ES Revalidatie na voorste- kruisbandreconstructie Flashcards

1
Q

Hoeveel % van alle VKB rupturen is gebaseerd op een ‘non-contact’ trauma mechanisme?

A

70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt bedoelt met non-contact?

A

Dat de klachten die zorgen voor de VKB-ruptuur afkomstig waren van de bewegingen van de persoon zelf en er geen contact was met een andere persoon of met een object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij wie is de incidentie van VKB-rupturen het hoogst?

A

Jonge mensen 15-40 jaar, die pivoterende sport beoefenen; basketbal, voetbal, handbal, skieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hebben mannen of vrouwen een 2-8x grotere kans op een VKB-ruptuur bij het beoefenen van dezelfde sport?

A

Vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 methoden worden het meest toegepast bij een VKB- reconstructie?

A
  • Bone-Patellar Tendon-Bone (BPTB) graft

- Hamstring (HS) graft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel van de sporters met VKB reconstructie keert niet terug op oud sport niveau binnen 2 jaar?

A
  • 1/3 deel

Na 3 jaar of langer zelfs 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zorgt voor een risico op een VKB-ruptuur bij gezonde vrouwen?

A
  • Dynamische knievalgus

- verminderde neuromusculaire controle van de romp bij landing na een sprong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voorspellende factoren voor een re-ruptuur bij het hervatten van sportactiviteiten?

A
  • dynamische knievalgus

- kleine knieflexiehoek bij het landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf de verschillende grades van de IKDC-gradering voor bandletsel:

A

Graad A: 0-2 mm (=bewegingsuitslag van het gewricht)
Graad B: 3-5 mm
Graad C: 6-10 mm
Graad D: >10 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf de ICRS-gradering voor kraakbeen pathologie:

A

Normaal
Graad 1: Oppervlakkige laesie, zachte deukjes of oppervlakkige groeven en scheruen
Graad 2: Laesies tot 50% van diepte van het kraakbeen
Graad 3: Laesies tot 50% van diepte van het kraakbeen, maar ook naar de gecalcificeerde laag.
Graad 4: Osteochondrale schade. Laesies die zich uitbreiden tot net voorbij de subchondrale botplaat of dieper in het trabeculaire bot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarover zal de FT postoperatief informatie nodig hebben?

A
  • grafttype
  • meniscusectomie of meniscushechting
  • kraakbeenschade
  • bone bruise
  • andere lig. letsel
  • specifieke adviezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is een VKB reconstructie geïndiceerd?

A

Bij aanhoudende functionele instabiliteit met giving way klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de voorwaarde voordat een operatie plaats kan vinden?

A
  • geminimaliseerde synoviale reactie in de knie
  • volledige extensie
  • mobiliteit patella goed (links gelijk aan rechts)
  • controle over m. quadriceps
  • normaal looppatroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat word er in de pre-operatieve behandeling gedaan?

A
  • FT informeert over:
    lopen met krukken
    postoperatieve oefeningen
    revalidatieproces in het algemeen
  • Bij mobiliteitsbeperking–> passieve mobilisaties van het patellofemorale en/of tibiofemorale gewricht uit voeren
  • Bij verminderde kracht m.quadriceps –> kracht trainen in open en gesloten keten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke klinimetrie kun je preoperatief inzetten?

A
  • Stroke test
  • Passieve range of Motion
  • VAS
  • IKDC
  • KOOS
  • Krachtmeting m. quadriceps en m. hamstrings
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt er in de post-operatieve behandeling gedaan?

A
  • krachttraining in gesloten en open keten
  • excentrische training van m. quadriceps en de gluteaalmusculatuur
  • neuromusculaire training
17
Q

Behandelduur na VKB reconstructie=

A

9-12 maanden

18
Q

Welke klinimetrie kun je postoperatief inzetten?

A
  • Stroke test
  • passieve ROM patellofemoraal en tibiofemoraal
  • mate van willekeurig aanspannen van bovenbeen musculatuur
  • ganganalyse
19
Q

Uit hoeveel fasen bestaat de postoperatieve revalidatie?

A

3 fasen

20
Q

Wat is het doel van fase 1?

A
  • verminderen hydrops/synovitis
  • extensie in 0 graden: binnen 2-4 weken
  • willekeurige quadricepscontrole
  • dynamisch looppatroon
21
Q

Binnen hoeveel weken zal fase 1 bereikt zijn?

A

Bij normaal beloop na 6-8 weken

22
Q

Wat is het afwijkende beloop?

A
  • als wond niet sluit of infectie optreedt
  • als na 6-8 weken:
    sprake is van fors verminderde mobiliteit van de patella
    extensie minder is dan 0 graden
    geen willekeurige controle van m. quadriceps
    nog steeds afwijkend looppatroon
23
Q

Criteria om fase 2 te starten zijn:

A
  • wondheling
  • geen pijn in knie bij belaste oefeningen in fase 1
  • minimale hydrops/synovitis
  • normale mobiliteit van patella
  • volledige extensie(0 graden) en flexie (minimaal 120-130 graden)
  • willekeurige aanspanning m. quadriceps
  • actief dynamisch looppatroon zonder krukken
  • correcte uitvoering van de neuromusculaire oefeningen in fase 1
  • rapportage naar behandelend medisch specialist
24
Q

Wat is het doel van fase 2?

A

Klachtenvrij kunnen uitvoeren van sport specifieke activiteiten en fysiek zwaar werk

25
Q

Criteria om fase 3 te starten zijn:

A
  • Kwalitatief correcte uitvoering van de neuromusculaire en agility training in fase 2
  • Limb Symmetry Index (LSI) >80% voor m. quadriceps en Hamstringkracht
  • LSI >80% voor een hoptestbatterij
  • Afnemen van IKDC en/of KOOS
  • Rapprtage naar behandelend medisch specialist
26
Q

Wat is het doel van fase 3?

A

Volledige terugkeer naar sportactiviteiten en fysiek zwaar werk

27
Q

Criteria voor ontslag en terugkeer naar sport:

A
  • Geen pijn in knie bij sportactiviteiten
  • Geen giving way/angsten tijdens sportactiviteiten
  • correct looppatroon
  • symmetrisch hardlooppatroon
  • correcte uitvoering van sport specifieke bewegingen
  • LSI >90% voor m. quadriceps + hamstringkracht
  • LSI >90% voor een hoptestbatterij
  • Drop jump met observatie/videoanalyse van kwaliteit van bewegen
  • Afnemen van IKDC en/of KOOS
  • Rapportage naar behandelend medisch specialist