AVV - Blok 4 Flashcards
Experimenteel onderzoek
Er wordt een bepaalde interventie getest en vergeleken tussen twee groepen
Experimenteel onderzoek; twee aspecten
- Opzettelijke manipulatie bij toedienen interventie
- Sprake van twee groepen
RCT toewijzing
Toewijzing controlegroep en experimentele groep op basis van toeval
Kans bij RCT
Kans op bepaalde eigenschap is gelijk over de groepen verdeeld –> doel effect interventie aantonen
Causaliteit RCT
Kan aangetoond worden
Eisen randomisatie
- Eerlijk; kans op bepaalde eigenschap is gelijk verdeeld over de groepen
- Geen fraude; onderzoeker heeft geen voorkennis over methode randomisatie
- Voldoende deelnemers; Kans op effect in kleine populatie nog groot
Methoden voor randomisatie
- Simpele randomsatie: kans via kop of munt
- Gestratificeerde randomisatie; subgroepen en daarbinnen randomiseren
- Gewogen randomisatie; naast hoofdvraag nog subvragen. Grotere experimentele groep nodig
- Blok randomisatie; vooraf vastgelegd in schema
- Balancing/ minimalizaion method; Te veel in experimenteel, meer kans op controlegroep
Wat geef je aan controlegroep
- Placebo
- Nieuwe vs bestaande behandeling
- Niet of actief volgen
Actief volgen
Volgt ze en geeft ze een behandeling wanneer dit noodzakelijk wordt
Twee moeilijkheden meten uitkomst RCT
- Meerdere variabelen als uitkomstmaat
- Effect dat je echt ziet door interventie
Meerdere variabelen als uitkomstmaat
Hoofdvraag effectiviteit
maar ook: patienttevredenheid, complicaties en bijwerkingen
Effect dat je echt ziet door interventie en andere effecten
- Natural history; standaard verbetering
- Hawthorne effect; verbetering als ze meedoen aan onderzoek
- Placebo; verbetering door medicijn
Door randomisatie kans op effecten
Door randomisatie kans op effecten gelijk verdeeld over de groepen en daarmee aantonen effect van interventie
Verschillen in uitkomsten bij RCT kunnen komen door?
- Hoe toepassing interventie
- Hoe controleconditie wordt ingevuld
Qausi experimenteel onderzoek
Toewijzing groepen niet op basis van randomisatie
- vanuit uitnodiging toewijzen aan groep
- voormeting na toewijzing
Reden voor quasi experiment
Randomisatie is soms niet ethisch;
Bepaalde interventie werd bij experimenteel heel goed, zou je de controlegroep dit onthouden
Non-equivalent group design
Verdelen mensen in groepen obv;
- Eigenschappen
- Kiezen zelf in welke groep
Beide voormeting
Uitkomstmeting vergeleken met voormeting
Switching replications design
Mensen nemen deel aan groep en switchen weer
Belangrijk! genoeg tijd tussen eerste en tweede deel experiment
Wanneer switching replications design
- Kleine groep
- Willen allemaal interventie hebben
Observationeel onderzoek
Uitkomsten en determinanten bekijken, zonder interventie toe te passen
Wat er is gebeurd of er gaat gebeuren
Case controle onderzoek
Begint bij uitkomst
Moeten zo veel mogelijk op elkaar lijken (cases en controle)
Kijkt terug in de tijd (retrospectief) waaraan ze blootgesteld zijn
Geen causaal verband
Cases
Die een bepaalde uitkomst hebben
Controles
Degenen die geen bepaalde uitkomst hebben
Wanneer case controle
- Als ziekte weinig voorkomt
- Langdurige blootstelling ziekte
Cross-sectioneel onderzoek
Uitkomsten en determinanten in kaart brengen
Alles meten op een moment, momentopname metingen
Wanneer cross-sectioneel onderzoek?
- Schatting uitkomst en determinanten in kaart brengen
- Testen hypothese determinant uitkomstrelatie
Longitudinaal onderzoek
Determinant uitkomst op verschillende momenten in de tijd meten
Soorten longitudinaal onderzoek
- Cohort (panel) onderzoek
- Trendonderzoek
cohort onderzoek
Volgt vaste groep mensen gedurende de jaren.
- Determinant bepalen in cohort
- Volgen en kijken wie uitkomstmaat ontwikkeld
Twee manieren samenstellen cohort
- Retrospectief; Je gaat terug in het verleden en selecteert een groep waarbij je determinant meet
- In heden; prospectief
Stel cohort samen en meet determinant en kijk of ze uitkomstmaat ontwikkelen
Trendonderzoek
Meet op vaste momenten een dynamische populatie
Wat meet je met trendonderzoek
- Uitkomstmaat
- Combinatie determinant uitkomstmaat
Wanneer longitudinaal onderzoek?
