gateway cloning Flashcards
1
Q
overbodig
A
restrictie & ligatie
-> homolge recombinatie tss faag lambda & E.coli bij lysogene cyclus
-> behouden ORF (lage foutenmarge)
2
Q
procedure
A
1) entry clone (DNA)
2) insert verplaatst nr ander vector met LR clonase
-> homologe rec herkenningssites obv gateway att sites (BP clonase)
3
Q
rec insertie
A
lysogene fase
4
Q
rec excisie
A
lytische fase
5
Q
tekening
A
p26/28? online
6
Q
toepassingen destination vector
A
- species of cel specifieke promoters expressie GOI in verschillende systemen
- epitoop tags voor handige opzuivering/detectie EW
7
Q
toep gateway kloning
A
- onderzoek functionaliteit eiwit gen
- proteïne lokaliseren door coderen GFP
- extra tag aan gen -> proteine in cel -> opzuivering door prot
- celvrije transcriptie-translatie -> genexpressie in vitro vec
- proteïne interacties
- RNAi expressie via gencodering siRNA aan gen
- combinatie verschillende genen samen tot fusie DNA of EW
- klonering library
8
Q
voordelen
A
- directionele klonering (cont orientatie)
- leesraam behouden
- geen RE, geen ligatie
- snel, hoge kloneerefficientie
- geen hersequenering door lage foutenmarge
- geautomatiseerd
- omkeerbare reactie
- vele destinatie vectoren
9
Q
nadelen
A
- tijdrovend initiele set-up
- lock-in syndroom
- duurder