H5.3 diagnostiek van perifeer vaatlijden Flashcards

1
Q

welke risico’s op andere aandoeningen brengt PAV (perifeer arteriëel vaatlijden met zich mee?

A
  • hoger risico op coronair lijden
  • hoger risico op CVA
  • hogere cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit
  • hogere overall mortaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom hoeven mensen met claudatio intermittens zich niet veel zorgen te maken over hun been en meer over het overlijden?

A

in 5% procent van de claudatio intermittens gevallen is er sprake van een ischemisch been binnen 5 jaar itt 20% overlijdenskans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de prognose bij kritieke ischemie binnen 1 en 5 jaar?

A
  • binnen 1 jaar 25% mortaliteit, 25% amputatie en 50% levend met 2 benen
  • binnen 5 jaar 50% mortaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer ben je at risk voor PAV?

A
  • beenklachten bij inspanning of ischemische rustpijn
  • afwijkende perifere pulsaties bij LO
  • bekend met atherosclerotisch lijden van;
    –> halsslagader
    –> nierslagader
    –> kransslagader
  • <50 diabeet en andere risicofacto
  • 50 tot 60 diabeet en roken of heeft gerookt
  • als je ouder bent dan 70 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de typische klachtenpatroon bij PAV?

A
  • pijn in spieren van bil, dijbeen en kuit
  • na inspanning pijn
  • pijn wordt minder in rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat voor lichamelijk onderzoek kan er worden gedaan bij PAV?

A
  • pulsaties palperen
  • souffles beluisteren (hartruis) –> zeggen niet zoveel
  • afwezigheid van haar of atrofie van de huid
  • depending rubor –> bij rechtop staan vuurrode tenen
  • blanching –> bij benen in de lucht boven het hartwitte voeten
  • necrose/niet genezende wonden (Door te weinig bloedtoevoer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke arteriën kunnen worden gepalpeerd? wanneer kan er sprake zijn van een claudatio inettermittens?

A
  • a. femoralis communis
  • a. poplitea
  • a. tibialis posterior
  • a. dorsalis pedis

er kan sprake zijn van claudatio intermittens als de pulsaties niet voelbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in welke drie takken splitst de a. poplitea?

A
  • a. dorsalis anterior –> lateraal bij kuit
  • a. tibialis peronealis –> niet palpeerbaar want helemaal midden in tibia
  • a. tibialis posterior –> wel palpeerbaar bij enkel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

door welk karakter van een spinale kanaal stenose kan je deze aandoening onderscheiden van de andere pijn in been aandoeningen?

A

patiënt moet zitten bij pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe verminderd de pijn bij een veneuze stuwing?

A

door elevatie van het been

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke vormen van diagnostiek zijn er mogelijk bij pijn in het been?

A
  • doppler/enkel-arm index/looptest
  • echo-duplex
  • CT
  • MRI
  • angiografie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is echo-duplex? waarom kan er geen compressieduplex gedaan worden bij pijn in de been en echo-duplex wel?

A
  • echo-duplex is doppler met echo
  • compressie-duplex houdt in dat het vat dichtgedrukt wordt om zo te voelen of er een trobus inzit (want dan kan het niet dichtgeknepen worden)
    –> echter kan dit niet bij PAV omdat arteriën niet dichtgedrukt kunnen worden itt venen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is angiografie?

A

contrast dat wordt ingespoten in de arteriën om zo te kijken hoe het bloed stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe meet je enkel-arm index? wat is de berekening?

A

systolische druk van enkel en van arm (hoogste druk van de armen wordt gekozen)

systolische druk van de enkel/arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij welke waarde is er iets mis met de bloedstroming bij EAI?

A

als de index lager is dan 0,9 dan is er iets mis

als hoger dan 1,3 kan de oorzaak een hoge leeftijd, diabetes of nierfalen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kan je een stenose zien op CT of MRI?

A

nee, wel een CT angiografie en MR angiografie

17
Q

wat zijn de 4 classificaties van PAV? wat houden ze in?

A

fontaine 1: geen klachten (wel PAV)
fontaine 2: claudicatio intermittens
fontaine 3: rust en/of nachtpijn –> bij liggen (niet krampen in kuit snachts)
fontaine 4: gangreen –> geen genezende wonden

18
Q

digitale substractie

A

beeld voor toediening contrast - beeld na toediening contrast –> hierdoor blijven alleen de bloedvaten met contrastvloeistof over (kleine vaten worden goed zichtbaar)

19
Q

wat zijn de voor -en nadelen van een duplex?

A
  • voordelen:
    –> niet invasief
    –> goed resultaat aorta iliacaal traject
  • nadelen:
    –> resultaat is afhankelijk van onderzoeker
    –> darmgas belemmert onderzoek
    –> tijdsintensief
20
Q

wat zijn de voor -en nadelen van een angiogram?

A
  • voordelen:
    –> geschikt voor alle trajecten maar met name cruciale
    –> therapeutische mogelijkheden
  • nadelen:
    –> invasief
    –> contrastmiddel is nefrotoxisch
    –> radiatie