H10.3: Diagnostiek en behandeling hypercortisolisme Flashcards

1
Q

Ziekte Cushing

A
  • Zeldzaam
  • Overgewicht
  • DM2
  • Hoge BD
  • Spieratrofie
  • Scheuren van pezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Twee vormen Cushing syndroom

A
  • ACTH afhankelijk
  • ACTH onafhankelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ACTH afhankelijk

A
  • Hypofyse adenoom is meest voorkomende oorzaak
  • Ectopische ACTH productie is zeldzamer (long)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ACTH onafhankelijk

A
  • Goedaardig bijnier adenoom
  • Bilaterale hyperplasie
  • Bijnier carcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Morbiditeit

A
  • Veranderingen in lichaamssamenstelling
  • Endocriene veranderingen
  • Belangrijke neuropsychiatrische veranderingen
  • Metabool syndroom
  • Hypercoagulabiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Veranderingen in lichaamssamenstelling

A
  • Romp-adipositas
  • Gelaat zwelt op -> vollemaansgezicht
  • Vetophoping rug
  • Atrofie spieren en huid
  • Huid kwetsbaar en gevoelig voor beschadigingen

Botweefsel is dynamisch, cortisol verstoort balans tussen osteoclasten en osteoblasten waardoor osteoporose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Endocriene veranderingen

A
  • Hoge cortisolniveaus remmen afgifte TSH
  • Secundaire hypothyreoïdie
  • Hypogonadisme
  • Menstruele stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belangrijke neuropsychiatrische veranderingen

A
  • Depressie
  • Psychose
  • Geheugenstoornis
  • Slapeloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Metabool syndroom

A
  • Syndroom Curhsing
  • Clustering risicofactoren voor HVZ
  • Verhoogd cholesterol
  • Hoge BD
  • Obesitas
  • Diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Screenen voor Cushing bij

A
  • Meerdere en progressieve symptomen
  • Ongebruikelijke relatie met leeftijd
  • Bijnierincidentaloom
  • Kinderen met groeiretardatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken syndroom Cushing

A
  • Centrale adipositas
  • Buffalo hump
  • Glucose-intolerantie
  • Spierzwakte
  • Hypertensie
  • Psychopathologie
  • Hematomen
  • Hirsutisme
  • Oligo- of amenorroe
  • Abdominale striae
  • Oedeem
  • Osteoporose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vaststellen hypercortisolisme

A
  • Cortisol excretie in 24 uurs urine
  • 1 mg dexamethason suppressietest
  • Middernachtsspeeksel cortisol concentratie
  • Meting cortisol in haar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cortisol excretie in 24 uur urine

A
  • 2-3 verzamelingen
  • Beperkte sensitiviteit
  • Niet als enige test gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1 mg dexamethason suppressietest

A
  • Cutt-off waarde < 50 nmol/L
  • Heel gevoelig
  • Negatieve feedback bij Cushing is verstoord
  • Als je dexamethason geeft aan gezond persoon zal hypofyse tijdelijk geremd worden in productie ACTH, bijnierhormonen dalen en cortisol ook
  • Adenoom trekt veel minder aan van het middel dus volgende ochtend cortisol weer hoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Middernachtsspeeksel cortisol concentratie

A
  • Niet beïnvloed door CBG waarde
  • Hoge sensitiviteit en specificiteit
  • Speekselcortisol rond 23:00 uur meten is is het he laagst
  • Geen bloed erbij, want bloed hogere cortisolwaarde dan speeksel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Meting cortisol in haar

A

Inzicht in het cortisol over een langere periode en een cortisolmeting in haar kan handig zijn

Goede diagnostiek voor cyclisch syndroom van Cushing

17
Q

Carbamazepine x suppressie test

A
  • Carbamazepine stimuleert CYP enzymen in lever
  • Dexamethason sneller afgebroken
  • Remt niet op hypofyse niveau ACTH productie
18
Q

Fluoxetine en itraconazol x suppressietest

A
  • Inhiberen CYP3A4
  • Remt dexamethason klaring
19
Q

Oestrogenen en mitotane x suppressietest

A

Inductie CBG

20
Q

Pseudo-Cushing syndroom

A

Onderscheid tussen ziekte van Cushing of andere oorzaak hypercortisolisme

21
Q

Classificatie hypercortisolisme

A
  • Chronische stress
  • Chronische ziekte
  • Psychiatrische ziekten: manische depressie, anorexia, obsessief compulsieve stoornis
  • Alcohol abusus
  • Alcohol en drugs onttrekking
  • DM
  • Centrale adipositas
  • NI
  • Zwangerschap
  • Ondervoeding
  • Glucocorticoïd resistentie
  • Syndroom Cushing
22
Q

Klinische kenmerken Pseudo-Cushing

A
  • BMI > 30
  • Vollemaansgezicht
  • Hypertensie
  • Verhoogde urinecortisol secretie
  • Verstoorde dexamethason-CRH
23
Q

Verschil CD en PCS

A
  • Middernacht speeksel en plasma cortisol concentratie bij PCS lager dan bij CD
  • Dexamethason CRH test hoger bij CD dan PCS
24
Q

Onderscheid hypofysaire of ectopische oorzaak

A
  • Beeldvorming: adenoom neemt contrastvloeistof trager op dan hypofyse, omdat hypofyse beter doorbloedt is
  • Bilaterale sinus petrosus inferior sampling, als hypofysaire laesie en dan ter plekke ACTH afgifte meten
25
Q

Ectopische oorzaak

A
  • Neuro-endocriene longtumor
  • Vaak klein
  • Langzaam groeiend
  • Met CT-scan ontdekken
  • Met nucleaire scan (somatostatine receptor scintigrafie)
26
Q

Complicaties ectopisch ACTH syndroom

A
  • Infecties
  • Trombo-embolische complicaties
  • Ernstige hypertensie en hypokaliëmie
  • Psychiatrische complicaties
27
Q

Oorzaken autonome cortisolproductie

A
  • Bijnieradenoom
  • Bilaterale bijnierhyperplasie
  • Bijniercarcinoom
28
Q

Voorkeursbehandeling ziekte Cushing

A
  • Transsfenoïdale adenomectomie
  • 60-90% kans op succes
  • 25% recidiefkans
  • Tweede operatie minder succesvol dus dan radiotherapie of medicatie
29
Q

Behandeling ectopische ACTH producerende tumor

A
  • Tumorresectie/debulking
  • Bi-adrenalectomie
30
Q

Behandeling bijnierschors adenoom

A

Laparoscopische adrenalectomie

31
Q

Behandeling bijnierschorscarcinoom

A

Adrenalectomie

32
Q

Behandeling hyperplasie bijnieren

A
  • Beide bijnieren verwijderen (bi-adrenalectomie)
  • Behandelen met hormonen die de bijnierschors maken