H12.1 Flashcards
Functies bot
- Mechanisch: stevigheid, aanhechting spieren en beweging
- Metabool: calcium en fosfaat homeostase en glucose homeostase/spermatogenese
- Synthetisch: vorming bloedcellen, vorming cellen afweersysteem
Botmatrix bestaat uit
- Mineraal: hydroxyapatiet
- Extracellulaire eiwit matrix: collageen 1 en niet-collagene eiwitten
- Bloedvaten
- Cellen
Twee manieren van botvorming
- Intramembraneus vanuit periost (schedel)
- Echondrale verbening uit kraakbeen (pijpbeenderen)
Botten in romp en hoofd
Trabeculaire botten
Pijpbeenderen
Corticaal bot
Bot opbouw
- Epifyse
- Metafyse
- Diafyse
Trabeculair bot
- Sponsachtig
- Fijne botbalkjes
- Botplaten (trabekels)
- Efficiënte verdeling belasting krachten
- In epifyse en metafyse
- 20% van botmassa
Essentiële functies trabeculair bot
- Mineraal metabolisme
- Behouden sterkte en geven elasticiteit
- Hoge mate van ombouw
Periosteum
- Buitenzijde
- Dubbellaag gevormd uit BW en collageen
- Zenuwvezels, bloedvaten en lymfevaten
Endosteum
- Binnenzijde bestaande uit MSC’s cellen
- Enkellaags
- MSC’s en collageen vezels
- Rol in groei en ontwikkeling bot
Corticale bot
- Dichte buitenkant
- Periosteum (buiten) en endosteum (binnen)
- In diafyse
- Bepaalt vorm bot
- 80% van botmassa
Essentiële functies corticale bot
- Biochemische sterkte
- Aanhechtingsplaats voor pezen en spieren
- Bescherming organen en beenmerg
Ombouwactiviteit is 2-3% per jaar
Osteoclast
- Hematopoëtische stamcel
- Botafbraak
- Macrofaag of monocyt is voorloper
- Door fusie ontstaan
- Grote cellen met veel kernen
- Hechten aan botmatrix, lossen calcium op en breken eiwitmatrix af
- Uitscheiding Cl en H ionen in afgesloten resorptie compartiment, is zoutzuur wat bot oplost
- Ook uitscheiding cathepsin K wat eiwitmatrix afbreekt
Osteoblast
- Oorsprong mesenchymale stamcel
- Botvorming
- Vorming vindt plaats door verschillen groeifactoren en hormonen
- Kubisch als actief en botmatrix aanmaken
Naar wat kunnen osteoblasten differentiëren?
- Lining cellen
- Osteocyten
- Apoptose
Lining cellen
- Rust
- Liggen langs hele botoppervlak en zorgen voor mineralisatie
Osteocyt
- Oorsprong is osteoblast
- Mechanosensing is functie
- Uitlopers verbinden osteocyten onderling, met osteoblasten en met osteoclasten
Welke hormonen produceren osteocyten?
- FGF23
- PHEX (fosfaat homeostase)
- Sclerostin (remmer botvorming)
BMU’s
- Bot onderhoud door remodelling en reparatie
- Tijdelijke bot eenheden van osteoblasten en osteoclasten die samenwerken
- Gebeurt bij microfracturen
Osteopetrose
Osteoporose
Meer bot opbouw dan afbraak
Meer bot afbraak dan opbouq
RANK, RANKL, OPG
Koppeling tussen botafbraak en botaanmaak
Koppeling tussen osteoclasten en osteoblasten m.b.v. receptor
Proces
- RANK is receptor op pre-osteoclast
- Als deze gestimuleerd wordt, worden osteoclasten geactiveerd en gaan bot afbreken
- RANK gestimuleerd door RANKL
- RANKL gemaakt door osteoblasten
- OPG geproduceerd door osteoblasten
Eigenschap OPG
- Kan RANKL wegvangen
- RANKL kan niet aan RANK binden
- Osteoclasten kunnen bot niet meer afbreken
Verhouding RANKL en OPG bepaald activiteit van osteoclasten en wordt geregel door de stoffen
- Glucocorticoïden
- PTH
- Vitamine D
- IL-11
- IL-6
- IL-1
- PTH-rP
- TNF-alfa
Sclerostine
Remt osteoblasten
Door wie wordt sclerostine afgifte geremd?
Mechanische belasting
Bij veel belasting zullen osteoblasten minder geremd worden en zullen de BMD en dikte bot toenemen
Van Buchem syndroom
- Verlaagde sclerostine expressie
- Harde, verdikte en zware schedel
Botvorming
Botafbraak
Mesenchymale stamcel -> osteoblast -> osteocyt
Hematopoëtische stamcel -> osteoclast
Botafbraak remmende medicatie
- Bisfosfonaten
- Anti - RANKL
- Oestradiol
- Strontiumranelaat
Botopbouw stimulerende medicatie
- Intermittent PTH
- Strontiumranelaat
Gevolg toename corticale diameter
Zeer sterke toename mechanische sterkte
Veroudering
- Bot geometrie van corticale bot verandert
- Beenmergholte wordt groter
- Binnenzijde verliezen mannen en vrouwen evenveel bot
- Buitenzijde is botvorming bij vrouwen minder
- Massa neemt met leeftijd af
Waar zorgen osteoblasten voor
- Productie botmatrix
- Mineralisatie
- Controle botafbraak
- Plek voor hematopoëtische stamcellen (niche voor homing = rusten)
- Plek tumorcellen
Botstofwisseling effect op homing
Hoe meer botombouw, hoe meer homing
Hoe meer botombouw, hoe meer tumorcellen in beenmerg
Diafyse x primair ossificatiecentrum
- Bloedvaten die osteoclasten aanvoeren
- Resorberen
- Holte ontstaat waaruit trabeculair en corticaal bot ontstaat
Epifyse x secundaire ossificatiecentrum
- Stopt totdat buitenzijde totaal verhard is
- Groeischijven sluiten
- Als groeischijven verbeend zijn zal lengtegroei stoppen
Ouder worden effect
- Meer vervetting
- Minder osteoblast vorming uit mesenchymale stamcellen
- Meer adipocyten dan osteoblasten
- Diameter groter, maar minder dik
Bot is endocriene klier
- Produceert stoffen die ergens anders in lichaam effect hebben
- Produceert oestradiol, cortisol, vitamine D, activine en follistine
- Lokaal effect op botombouw
- Elders effect
Ostecyten sowieso endocrien
Produceren FGF23 wat fosfaatuitscheiding in nier stimuleert