MAC - Deel II - Blok 3 Flashcards
Ordeningsdenken accent
Werknemer
Uitgangspunten ordeningsdenken
Niet iedere werknemer hetzelfde
Niet alleen geld motiveert, maar ook andere dingen
Iedere werknemer is een apart individu
Mcgregor
Theorie X of Y verschilt per moment
Theorie x-> extrinsieke motivatie
theorie y-> intrinsieke motitvatie
Maslows ordeningsdenker
Behoeften piramide; steeds in hiërarchie naar boven proberen te komen
Nog steeds veel geïmplementeerd in organisaties
taakdenkers accent op
inhoudelijke kant van taken
Controlled motivation
Verleiden, dwingen en bepaalde druk of spanning uitoefenen
Controlled motivation nadelen
- Shortcuts (snelle manier bereiken beloning)
- Prestatiedruk
Autonomous motivation (intrinsiek)
Gedrag binnenuit
- Doelcongruente resultaten (proces belangrijker dan resultaat)
Soort beloning indelen
- Financieel / niet financieel
- Formeel / informeel
- Lange of korte termijn
Zelf- determinantie theorie doel
Intrinsieke motivatie verhogen
Zelf determinantie theorie factoren (basisbehoeften 3)
- Behoefte Autonomie
- Allemaal competent en iets goeds doen
- Behoefte verbondenheid anderen; relaties in positieve omgeving
Zelf determinantie theorie implementeren
Omstandigheden creëren waarin deze factoren kunnen prevalerem
Controlled motivation internaliseren
Omgeving creeeren waarin je het zelf ook belangrijk gaat vinden.
Vb; je moet 5 papers per jaar publiceren, op den duur ga je dit zo belangrijk vinden dat je er zelf ook 10 wil publiceren
Voordeel intrinsieke motivatie
- Dichter bij persoonlijkheid
- Minder shortcuts
- Behoefte om verbinding te zoeken organisatie –> doelcongruent
Dan Pink drive doel
Geld motiveert alleen bij geautomatiseerd werk, bij complexere taken moet je kijken naar andere beloningen voor motivatie
Geld is slechte motivator voor kenniswerk
Dan pink factoren 3
- Autonomie; zelfsturende teams lossen problemen op
- Meesterschap; activiteiten om beter van te worden
- ZInvol doel; redenen voor werk hebben
KPI ontwerpprincipes
- Heldere en concrete doelen
- Positieve gevolgen aan doelen koppelen
- Verbinden prestatiemeting
- Fairness en redelijkheid in systeem
KPI eisen
- Tijdigheid
- Gevoeligheid
- Congruentie
- Precisie
Precisie
Je wil dat de inspanning resulteert in een gemeten prestatie = geleverde prestatie
- Hangt dit uit elkaar is er ruis.
Externe factoren
Gevoeligheid
Je wilt na de inspanning gelijk hebben dat de prestatie en gemeten prestatie bij elkaar liggen
- En niet dat de inspanning is, gemeten prestatie ——> geleverde prestatie
VB; Als een schoonmakersafdeling wordt beoordeelt op het aantal patienten dat ze behandelen, is de maatstaf ongevoelig
Onderlinge afhankelijkheid
Onderdeel precisie
Afhankelijkheden eerlijk verdeelt
VB; afdelingen die aan elkaar leveren, schoonmaak en chirurgie
- Zorg bij de een voor inefficientie
- Zorg bij de andere voor slechte motivatie
Tijdigheid
De maatstaf moet op tijd beschikbaar zijn op de prestaties te beoordelen
Doelcongruentie
gewenste resultaat en gemeten en geleverde prestatie liggen uit elkaar
Vb; thuiszorg wil zo veel mogelijk patienten behandelen, personeel juist klanttevredenheid
Andere soorten beloningen
Status
Verantwoordelijkheid
Afdelingen aansturen
Klassiek incentive scheme 3 punten
- Drempelwaarde; daarboven moet gepresteerd worden
- Bovengrens; risico inperken dat je als organisatie te veel geld kwijt bent
- Extrinsieke motivatie is vereist
Sterke incentive inteniteit
Hoe meer inspanning hoe meer beloning
Grote kans op onwenselijk gedrag; streven naar goede prestatiescore
Wat is er nodig voor een hoge incentive intensiteit?
Hele hoogwaardige prestatieindicatoren
Zwakke incentive intensiteit
relatie tussen beloning en prestatie niet zo sterk
minder kans op onwenselijk gedrag
KPI nadeeel
- Niet te sterk steunen op je instrumenten; perfecte measures bestaan niet
Doel prestatiemeting in de zorg
Zorg optimaliseren, uitkomst per patient vergroten
KPI
- Omzet
- Winst
- Patienttevredenheid
- Personeelstevredenheid
- Productiviteit
BSC (balanced score board) perspectieven
- Financieel; omzet, winst
- Marktperspectief; klanttevredenheid
- Internperspectief; productiviteit, personeelstevredenheid
- Leerperspectief; fouten en daarop cursussen aanbieden
BSC zijn verbonden op welke manier
Causaal verband
VB; meer financiele middelen leidt meestal tot een beter marktinzicht
Oerdenkers nadruk op…
Organisatie
Taakdenkers/ moderne denkers nadruk op…
Inhoudelijke kant van taak
Ordeningsdenkers nadruk op …
individu
Herzberg
Hygienefacoteren
Motivatiefactoren
Noodzakelijke factoren die er moeten zijn en motivatiefactoren motiveren daadwerkelijk
Hygienefactoren
Dragen niet bij aan motivatie, moeten wel aanwezig zijn
- Salaris
- Status
- Arbeidsomstandigheden
- Leiderschap
Motivatiefactoren
- Belang nastreven doel
- Erkenning
- Intrinsieke motivatie
- Aanleg en omgeving
Goalsetting theory
Samenhang tussen doelen en motivatie weergeven
- Duidelijke doelen; motivatie neemt toe, ondanks onhaalbaar
- Onduidelijke doelen; motivatie neemt af
Verband prestatie en beloning
Drempelwaarde beloning
De prestatienorm (doelstelling)
Limietwaarde
incentive intensiteit
Resources bepalen…
Productiecapaciteit
Doel managers TOC
constraints analyseren
Voorbeeld constraint
Ziekenhuis heeft een te hoge kostprijs voor MRI, zorgverzekeraars contracteren daarom alleen andere ziekenhuizen voor een MRI scan en zorgt ervoor dat er minder patienten komen
-> Kostprijs MRI omlaag brengen
TOC uitgangspunten
Maximaliseren van output
- strategisch denken
- systeemdenken; keten zo sterk als zwakste schakel
- Probeert knelpunt te doorbreken
- oorzaak gevolg
Vijf stappen TOC
- Identify
- Exploit; benut de bottleneck optimaal
- Subordinate; Maak de andere stappen ondergeschikt aan bottleneck
- Elevate; verruim capaciteit bottleneck (opheffen)
- zoek nieuwe bottleneck
Throughput
Geld toegevoegde waarde per product
T= waarde - directe materiaalkosten
Inventory
Waarde in je organisatie, je inventaris (middelen waarmee je geld wil generen)
- Machines
- Faciliteiten
Operating Expense
geld benodigd om throughput te maken
- Afschrijvingen
- vaste kosten
Net profit
= T- OE
Return on investment
= (T-OE) / I
Cash flow
T- OE / delta I
Bottleneck vormen
- Markt; vraag minder dan organisatie kan produceren
- Materiaal; tekort om producten te realiseren
- Capaciteit; mens materieel ruimte
Meesterschap
Activiteiten om beter van te worden ondernemen