HC 15.6 cardiomyopathie en myocarditis Flashcards

1
Q

Wat is cardiomyopathie?

A

ziekte van de hartspier waarbij de hartspier zelf structureel en functioneel abnormaal is in afwezigheid van een oorzakelijke ziekte die de afwijkingen verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 3 kenmerken van cardiomyopathiën?

A

de meeste cardiomyopathien zijn monogenetische ziekte

ze worden autosomaal dominant overgeërfd

pathologische DNA varianten in genen die coderen voor eiwitten die verantwoordelijk zijn boor

  • kracht generatie en transmissie
  • metabolisme
  • calcium homeostase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke eiwitten kunnen mutaties zitten met als gevolg cardiomyopathien?

A
Lamine A en C
actine 
myosine
desmine
dystrobrevine
dystrophine
desmosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het genotype- fenotype relatie?

A

Meeste families hebben een eigen pathogene DNA variant

pathogene DNA varianten kunnen in 1 gen verschillende cardiomyopathien veroorzaken

er is een grote intra en inter familiair klinische heterogeniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voordelen bij genetisch testen bij cardiomyopathien?

A
  • definitieve prognose
  • identificatie van familieleden at risk
  • specifieke therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn nadelen van genetisch testen bij cardiomyopathieën?

A

-afwezigheid pathogene DNA variant sluit de genetische oorzaak niet uit (we checken alsnog de familieleden)

genotype- fenotype relaties zijn teleurstellend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke verschillende cardiomyopathien zijn er?

A

HCM= hypertrofie cardiomyopathie
DCM= gedilateerde cardiomyopathie
ARVC= aritmogene rechter kamer cardiomyopathie
restrictieve cardiomyopathie= geen probleem met het knijpen maar det de diastole want deze is restrictief
NNCM= linker ventrikel non compaction cardyomyopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van HCM?

A

Het is de meest voorkomende erfelijke hartziekte

er is een verdikking van de hartspier (>15 mm) wat niet te verklaren is op basis van andere aandoeningen

prevalentie 1/500

belangrijke oorzaak plots overlijden <35 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat heeft HCM wat andere cardiomyopathiën niet hebben?

A

er kan een obstructie optreden. we zien dit bij 30% patiënten in rust en bij 70% bij provocatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe komt de obstructie bij HCM?

A
  • verdikt septum
  • voorwaartse beweging mitralisklep
  • smallere LVOT (vernauwing LV uitrstroombaan)
  • dynamische obstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de symptomen bij een HCM?

A

asymptomatisch en ontdekt bij
souffle (hart geruis), abnormaal ECG, familie onderzoek

dyspnoe d'éffort
pijn op de borst
palpitaties
syncope
soms plotse dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar kijken we naar bij het risico op plotse hartdood

A
  • leeftijd (jonger meer risico)
  • maximale wanddikte
  • LA grootte
  • obstructie
  • familie verhaal
  • aanwezigheid van ventriculaire ritmestoornissen op een holter
  • onverklaard flauwvallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

noem 2 kenmerken van DCM?

A

DCM geeft dilatatie (normaal <6 cm) en verminderde systolische LV functie

prevalentie is 1/2500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn oorzaken/ de etiologie van DCM?

A
Genetisch 
viraal (na myocarditis)
toxisch
vitamine deficiëntie 
peripartum (tijdens zwangerschap en bevalling)
idiopatisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe stellen we HCM en DCM vast?

A

HCM met echo

DCM met MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het klinische beeld van DCM?

A

lang zonder symptomen

presenteren zich met hartfalen door uitlokkingsmomenten (bijv koorts)

presenteren zich met ritmestoornissen (AF, VT)

presenteren zich met geleidingsstoornis (pathogene DNA variant lamine)

17
Q

noem 5 kenmerken van de ARVC

A

normaal hartspierweefsel wordt vervangen door vet en fibreus weefsel

prevalentie 1/5000

belangrijke oorzaak voor het plots overlijden van jonge personen

presenteren zich met ritmestoornissen en later met hartfalen

fenotype is progressief bij sportbeoefening (ze mogen niet sporten)

18
Q

Hoe gaat de diagnose van de ARVC?

A

het is gebaseerd op de tast force criteria:

  • structurele afwijking RV
  • ECG afwijking
  • Ventriculaire ritmestoornis
  • Familie anamnese
  • DNA onderzoek
19
Q

Wat is de primaire vorm van restrictieve cardiomyopathie? en wat de secundaire?

