H5.1 vaatfunctie van de arteriën Flashcards

1
Q

wat zijn de drie oorzaken van arteriële obstructie?

A
  1. atherosclerose
  2. hypertensie
  3. vasculitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe bereken je de druk tijdens inspanning na een stenose waarbij in rust;
pa=100 mmHg, Pa’= 94 mmHg, flow is 1,0 L/min
tijdens inspanning;
flow 5,0 L/min en Pa=110mmHg?

A

–> eerst uitrekenen hoe groot drukverval is
100-94= 6 mmHg
–> dan verhouding van flowverschil berekenen 5,0/1,0 = 5
–> dan drukverval berekenen door verhouding flowdrukverval dus 56=30 mmHg drukverval
–> druk na stenose is dus 110-30=80 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn oorzaken van atherosclerose?

A
  • diabetes
  • hypertensie
  • roken, voeding, inactiviteit
  • genetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke factoren leiden bij artheriële obstructie tot mismatch O2?

A
  • activiteit
  • trombose en vaatspasme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe leidt vaatspasme tot mismatch O2?

A

het lumen wordt verkleint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn schuimcellen

A

macrofagen aan de rand van het vet in de plaque die vrijkomt bij een ruptuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de 3 gevolgen van ischemie?

A
  • anaerobe metabolisme
  • functieverlies
  • celschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 6 determinanten van celschade?

A
  • duur O2 tekort
  • gevoeligheid voor O2 tekort
  • alternatieve bloedtoevoer (collaterale flow)
  • volledige vs pertiële vaatobstructie
  • actute vs geleidelijke obstructie
  • acute vs geleidelijke reperfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom kan nooit 100% van het hart afsterven na dichtknijping van een coronair?

A

er blijft een klein randje van het endocard heel door vascularisatie van de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat voot invloed heeft een lage temperatuur op celschade tijdens een MI?

A

door een lage temperatuur zal de enzymactiviteit lager zijn, waardoor het op het begin van de ischemie helpt tegen celschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het verschil tussen acute vs geleidelijke obstructie voor een MI? Hoe wordt geleidelijke obstructie ook wel genoemd?

A
  • door geleidelijke obstructie kunnen er nieuwe bloedvaatjes (angiogenese) gevormd worden om het ischemische gebied van bloed te voorzien. Dit zal niet goed mogelijk zijn bij acute ischemie
  • ischemische preconditionering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is geleidelijke reperfusie? hoe helpt dit na een MI?

A

dit wordt ook wel ischemische postconditionering genoemd, waarbij het hart na de MI te wennen aan ischemie wat ook minder celschade zou kunnen opleveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom is een bloedprop in de halsslagader minder ernstig dan in een coronair?

A

de halsslagader van de andere zijde zal de bloedvoorziening overnemen (alternatieve bloedtoevoer)

dit is helaas niet het geval bij een coronair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly