probes Flashcards
homologe probes
= gen, = soort org.
100% match
> wanneer onvolledig deel gen gekloneerd, enkel cDNAgekent, genetische variaties (polymorfismen, mutaties)
soorten probes
homologe
heterologe
back translation
heterologe probe
= gen, =/= soort org
zeer verwante soorten
minder stringentie -> meer mismatch toelaten
> vals positief!!
back translation
= reverse translation
alleen eiwitseq gekent
prode obv eiwitseq, rekening redunantie genetische code
> codon bias
> rond codons gelimiteerde redunantie, gebied EW AZ met beperkte # codons
radioactieve merking + methoden
radioactieve isotopen (b-stralers)
> extensie willekeurige oligonucleotide primers
> nick translation
> kinatie
> opvullen 5’ uitstekende eindjes
willekeuriige oligonucleotide
1 denaturatie
2 hybridisatie oligonucleotide
3 verlengd 1 radioactief NTP (a-fosfaatgroep)
!! te veel oligonucleotiden -> korte fragmenten
nick translatie
1 DNase -> ss breuken -> vrije 3’OH einden
2 3’OH als substraat DNA polumerase I
3 5’3’ exonuclease activiteit -> overschrijven template
!! te veel DNase -> korte fragmenten
kinatie
5’fosfaat vervangen door radioactief fosfaatgroep
1 CIP,BAP (verwijderd fosfaat)
2 T4 kinase (katalyseert gamma-fosfaat van ATP)
opvullen 5’ uiteinden
sticky end als template
opgevulde door klenow met 1 radioactief gemerkt NTP
visualisatie radioactief gemerkt
autoradiografie (chemiluminoscentie)
ioniserende straling -> aangeslagen -> X-stralen gevoelig -> zwartkleuring
niet-radioactieve merking
directe merking
indirecte merking
digoxigenine
directe merking
fluorescente merking DNA
> in situ hybridisatie
> geautomatiseerde microarray
> DNA sequentiebepaling
indirecte merking
digoxigenine, biotine, covalent gebonden aan avidine
AL detectie: chemiluminogeen, fluorogeen, chromogeen
digoxygenine
Dig-11-dUTP
UTP? -> enzymen die enkel UTP afbreken (clean up)
DIG-spacer-dUTP
> Al detectie: polyklonale AL tegen DIG met AP
> chemiluminoscente detectie
biotine merking
biotine-16-dUTP
binding specifiek & gericht anti-biotine