Doel; inzicht in bepaalde uitkomsten
Subdoel: Blootstelling bepaalde determinant resulteert in uitkomstmaat vaker dan die niet blootgesteld zijn aan determinant
Vele vaste meetmomenten (longitudinaal onderzoek)
goede blik op determinant-uitkomstrelatie over de tijd heen
Betrouwbaarheid
Reproduceerbaarheid van je resultaten of onderzoeksuitkomsten
Onderzoek opnieuw uitvoeren vind je dezelfde uitkomsten (geen
Meetinstrument betrouwbaar als hetzelfde is bij :
- Andere onderzoeker
- Ander tijdstip
- Andere omstandigheden
Vormen van betrouwbaarheid
- Interne consistentie
- Intrabeoordelaars betrouwbaarheid
- Interbeoordelaars betrouwbaarheid
Interne consistentie
Meestal vragenlijst
- Meerdere stellingen die onderliggende concept meten
+ Overlappen deels en met concept
Mate waarin antwoorden overeenkomen –> correlatieefficient
Cronbach’s alfa
mate van samenhang tussen de antwoorden op de stellingen
Interbeoordelaars
Meerdere onderzoekers meten met hetzelfde instrument en bepalen correlatie tussen deze metingen
Intrabeoordelaars
Als onderzoeker zelf meten op meerdere momenten met hetzelfde meetintrument en bepaal je de correlatie tussen die metingen
Validiteit
Meet het instrument hetgene wat het hoort te meten –> geen systematische fouten
Vier vormen validiteit
- Criterium validiteit
- Begripsvaliditeit
- Inhoudsvaliditeit
- Face fidelity
Face fidelity
Mate waarin instrument op eerste gezicht een goede afspiegeling is van het onderliggende theoretische concept
- Gebaseerd op oordelen
- Zwakste vorm
Vragen aan respondenten; in hoeverre vind je dit een goede afspiegeling?
Inhoudsvaliditeit
Mate waarin het meetinstrument het onderliggende concept inhoudelijk goed afdekt
- Oordeel experts
- Hoe goed zijn de experts?
Relatief zwak; hoeveel en welke experts?
Begripsvaliditeit
Mate waarin het meetinstrument het theoretische concept representeert
Twee soorten
- Convergent
- Divergent
Veel vertrouwen theorie en literatuur
Gaat om meetinstrumenten en correlatie
Convergente begripsvaliditeit
instrumenten die hetzelfde concept meten hoog correleren
Divergente begripsvaliditeit
uitkomsten twee instrumenten die iets anders meten, moeten laag correleren
Criteriumvaliditeit
Mate waarin de uitkomsten van een meetinstrument overeenkomen met een gouden standaard (zeker weet dat het de uitkomst goed meet)
Vertoont een meetinstrument hoge samenhang met een criterium (referentie, gouden standaard, norm of waarheid)
Goede samenhang = hoge validiteit
Concurrente criteriumvaliditeit
meetinstrument en referentie op zelfde moment gemeten en uitkomsten vergelijken
Predictieve validiteit
- met nieuwe meetinstrument de uitkomst van de gouden standaard op een later moment wil je voorspellen
Meetinstrument (t) en de referentie(t+x) op een ander moment; mate waarin meetinstrument de referentiewaarde (in de toekomst) kan voorspellen
Selecte steekproef
Onbekende kans om in de steekproef te komen
Kans om mee te doen niet gelijk; doordat je selectief selecteert
Wanneer selecte steekproeven? 3
- Kwalitatief onderzoek; generaliseerbaarheid van resultaten is minder belangrijk
- Theoretische overwegingen
- Wanneer er geen steekproefkader beschikbaar is; geen lijst waar iedereen van je populatie op staat
Vormen van selecte steekproef 4
- Gelegenheidssteekproef
- Quota steekproef
- Beoordelingssteekproef
- Sneeuwbalsteekproef
Gelegenheidssteekproef (select)
Selecteer je mensen die voor handen zijn, onderzoeker bepaalt niet vooraf wie er wel of niet meedoet
VB; studenten op campus EUR
Voordeel Gelegenheidssteekproef & quota steekproef (select)
- Snel
- Praktisch
- Goedkoop
- Simpel
Nadeel Gelegenheidssteekproef & quota steekproef (select)
- gevoelig voor vertekening; generalisatie niet mogelijk
Quota steekproef
Voegt quota voor bepaalde persoonskenmerken toe; mannen vs vrouwen (gelijk) studenten van elke faculteit.
Beoordelingssteekproef
Selecteer je een specifieke groep mensen, ook wel ervaringsdeskundigen
Zinvolle informatie uit een specifieke groep
VB; ICT implementatie, vraag je select aan medewerkers wat er goed en niet goed is
Nadeel Beoordelingssteekproef
- Gevoelig voor vertekening; niet generaliseerbaar
VB: Doordat je het aan de medewerkers vraagt
Sneeuwbalsteekproef
Vanuit een persoon meerdere personen identificeren, door te vragen aan patient of ze nog meerdere patiënten kennen
- Tot saturatiepunt is bereikt
Aselecte steekproef
Toevalssteekproef; van te voren berekende kans om in steekproef te komen
- Goede afspiegeling totale populatie
- goede representatie (nauwkeurig en zuiver)
- Telkens aselect steekproef trekken uit dezelfde populatie = dezelfde uitkomsten
Domein/ populatie
alle mensen waar je onderzoek over gaat en probleemstelling op van toepassing
Operationele populatie
afgebakend
steekproefkader
Lijst met personen uit de operationele populatie
- Iedereen moet hier op staan
(HA patientlijst als voobeeld)
Stappen aselecte steekproef
- Populatie / domein bepalen
- Steekproefkader bepalen
- Steekproefmethode
- Steekproefgrootte
- Trekken steekproef
Vier soorten methoden aselecte steekproef
- enkelvoudige
- Systematische
- gestratificeerde
- clustersteekproef