longembolie Flashcards

1
Q

waarvan is de trombus 90% van de tijd afkomstig van bij een longembolie

A

DVT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een longembolie

A

gehele of gedeeltelijke afsluting door een stolsel in de a. pulmonalis of taken daarvan meestal door een veneuze trombo-embolie. achter dit stolsel ontstaat een dode ruimte: er komt wel lucht in de longen maar er is geen doorbloeding. hier kan dus geen gaswisseling optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

als een huisarts denkt aan een longembolie bij hoeveel % klopt dit ook werkelijk

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mortaliteitspercentage longembolie zonder behandeling

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

epidemiologie longembolie

A
  • bij vrouwen groter
  • neemt toe met de leeftijd
  • 110 : 100.000 per jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

symptomen longembolie

A
  • plotseling dyspneu
  • pijn op de borst (vooral bij perifere embolie)
  • pijn vastzittend aan de ademhaling
  • hemoptoe
  • pleurawrijven (vooral bij perifere embolie)
  • hypotensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

risicofactoren longembolie

A
  • hoge leeftijd
  • obesitas
  • veneuze trombo-embolie in VG
  • oestrogeengebruik
  • maligniteiten
  • immobilisatie
  • recente operatie
  • aanwezige DVT
  • trombofilie of stollingsprobleem in de familie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LO longembolie

A
  • pijnlijke indruk
  • gebruik ademhalingsspieren
  • hypotensie en verlaagde saturatie is mogelijk
  • mogelijk pleurawrijven
  • mogelijk aanwijzingen voor DVT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aan de hand van welke critreria wordt de waarschijnlijk voor de aanwezigheid van een trombose bepaald

A
  • wells-criteria
  • years beslisregel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wells-criteria

A
  • als een patient hierbij 4 of meer punten behaald wordt een ct gemaakt
  • anders wordt de d-dimeren gemeten als hier een waarde groter dan 0,5 uitkomt moet alsnog een CT scan worden gedaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

yearsmethode

A

kijken naar:
- klinische tekenen van trombosebeen
- hemoptoe
- longembolie meest waarschijnlijke diagnose

afhankelijk van het aantal years-items wordt de afkapwaarde van de d-dimeer bepaald. indien er geen years item is wordt er bij een waarde > 1mg/L een CT scan gemaakt. als er 1-3 years items zijn wordt er een afkapwaarde van > 0,5 mg/L gebruikt voor het maken van een CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandeling longembolie

A
  • ernstige longembolie moet direct fibrinolytica toegediend worden
  • LMWH, coumarinederivaten of DOA’c bij kleinere longembolie
  • patienten die hemodynamisch instabiel zijn kan trombolytica gegeven worden als dit niet effectief is kunnen de embolieen chirurgisch met een katheter kapot gemaakt worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly