H5.4 hypertensie als cardiovasculaire risicofactor4 Flashcards

1
Q

wat zijn de risico’s van hypertensie op korte termijn?

A

hypertensieve crisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de risico’s van hypertensie op langer termijn? micro-, macrovasculair en in combinatie

A
  • micro:
    –> nefropathie
    –> (retinopathie)
  • macro:
    –> hersen- en hartinfarct,
    –> aneurysmatisch vaatlijden
    –> perifeer vaatlijden (ischemisch)
  • combinatie:
    –> hartfalen
    –> erectiele dysfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de risico’s van diabetes mellitus op korte termijn?

A
  • hypoglykemie –> lage bloedglucose
  • hyperglykemie
    –> type 1: ketoacidose
    –> type 2: hyperosmolair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat houdt ketoacidose en hyperosmolair in?

A
  • ketoacidose: productie van te weinig insuline
  • hyperosmolair: wel aanmaak insuline maar resistentie insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de risico’s van diabetes mellitus op lange termijn? micro-, macrovasculair en in combinatie?

A
  • micro:
    –> retinopathie
    –> nefropathie
    –> neuropathie
  • macro:
    –> coronairlijden
    –> herseninfarct
    –> perifeer vaatlijden
  • combinatie:
    –> diabetische voet
    –> erectiele dysfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houdt retinopathie in?

A

vaten wordt aangelegd in het oog die over de kegeltjes en staafjes groeien waardoor de zicht wordt verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke waardes in het bloed moeten verhooogd zijn of verlaagd zijn in het bloed om een verhoogd risico op HVZ te hebben?

A
  • LDL-cholesterol verhoogd (slechte cholesterol)
  • HDL-cholesterol verlaagd (goede cholesterol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaan schuimcellen?

A

–> hypertensie zorgt voor monocyten meer geneigd zijn om te plakken aan endotheel
–> hypertensie zorgt dat tight junctions meer toegankelijk worden
–> LDL en monocyten komen terecht in de subendotheliale ruimte
–> monocyten worden macrofagen en ruimt LDL op waardoor ze zichzelf doodsteken en schiumcellen worden
–> andere macrofagen worden aangestoken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly