Onregelmatige deelwoorden Flashcards
Bezitten → Bezeten
Poseer → Poseído
Openen → Geopend
Abrir → Abierto
Bedekken → Bedekt
Cubrir → Cubierto
Zeggen → Gezegd
Decir → Dicho
Schrijven → Geschreven
Escribir → Escrito
Bakken → Gebakken
Freír → Frito
Doen/Maken → Gedaan/Gemaakt
Hacer → Hecho
Sterven → Gestorven
Morir → Muerto
Plaatsen/Zetten → Geplaatst/Gezet
Poner → Puesto
Oplossen → Opgelost
Resolver → Resuelto
Breken → Gebroken
Romper → Roto
Zien → Gezien
Ver → Visto
Terugkeren → Teruggekeerd
Volver → Vuelto
Teruggeven → Teruggegeven
Devolver → Devuelto
Ontdekken → Ontdekt
Descubrir → Descubierto
Afdrukken → Afgedrukt
Imprimir → Impreso
Voorzien → Voorzien
Proveer → Provisto / proveído
Componeren → Gecomponeerd
Componer → Compuesto
Tentoonstellen → Tentoongesteld
Exponer → Expuesto