14.2 hematurie Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen microscopische en macroscopische hematurie in het vinden van de oorzaak?

A

Bij macroscopische hematurie vindt je in de meeste gevallen de oorzaak, het is meestal urologisch (urinewegen) en meestal door een tumor

Bij microscopische hematurie vind je de oorzaak in de meeste gevallen niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer heeft iemand macroscopische hematurie? bij hoeveel ery’s pgv?

A

Iemand heeft macroscopische hematurie bij ongeveer 40 erys pgv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel mensen van de populatie hebben microscopische hematurie?

A

10-50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van hematurie?

A
  • Tumor (nier, ureter, blaas, prostaat, urethra)
  • Aangeboren afwijking
  • Trauma
  • Ontsteking
  • Stenen
  • Systeemoorzaken (stollingsstoornis, lichamelijke inspanning)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil in oorzaak tussen microscopische en macroscopische hematurie?

A

macroscopisch: meestal urologisch
microscopisch: meestal nefrologische oorzaak met de symptomen als hoge BD, proteïnurie, nierfunctiestoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

LO bij het vinden van hematurie levert weinig op maar welke dingen kun je doen bij LO?

A

inspectie genitalia
palpatie abdomen
rectaal toucher

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het AO bij hematurie?

A
echografie
BOZ (buikoverzichtsfoto)
CT scan
MRI scan
Urine cystologie
urethrocystoscopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een urethroscopie?

A

er komt operatief via de plasbuis een instrument naar vinnen. De stenen kunnen gelazerd worden of oppakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn nierstenen altijd op een BOZ te zien?

A

Nee. Bijv urinezuurstenen zie je niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zijn nierstenen altijd op een echo te zien?

A

Ja, wel als ze in de nier zitten. nier als ze in de urineleider zitten. Ook is er makkelijk een steen te missen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zijn nierstenen altijd op een CT te zien?

A

Ja, mits de CT is ingesteld op kleine coupes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij urethrocystoscopie heb je twee soorten scopes. welke heb je en wat is het verschil tussen deze 2?

A

de flexibele scope. deze kan zonder verdoving worden gebruikt en is vergelijkbaar met een katheter

de starre scope wordt gebruikt om een tumor te verwijderen of dicht te branden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvan hangt de uitgebreidheid van de analyse af bij hematurie?

A

van de risicofactoren (leeftijd, roken), zwangerschap (geen rontgen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de meest uitgebreide (urologische) analyse bij hematurie? wanneer doe je dit?

A

urethrocystoscopie, CT scan, urine cytologie

dit doe je meestal bij macroscopische hematurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zeggen erytrocytencilinders?

A

Cilinders worden in de lis van Henle gemaakt. dit betekend dat er al bloed zit/ erytrocyten zitten in de lis van Henle; glomerulaire hematurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer doe je een biopt bij hematurie/ nefrologische analyse?

A

Bij een glomerulaire hematurie (als urologische analyse niets oplevert)

17
Q

Wat is de DD van glomerulaire hematurie?

A

igA nefropathie
Syndroom van Alport
Thim Membrane Nephropathy

18
Q

Wat is igA nefropathie?

A

igA is een antistof. Bij patiënten met igA nefropathie is er iets mis met de igA; ze gaan niet alleen de bacteriën/ antigenen aanvallen maar ze slaan ook neer op het mesangium (mesangiale depositie) in de glomerulus van de nier

19
Q

Wat zijn kenmerken van igA nefropathie?

A

het presenteert zich mer hematurie en proteinurie

het kan secundair voorkomen, oa aan leverziekten

komt in Aziatische landen vaker voor

leidt niet altijd tot nierfunctiestoornissen

20
Q

Wanneer is behandeling van igA nefropathie nodig?

A

bij forse proteïnurie of snelle achteruitgang van de nierfunctie

21
Q

wat voor soort type collageen is erg belangrijk in het glomerulaire basaalmembraan?

A

Collageen type 4a ,et subtypes 3,4, en 5

4a3 en 4a4 autosomaal overerfbaar
4a5 x gebonden recessief overerfbaar

22
Q

Wat is het syndroom van alport?

A

een erfelijke ziekte waarbij de collageenvezels in het basaalmembraan niet goed zijn aangelegd. bij het syndroom van apport is het BM dik en hobbelig

23
Q

Hoe kan het syndroom van alport worden overgeërfd?

A

autosomaal 4a3 en 4a4

x geboden recessief 4a5 (vaker)

24
Q

Hoe presenteert een patiënt met het syndroom van alport zich?

A

doofheid, hematurie, proteinurie

25
Q

Wat is Thin membranen disease

A

Een collageenstoornis waar het BM ook is aangedaan (deze is nu dunner). Het is autosomaal overervend (4a3, 4a4).

ze hebben een goede prognose qua nierfunctie en ze presenteren zich ook met hematurie

26
Q

zitten Glycoproteinen op niveau endotheel of epitheel?

A

endotheel