RL Meniscectomie Flashcards

1
Q

Wat is meniscectomie?

A

Operatieve verwijdering van de meniscus in de knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn risicofactoren van meniscus laesies?

A
  • Sporten

- Pre- existente problemen mbt de knie (bv degeneratieve verschijnselen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke meniscectomie komt het vaakste voor: mediaal of lateraal?

A

Mediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke pathologie heb je een verhoogde kans na een meniscectomie

A

Artrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bovorderende prognostische factoren voor herstel na een meniscectomie zijn:

A
  • participatie in sport (pre- operatief)

- goede voorbereiding op sport (postoperatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belemmerende prognostische factoren voor herstel na een meniscectomie zijn?

A
  • gecompliceerd letsel
  • plaats resectie
  • veel verwijderd weefsel
  • financiële compensatie van werkgever
  • eerdere knie operatie
  • pre-operatieve pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Van welke factoren is het natuurlijk beloop na een meniscectomie afhankelijk?

A
  • lokalisatie (mediaal/lateraal)
  • aard van het letsel
  • pre-operatieve situatie (bv pre-operatieve duur van de klachten)
  • partiële of totale resectie
  • is er een nevenpathologie aanwezig (bv artrose) of andere problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Natuurlijk beloop=

A

Toename van functies, activiteiten en participatie in de tijd en afname van de pijn.

  • Binnen 2 weken moet er een verbetering te zien zijn.
  • Ongeveer bij 6 weken na de meniscectomie weer normaal ADL activiteiten kunnen uitvoeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vertraagd herstel=

A

Geen toename van de functies, activiteiten en participatie in de tijd, maar blijven gelijk of nemen af en pijn neemt toe of blijft gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Patiëntenprofiel 1:

A

PT met nauwelijks klachten na meniscectomie en herstelt snel.
bv. goed getrainde sporters
(Hoeft kort durig of niet te worden behandeld door FT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Patiëntenprofiel 2:

A

PT met een langduriger revalidatietraject met vertraagd herstel. bv. degeneratieve verschijnselen in de knie of iemand met een belaste voorgeschiedenis.
(Pt met veel herstelbelemmerende factoren, wel worden behandeld bij FT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke verwijsgegevens zijn van belang indien de PT zich met een verwijzing van een arts bij de FT aanmeldt?

A
  • persoonsgegevens
  • operatietechniek
  • lokalisatie en lengte van de meniscus ruptuur en de omvang van de meniscectomie
  • andere pathologiën
  • gegevens van aanvullend onderzoek
  • gebruik van medicatie
  • gebruik van loophulpmiddelen
  • percentage (partiële) belasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4 Onderdelen van screening zijn:

A
  1. Aanmelding
  2. Inventariseren hulpvraag
  3. Pluis niet-pluis
  4. Informeren & adviseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rode vlaggen bij een meniscectomie zijn:

A
  • persisterende (aanhoudende) onbegrepen pijn
  • te lage belastbaarheid van de knie (afwijkend beloop)
  • ontstekingsverschijnselen agv infectie
  • aanhoudende ontstingsverschijnselen

Deze zijn het belangrijkste:

  • pijn is niet provoceerbaar of reduceerbaar bij uitoefenen van functies en activiteiten
  • zwelling neemt niet af
  • knie wordt niet dunner, ondanks bewegen/oefenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke testen zet je in wanneer je vermoed dat er iets met de VKB is?

A
  • Lachman test
  • Voorste-schuiflade test
  • Pivot- shifttest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke testen zet je in wanneer je vermoed dat er iets met de AKB is?

A
  • step-off test
  • achterste schuiflade test
  • actieve quadricepstest
17
Q

Welke test zet je in wanneer je vermoed dat er iets is met lig. Superficiale Mediale Collaterale?

A

Valgus stress test 20 graden

18
Q

Welke testen zet je in wanneer je vermoed dat er iets is met de posteromediaal complex?

A
  • Valgus stress test 0 graden
  • Anteromediaal-rotatoire stabiliteitstest
  • Dialtest
19
Q

Welke test zet je in wanneer je vermoed dat er iets is met de lig. laterale collaterale?

A

Varus stress test 20 graden

20
Q

Welke testen zet je in wanneer je vermoed dat er iets is met de posterolateraal complex?

A
  • Varus stress test in 0 graden

- Dialtest

21
Q

Welke meetinstrumenten kun je inzetten bij meniscectomie?

A
  • Lysholm
  • GALN
  • VAS
  • PSK
  • Tegner-score
22
Q

In de behandeling wordt onderscheid gemaakt tussen 2 fasen. Welke zijn dit?

A

Fase 1: minder belast
bestaat weer uit:
fase 1a: acuut: gericht op stoornis niveau (weefsel herstel+ bewegingsangst)
fase 1b: subacuut: gericht op activiteiten niveau

Fase 2: belast

23
Q

Hoe lang duurt de minder belaste fase (fase 1)?

A

0-5 dagen postoperatief

24
Q

Hoe lang duurt de belaste fase (fase 2)

A

5-10 dagen

25
Q

Waaruit bestaat behandeling fase 1a?

A
  • Bevorderen van de mobiliteit vd knie
  • Opbouw belasting van kniegewricht (mag met hulploopmiddel)
  • Informeren: mate belastbaarheid
  • Oefenen: bewegen op geleide van pijn
  • Adviseren: gebruik maken van 2 krukken
26
Q

Kenmerken van PT fase 1a zijn:

A
  • knie is pijnlijk + gezwollen
  • verminderde ROM
  • PT durft niet volledig steun te nemen op het geopereerde been
27
Q

Kenmerken van PT bij een normaal herstel zijn:

A
  • Zwelling + pijn afgenomen
  • actief bewegen knie is mogelijk
  • belastbaarheid neemt toe
  • kwaliteit bewegen met krukken neemt toe (50%-100% belast)
28
Q

Wat is het criterium om te starten met fase 2?

A

Aanwezigheid van een dynamisch gangpatroon zonder krukken

29
Q

Totale behandelduur=

A

6 weken tot 3 maanden.

Verschilt per PT

30
Q

Behandelfrequentie normaal beloop=

A

1 tot 3 behandelingen

31
Q

Wat zijn de doelen van fase 1a?

A
  • vermindering gevolgen operatie (zwelling,
    ontstekingsproces)
  • vermindering pijn
  • afstemming belasting op belastbaarheid kniegewricht
  • preventie bewegingsangst
32
Q

Wat zijn de doelen van fase 1b?

A
- normalisering mobiliteit kniegewricht,
spierlengte
- toename/normalisering actieve
stabiliteit knie, kracht, coördinatie,
uithoudingsvermogen beenspieren
- vermindering bewegingsangst
- dynamisch gaan
33
Q

Wat zijn de doelen van fase 2?

A
- afname stoornissen die verminderde
kwaliteit van bewegen of beperking in
activiteiten veroorzaken
- herstel bewegingsautomatisme
-  handhaving en verbetering gangpatroon