A

primair (erfelijke vorm): veroorzaakt door fibrose van myocard en endomyocardiale verlittekening

secundair: door hypertrofie of infiltrate van myocardial door bijv amyloid of ijzer of glycogeen

20
Q

Wat is er aan de hand met de systolische functie en vulling van de ventrikels bij restrictieve CM?

A

Systolische functie normaal
vulling van de ventrikels is gestoord

LA en RA zijn groter dan de ventrikels door de drukbelasting in de boezems

21
Q

Wat is het klinisch beeld van restrictieve cardiomyopathie?

A

hartfalen
vochtretentie
low output beeld (te weinig voorwaarts slagvolume doordat de hartspier te weinig vult)

22
Q

hoe stel je de diagnose bij een restrictieve CM?

A

Echo (doppler) cardiogram
cardiale MRI
endomyocard biopsie

23
Q

Wat is er aan de hand bij non compaction cardiomyopathie?

A

septum LV is niet glad

24
Q

Noem kenmerken van NCCM

A

het is de derde meest frequentie CM bij kinderen

het is op volwassen leeftijd verantwoordelijk voor 3% van de hartfalen bij patiënten

25
Q

waar hebben patiënten last van als de NCCM hebben?

A

hartfalen symptomen in 34-91%

ritmestoornissen inclusief plotse dood

systemische embolieen in 0-38%

26
Q

Bij welke mutaties in lamine ac, desmine, dytrophine, desmosomen, myosine, dystribevine zie je vooral een HCM, DCM, RCM, NCCM, ARVC?

A
bij mutatie in lamine A en C: DCM, NCCM
bij mutatie in desmine: DCM, NCCM, RCM
bij mutatie is dystrophine: DCM, NCCM
desmosomen: ARVC, DCM, NCCM
dystribrevine; DCM, NCCM
myosine: HCM, DCM, NCCM, RCM
27
Q

Noem 4 kenmerken van een pericarditis

A

incidentie is 28/100000 personen per jaar

5% patiënten komen met pijn op de borst bij de SEH

heeft infectieuze en niet infectieuze oorzaken

komt vaak voor in combi met andere virale afwijkingen zoals keelpijn of koorts

28
Q

Wanneer heeft iemand een pericarditis ?

A
> 2 criteria
- pijn op de borst 
- pericardwrijven
- ECG afwijkingen met elevaties in alle afleidingen
Pericarddeffusie (vocht in perscard)
29
Q

Wat is kenmerkend bij pijn op de borst bij pericarditis?

A

scherp

beter bij rechtzitten en voorover leunen

30
Q

wat is een myocarditis?

A

inflammatoire hartspierziekte veroorzaakt door verschillende infectieuze en niet infectieuze triggers

31
Q

Hoe presenteert een myocarditis zich?

A

wisselende presentatie van asymptomatisch tot fulminant hartfalen en plotse dood

32
Q

Wat zijn klachten van een myocarditis?

A
pijn op de borst
hartfalen 
ritmestoornissen
koorts
virale klachten 
klachten bij een pericarditis
33
Q

Wat zijn oorzaken van een myocaditis?

A
banale virus waar je normaal snotneus en keelpijn van krijgt
ziekte van pfeiffer
COVID
borrellia (bijv ziekte van lyme)
toxines (chemo, cocaine)
immunologische ziektebeelden
34
Q

Hoe kan je de diagnose myocarditis stellen?

A

koorts, ontstekingsparameters

cardiale enzymen zijn verhoogd

ECG: repolarisatie afwijkingen, geleidingsstoornis en ritmestoornis

echo

virale antistoffen verhoogd

cardiale MRI

Endomyocardiale biopsie

35
Q

Wat zie je bij de MRI van myocarditis?

A

oedeem en littekenweefsel (delayed enhancement)

36
Q

Hoe behandelen we de myocarditis?

A

door de ritmestoornis te behandelen

hartfalen behandeling: inclusief mechanische ondersteuning en harttransplantatie

bij reuscelmyocarditis prednison

37
Q

Wat is het klinische beloop van myocarditis?

A

50% herstelt binnen 2-4 weken
25% verminderde hartfunctie
12-25% fulminant verloop

38
Q

welke beeldvormende technieken zijn belangrijk bij een CM om verworven oorzaken uit te sluiten?

A

echo, MRI