een gecompliceerd (weefselinvasief) beloop van UWI

A

gezonde jonge vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

en er is een pt groep die hoog risico heeft op een gecompliceerd (weefselinvasief) beloop van UWI (!)

A
  • kinderen
  • immuungecompromitteerden
  • mannen
  • DM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

UWI

A

meest frequente klacht van vrouwen bij huisarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

belangrijkste uropathogenen

A

enterobacteriaceae;
- e. coli
- klebsiella spp.
- proteus spp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

enterobacteriaceae

A
  • gramnegatieve staven (!)
  • die normaal in de darm voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom vaker bij vrouwen dan bij mannen?

A

kortere urether en kortere afstand tussen darm en blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij de pathogenese van UWI speelt … een belangrijke rol

A

residuvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

residuvorming

A

urineretentie;
- obstructie (door bv vergrote prostaat, zwangerschap)
- neurogene blaasfunctiestoornissen
- te geringe mictiefrequentie
- niet-volledig ledigen van de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

verder bij de UWI pathogenese spelen een rol:

A
  • postmenopauzale atrofie tractus urogenitalis slijmvlies tgv hormoonveranderingen, waardoor bacteriën makkelijker kunnen aanhechten
  • blaas-/nierstenen
  • verblijfskatheters (als mechanisch verstopt en bij inbrengen wondjes die voedingsbodem vormen)
  • verminderde weerstand (DM, bestraling, immuunsuppressiva)
  • genetische factoren (non-secretor van Ag door mucosa)
  • anatomische afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

bacteriën❤️verblijfskatheter

A

dus als je urine van katheter pakt ga je altijd bacteriën vinden

19
Q

klachten bij cystitis

A
  • dysurie: pijnlijke of branderige mictie
  • pollakisurie: kleine beetjes plassen
  • toegenomen mictiefrequentie
  • hematurie
  • pijn in rug of onderbuik
  • afwezigheid van nieuwe ontstane of veranderde vaginale afscheiding (!)
20
Q

klachten bij cystitis kinderen <1 jaar

A
  • slecht groeien
  • braken
  • koorts gedurende >3 dagen
21
Q

LO UWI geïndiceerd bij

A
  • tekenen van weefselinvasie
  • vrouwen met recidiverende infecties
  • mannen
  • kinderen

let op urosepsis!!!!

22
Q

pt verdenking UWI

A

memoraid!!!

23
Q

nitriet zegt iets over

A

de aanwezigheid van bacterien in de blaas

24
Q

hoe kan nitriet negatief zijn terwijl er wel UWI is?

A
  • niet elke bacterie kan nitraat omzetten
  • bacteriën hebben tijd nodig voor de omzetting en als je maar kleine beetjes plast vaak dan heb je dus alleen nieuwe urine
25
Q

dipstick

A
  • nitriet
  • leukocyten
26
Q

valkuilen bij dipstick

A
  • leuko’s negatief: kans op UWI klein, maar weinig specifiek
  • nitriet fout-negatief bij
    >bacteriën die geen nitraatreductase bezitten
    >korte verblijfsduur urine in de blaas
  • niet bruikbaar bij aanwezige urinekatheter
  • alleen positief sediment en geen klachten duidt op bacteriurie
  • postief zegt niet meteen dat het UWI is, denk aan verblijfskatheter kunststof
27
Q

het is niet altijd nodig om kweek + gevoeligheidsbepaling te doen, maar er zijn ook situaties waarbij het wel aangeraden is

A

als de kans op gecompliceerd beloop UWI hoog is of als therapie faalt

28
Q

hoe neem je kweek af?

A

je moet belangrijkste contaminatie van genitale flora vermijden!
- midstream urine (gewassen plas: je pakt middelste deel urine)
- clean catch indien niet zindelijk (erachteraan lopen en opvangen lol)

alternatief:
- plaszakje
- eenmalige katheterisatie
- suprapubische punctie

NB: first void urine voor urethritis verdenking

29
Q

urine wordt in potje/buisje opgevangen.

A

aangebracht op bloedkweekplaat

geen groei= <100 kve/ml

30
Q

bij meerdere soorten bacterien op je kweek

A

contamiinatie ! dus niet goed afgenomen

31
Q

je hoeft UWI niet altijd te behandelen

A
  • wegdrinken
  • vanwege resistentie en bijwerkingen
32
Q

principes van antimicrobiële therapie

A
  • eerst empirisch: rekening houdend met meest wrs verwekker
  • daarna gericht op grond van kweekuitslag
33
Q

farmacodynamiek

A

wat het antibioticum doet op de bacterie

34
Q

farmacokinetiek

A

wat lichaam met antibioticum doet;
- absorptie
- distributie
- metabolisme
- klaring

35
Q

Cmax

A

hooogste plasmaconcentratie

36
Q

verschil concentratie weefsel tov plasma

A

langer op gang en minder hoge piek, terwijl piek is belangrijk dat het hoog is

37
Q

wat is de empirtische therapie voor cystitis?

A
  • lokaal
  • doelorgaan: blaas
  • meest voorkmoende verwekkers: e. coli en fermicella (?) lol terugzoeken
  • beste toedieningsweg: oraal
38
Q

waarom liever oraal?

A
  • kosten
  • complicaties van iv: wond, thrombi,

bij zieke pt wel iv

39
Q

empirische therapie cystitis (!)

A

nitrofurantoïne per os gedurende 5 dagen oraal; komt alleen in urine (!), niet in weefsels!!!

40
Q

behandeling UWI met tekenen van weefselinvasie

A

voldoende penetratie weefsel nodig, daarom GEEN nitrofurantoine (!), maar quinolonen, augmentin oraal

41
Q

verwijzen als

A
  • heel ziek
  • veel gevaar
42
Q

2de lijn

A

brede systemische antibiotica iv