Hoofdstuk 3 - Planten en dieren Flashcards

Hoofdstuk 3.2 - Planten

1
Q

Welke vier organen heeft een plant?

A
  1. Wortels
  2. Stengel
  3. Bladeren
  4. Bloem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar dienen de wortels van een plant voor?

A
  1. Stevigheid in de grond
  2. Water opzuigen met mineralen om te groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar dient de stengel van een plant voor?

A
  1. Dunne buisjes voor vervoer van water en stoffen
  2. Vast en overeind houden van bladeren en bloemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar dienen de bladeren van een plant voor?

A
  1. In de bladeren maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen
  2. Glucose wordt gemaakt door fotosynthese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zorgt de bloem van een plant voor?

A
  1. De bloem zorgt voor voortplanting
  2. Uit de bloemen ontstaan vruchten waaruit nieuwe planten groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke weefsels zitten er in het blad van een plant?

A

Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie. In het blad zitten de volgende weefsels:

  1. Opperhuid
  2. Cellen
  3. Nerven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke stoffen neemt de plant op?

A
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Mineralen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt koolstofdioxide door de plant opgenomen?

A

Via de huidmondjes aan de onderkant van de bladeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar gebruikt een plant koolstofdioxide voor?

A

De plant gebruikt koolstofdioxide bij de fotosynthese in de bladgroenkorrels in de cellen van het bladmoes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe neemt een plant water op?

A

Met de wortelharen neemt de plant water op uit de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar heeft een plant water voor nodig?

A
  1. Transport van stoffen door de plant
  2. Om de vacuolen van plantencellen te vullen met water zodat de plant stevig blijft.
  3. Voor de fotosynthese in de bladgroenkorrels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom heeft een plant mineralen nodig?

A

Planten nemen mineralen (stikstof, ijzer en fosfor) op met water via de wortelharen.

De plant gebruikt de mineralen om er eiwitten van te maken, die zijn van belang voor de bouw van nieuwe cellen -> voor groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe vervoeren planten stoffen?

A

Via de vaten en de vaatbundels.

Vaten zijn smalle buisjes die beginnen in de wortels en doorlopen tot in de bladnerven van bladeren.
Vaten liggen in groepen bij elkaar, de vaatbundels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke twee soorten vaten bestaat een vaatbundel?

A
  1. Houtvaten
  2. Bastvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn houtvaten?

A
  1. hierdoor stroomt water met mineralen uit de wortels omhoog richting de bladeren
  2. houtvaten zijn wijd
  3. houtvaten liggen aan de binnenkant van de vaatbundel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn bastvaten?

A
  1. hierdoor stroomt water met glucose en andere voedingsstoffen vanuit de bladeren naar de andere delen van de plant
  2. bastvaten zijn smaller
  3. bastvaten liggen aan de buitenkant van de vaatbundel
17
Q

Hoe loopt het vervoer van water door een plant?

A
  1. Met de wortelharen nemen de wortels water op. Dat water gaat door de wortelcellen heen, de houtvaten in.
  2. De bladeren zuigen het water naar boven. Dat noem je de zuigkracht van de bladeren.
18
Q

Waar wordt zuigkracht door veroorzaakt?

A

De zuigkracht wordt veroorzaakt door verdamping van water uit de huidmondjes. De bladcellen verliezen hierdoor water en vullen het waterverlies aan vanuit de houtvaten. Hierdoor ontstaat er een waterstroom naar boven.

19
Q

Hoe voorkomen planten dat ze bij zonnig weer teveel water verliezen?

A

Door het sluiten van de huidmondjes