Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken Flashcards

Hoofdstuk 1.5 - Voedselkringloop

1
Q

Hoe maken planten glucose?

A

Van koolstofdioxide en water

Planten maken hun eigen voedsel. Planten maken van koolstofdioxide en water de voedingsstof glucose. Dat doen ze in de bladgroenkorrels van bladcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is fotosynthese?

A

Planten hebben voor het maken van glucose energie uit zonlicht nodig. Het maken van glucose heet fotosynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je fotosynthese in een regel samenvatten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat maken planten met glucose?

A

Vetten
Zetmeel
Eiwitten

Hiervoor hebben ze mineralen nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hebben dieren, bacteriën en schimmels bladgroenkorrels?

A

Nee

Ze kunnen dus zelf geen energierijke stoffen maken. Daarom eten ze planten of andere dieren op en krijgen zo de energierijke stoffen binnen die ze nodig hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de voedselkringloop?

A

De voedselkringloop is een cirkel waarin voedingstoffen rondgaan tussen de vier rijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke onderdelen bestaat de voedselkringloop?

A
  1. Makers
  2. Gebruikers
  3. Afvaleters
  4. Afbrekers of reducenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie zijn de makers in de voedselkringloop?

A

Groene planten maken de energierijke stoffen waarmee de voedselkringloop begint. Planten zijn de makers of producenten van voedingsstoffen voor de andere organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zijn de consumenten of gebruikers in de voedselkringloop?

A

Dieren en mensen eten planten of dieren. Ze gebruiken de voedingsstoffen die planten hebben gemaakt. Dieren en mensen zijn gebruikers of consumenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie zijn de afvaleters in de voedselkringloop?

A

Kleine dieren die op of in de grond leven zijn ook consumenten, maar dan van afval. Voorbeelden van afvaleters zijn vliegen, kevers, wormen en pissebedden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie zijn de afbrekers of reducenten in de voedselkringloop?

A

Bacteriën en schimmels breken de rest van de energierijke stoffen af. Wat overblijft zijn mineralen, water en koolstofdioxide. Schimmels en bacteriën zijn afbrekers of reducenten.
De mineralen zijn weer voeding voor de producenten. Daarmee is de kringloop rond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly