blaascarcinoom Flashcards
1
Q
welke diagnostiek wordt gedaan bij bloed bij de urine
A
- cytoscopie
- CT hogere urinewegen
2
Q
hoeveel % van de mensen met een blaascarcinoom hebben bloed bij de urine
A
30-40%
3
Q
symptomen blaascarcinoom
A
- bloed bij de urine
- veranderd plaspatroon
- gewichtsverlies
- vermoeidheid
- aanhoudende koorts
4
Q
incidentie blaascarcinoom
A
7000 per jaar
- komt 4 x zo vaak bij mannen
- meeste zijn ouder dan 55 jaar
5
Q
waar ontstaat blaaskanker meestal
A
blaaswand -> bedekt met urotheel
6
Q
RF blaascarcinoom
A
- roken
- werken met chemische stoffen
- irritatie van de blaas -> door chronische blaasontsteking, urinestenen of verblijfskatheter
7
Q
diagnostiek blaascarcinoom
A
TURT
-> als de tumor niet te uitgebreid is wordt tegelijkertijd de tumor eruit gehaald
- bij spierinvasief blaascarcinoom is verder onderzoek nodig: MRI-scan, PET-scan of CT-scan
8
Q
behandeling blaascarcinoom
A
- na operatie blaasspoeling om kans op recidief te verkleinen
- cytectomie als het risico te hoog blijft = bij spierinvasief blaascarcinoom
+ chemoradiatie, radiotherapie, brachytherapie of chemotherapie
9
Q
waar kan na een cystectomie uit gekozen worden
A
- neoblaas
- urinestoma
- indiana pouch