Hoofdstuk 2 - Bewegen Flashcards
Hoofdstuk 2.1 - Het skelet
Hoe noem je de beenderen en botten in je lichaam?
Skelet
Hoeveel beenderen en botten heb je in het lichaam?
206
Hoe noem je de botten in je hoofd?
Schedel
Waarop is je schedel bevestigd?
Je wervelkolom
Waaruit bestaat je borstkas?
- Ribben
- Deel van de wervelkolom
- Borstbeen
Waarbij behoren je heupbeenderen?
Je bekken
Hoe noem je armen en benen?
Ledematen
Welke 4 functies heeft een skelet?
- Stevigheid geven aan je lichaam
- Vorm geven aan je lichaam
- Kwetsbare organen beschermen
- Beweging mogelijk maken
Hoe kun je de ellepijp en het spaakbeen uit elkaar houden?
Aan de kant van de Pink zit de ellePijP
Aan de kant van de duim zit het spaakbeen
Welke twee soorten beenderen of botten heb je?
- Pijpbeenderen
(rond, bijv. opperarmbeen en dijbeen) - Platte beenderen
(plat, bijv. heupbeenderen, schedel, ribben)
Wat is de bouw van een pijpbeen?
- Knobbels aan de uiteinden van het bot met een laagje kraakbeenweefsel
- Beenvlies rondom het bot met bloedvaten en zenuwen
- Beenweefsel onder het beenvlies, het bot.
- In het midden een holte met geel beenmerg, hierin zit vet opgeslagen.
Waaruit bestaat beenweefsel (botweefsel)?
Bestaat uit beencellen die in ringen groeien.
Wat maken beencellen?
een stof die tussen de cellen zit: tussencelstof.
Tussencelstof van beencellen bevatten veel kalk en weinig lijmstof.
Kalk zorgt voor harde botten
Lijmstof voor buigzaamheid van botten
Waaruit bestaat kraakbeenweefsel?
Groepjes kraakbeencellen met daartussen een gelei-achtige tussencelstof
Waaruit bestaat tussencelstof van kraakbeencellen?
Veel lijmstof en weinig kalk.
Kraakbeen is buigzaam, bijv. puntje van je neus, oorschelp.