adenovirale vectoren Flashcards
eig adenovirussen
- grootste icosahedrale virussen zonder env
- lineair dsDNA genoom & nucleocapside
- cel binnen via endosomen
- DNA niet geïntegreerd in gastheergenoom
-> vrij in nucleus -> RNA
-> DNA vermenigvuldigd niet met cel -> dochtercellen Z inf
-> herhaaldelijke toediening gentherapie - virionen unieke spikes of vezels opp verbonden nucleocapside
-> vasthechten doelwitcel via complementair receptor - vooral delend, ook niet delende cellen
adenovirale infectie
- via äerosolen of feces
- infectie boventse luchtwegen of gastro-enteritis
- virus in cel -> endosoom aangezuurd -> capside dissocieert, virus vrij in cytoplasma
-> transport naar kern via cellulaire microtubuli & nucleaire poriecomplex virus valt uiteen
-> virale DNA binnen via nucleaire porien -> opgeladen met histonen + vatbaar normale transcriptiemechanisme cel
adenovirale cyclus
beide fase transcript aangemaakt door splicing opgedeeld in monocistronische mRNA compatibel met gastheerribosomen voor translatie
1) vroege fase
- early genen (niet structurele regulatoire EW)
- expressie gastheergenen veranderen -> DNA synthese bevorderen
- activatie andere virale genen (virale DNA polymerase)
- vroegtijdig dood geïnfecteerde cel vermijden
2) replicatie DNA (viraal genoom)
3) late fase
- aanmaak voldoende structurele EW om nieuwe virale DNA genomen verpakken
- voldoende virionen -> vrijgesteld viraal-geïnduceerde celtype
adenovirale vectoren (inhoud)
ITR - psi - (promoter) insert - L1 - L2 - L3 - L4 - E2 - E4 - ITR
adenovirale vectoren noodzakelijk
E4
helper plasmiden
nadeel adenovirale vectoren
- immuunrespons tegen vezels:
1 type verpakking slecht 1x gebruikt bij zelfde patient
-> omzeilen virale vectoren verpakken in andere species-vectoren = species-cross