adeno-geassocieerde virale vectoren Flashcards
eigenschappen
- kleine virussen, ssDNA
- genetisch materiaal invoegen op specifieke plaats chromosoom 19, als rep & cap regio’s aanwezig
- delende & niet delende cellen
voordelen & nadelen
v:
- niet-pathogene virussen
- geen immuunrespons
n:
- lage insertcap
- moeilijk te verpakken virale partikels
inhoud
ITR - rep - cap - ITR
rep
4 overlappende genen coderen voor EW levenscyclus
episomaal DNA (niet in genoom)
cap
bevat overlappende genen coderend voor 3 capside EW
episomaal DNA (niet in genoom)
ITR
symmetrisch -> functionele ITR -> haarspeld -> self primer primase-onafhankelijke synthese 2e DNA streng
AAV infectie
1) aanhechtig membraan
2) endocytose: vorming endosoom in cel
3) aanzuring
4) DNA migratie nucleus
5) ssDNA -> dsDNA via gastheer polymerase
6) expressie rep genen
7) replicatie virus
8) expressie cap
9) eiwitmantel voor assemblage virionen
10) virionen ontsnappen uit cel (persistent, cel blijft leven)
2e gen AAV vectoren inhoud
- rep & cap vervangen door CMV promoter, GOI, poly A
- ori + ampR
- GFP (controle expressie)
nadelen recombinant AAV
= inefficient
-> efficienter door co-inf adenovirus
-> verloopt splicing AAV cap open leesraam anders
-> impact # geproduceerde AAV-vectoren om doelwit te transduceren
variant
self-complementairy adeno-associated virale vectoren
-> volledig zelfcomp -> haarspeld
-> V: geen nood synthese 1e streng -> snellere expressie
-> N: insertgrootte max 2,5 kb + seterkere immuunrespons