TBC Flashcards
1
Q
epidemiologie TBC
A
- komt vooral voor in azië, afrika en zuid-amerika en landen van de voormalige Sovjet-Unie
- in de grote steden is de incidentie van TBC hoger en vormen vooral daklozen, druggebruikers en (illegale) buitenlanders risicogroepen voor TBC
2
Q
pathofysiologie TBC
A
- verwekker is mycobacterium tuberculosis
- besmettingsweg is aerogeen
- incubatieperiode varieert van 8 weken tot levenslang
- de besmettelijke periode valt voor sputum auramine-positieve longtbc patiënten samen met het begin van de hoestklachten (max 3 maanden)
- de besmettelijke periode valt voor kweekpositieve longtbc patiënten met een negatieve sputum is dit korter ( 1 maand)
3
Q
mycobacterie
A
- 2-5um lang
- strikt aeroob
- niet sporenvormend
- vermeningvuldigd zich zowel intra als extracellulair met een gemiddelde replicatietijd van twintig uur
- blijven na een infectie lange tijd latent aanwezig in het lichaam. hierbij kunnen latent aanwezige TBC-bacteriën opnieuw gaan delen en ziekte veroorzaken
4
Q
wat kan met een auraminekleuring opgespoord worden
A
- mycobacterium tuberculosis en atyoische mycobacteriën
5
Q
wat voor soorten mycobacteriën zijn er
A
- mycobacterium tuberculosis-complex
- mycobacterium leprae -> veroorzaakt lepra
- nontuberculeuze mycobacterium -> veroorzaakt diverse ziektebeelden bij mensen met onderliggende aandoeningen als COPD, CF of bij immuungecompromitteerde patienten
6
Q
hoeveel % van de gevallen waarbij TBC latent aanwezig is kunnen reactiveren en wanneer gebeurd dit vooral
A
- 10%
- eerste 2 jaar na infectie met een verhoogd risico bij patienten met een verzwakt immuunsysteem zoals HIV
7
Q
wat is het reactivatierisico bij onbehandelde HIV van TBC
A
jaarlijks 10%
8
Q
waar kan TBC zitten
A
- in de longen
- buiten de longen zoals lymfeklieren, longvliezen en botten
9
Q
symptomen TBC
A
- de primaire infectie verloopt vaak symptoomloos
- koorts
- verlies eetlust
- vermoeidheid
- gewichtsverlies
- subfebriele temperatuur
- nachtzweten
- specifieke symptomen veroorzaakt door locatie (langdurig hoesten, hemoptoe, lymfeklierzwelling, botontsteking (spondylodiscitis))
10
Q
RF TBC
A
- reguliere immigranten uit landen met een TBC-incidentie van > 100 per 100.000 inwoners
- asielzoekers
- gedetineerden
- dak-en thuislozen
- nauwe contacten van besmettelijke patiënten
- personen met een verminderde immuniteit
11
Q
symptomen nontuberculeuze mycobacteriën
A
identiek aan die van tuberculose, alleen minder snel progressief
12
Q
welke ziektebeelden kunnen nontuberculeuze mycobacterien
A
- pulmonale infecties waaronder caviterende longinfecties die lijken op pulmonale tuberculose bij patienten met COPD of CF, en de nodulair-bronchiectatische vorm bij niet rokende caucasische vrouwen
- ontsteking van de halslymfklieren vaak bij kinderen
- infecties van huid en zachte weefsel, zoals aquariumgranuloom veroorzaakt door mycobacterium marinum
- gedissemineerde infecties die meestal voorkomen bij patienten met een verzwakt afweer
13
Q
diagnostiek actieve TBC
A
- auraminekleuring, keweek op specifiek mycobacterieel medium, moleculaire technieken en pathologisch onderzoek van biopten
14
Q
diagnostiek latente TBC
A
- mantoux-test en interferon-gamma-release assays
15
Q
behandeling TBC
A
- rifampicine en ethambutol als basis, vaak aangevuld met een marcolide
- behandelduur is 18-24 maanden
- bij ernstige holtevormend longinfecties wordt in de eerste maanden soms een aminoglycoside ab, meestal amikacine, toegevoegd
16
Q
wat is een bekende opportunistische infectie bij CF-patienten
A
snelgroeiende NTM-infecties zoals die veroorzaakt door mycobacterium abcessus
