H11.7: Schildkliernodus kanker of geen kanker Flashcards

1
Q

Niet-functioneel

A
  • Adenoom
  • Cyste
  • Overige (inflammatoir) en/of maligne (carcinoom, lymfoom, metastase)

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functioneel

A

Autonome (hete) nodus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderverdeling noduli

A
  • Multinodulair/solitair
  • Toxisch/non-toxisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Toxische noduli en onderdrukt TSH

A

Nooit kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Work-up in diagnostiek nodus

A

Prikken TSH

Als TSH onderdrukt is, is nodus toxisch of functioneel waarna er een scan van nodus wordt gemaakt

Als TSH normaal is, dan klinische evaluatie, echo en FNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

FNA

A

Punctie waarmee een biopt kan worden gemaakt voor histologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer chirurgie

A
  • Als FNA niet tot diagnostische uitslag leidt
  • Maligne nodus
  • Verdachte nodus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Teken van Pemberton

A

Armen omhoog, claviculae omhoog, ruimte in nek kleiner, struma drukt veneuze afvloed dicht, rood hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pathogenese non-toxisch multinodulair struma

A
  • Jodium deficiëntie (endemisch struma)
  • Genetische aanleg
  • Diëtair (goitrogene factoren)
  • GF zoals IGF1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Radioactief jodium

A
  • Recombinant hTSH
  • Humaan TSH wat de opname van jodium in schildklier bevordert
  • Necrose en celverval waarmee ook oedeemvorming
  • Compressieklachten verergeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorspellende waarden voor maligne nodi

A
  • Fixatie
  • Gezwollen lymfeklieren
  • Heesheid
  • 60+ of 20-
  • Nodus >4cm
  • Vast-hard
  • Man
  • Snelle groei
  • Solitaire nodus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat verhoogt risico dat nodus maligne is?

A

Nodus gefixeerd aan omgeving past bij doorgroei/ingroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

DD bij solitaire nodus

A
  • Adenoom
  • Carcinoom 5%
  • Cyste
  • Dominante nodus in multinodulair struma
  • Inflammatoir
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aandachtspunten TSH en echografie schildklier

A
  • Solide verdachter dan cysteus
  • Enkel verdachter dan multipel
  • Calcificaties kanker
  • Echo doppler: vaatsignalen kanker
  • Elastografie: hardheid bepalen
  • Contrast echografie
  • Verdachte lymfeklieren passeren bij lokale uitzaaiingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uitzondering bij folliculaire schildkliercarcinoom

A

Diagnose alleen te stellen o.b.v. ingroei in kapsel van nodus, waarvoor alleen histologisch geen diagnose gesteld kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor wie geeft FNA een duidelijk uitslag?

A
  • Medullair carcinoom
  • Papillair carcinoom
  • Lymfoom
  • Anaplastisch carcinoom
17
Q

Werking radioactief jodium

A
  • Gaat alleen maar naar schildkliercellen of schildklierkankercellen
  • Elegante manier om cellen te verwijderen op plekken waar niet geopereerd is
  • Stimulans voor schildklierkankercellen door toedienen recombinant TSH of door na operatie geen SKH te geven waardoor ze hypo worden en meer TSH gaan produceren
  • Schildklierkankercellen worden hongerig voor jodium
18
Q

Gedifferentieerde schildkliercarcinomen

A
  • Papillair
  • Folliculair
19
Q

Papillair schildkliercarcinoom

A
  • Multicentriciteit
  • Lymfogene metastasering
20
Q

Folliculair schildkliercarcinoom

A
  • Minimaal invasieve en meer agressief invasieve varianten
  • Slecht en goed gedifferentieerde varianten
21
Q

Waar Hurthle cel variant?

A
  • In jodiumdeficiënte gebieden
  • Hematogene metastaseringen naar long en skelet
22
Q

Waarom is prognose van gedifferentieerd schildkliercarcinoom goed?

A

Gevoelig voor radioactief jodium

23
Q

Prognostische factoren

A
  • Leeftijd diagnose
  • Histologisch type
  • Tumor stadium
  • Metastase
  • Therapie
24
Q

Therapie gedifferentieerde schildkliercarcinoom

A

Totale thyreoïdectomie

25
Q

Follow-up totale thyreoïdectomie

A
  • Thyroxine suppressie therapie
  • Teveel thyrax geven waardoor TSH onderdrukt wordt
  • TSH onderdrukken, omdat TSH een groeifactor is voor schildklierweefsel

Voorkomen kans op recidief

26
Q

Wat moet de waarde postoperatief van Tg zijn?

A

Geen Tg meer, want Tg wordt door schildklier aangemaakt

Als er geen Tg meetbaar is na maximale stimulatie met TSH is kans op recidief heel klein

27
Q

Medullaire schildkliercarcinoom

A
  • Parafolliculaire C-cellen
  • Helft sporadisch
  • Helft door autosomaal dominant overervend tumorsyndroom: MEN 2a en MEN 2b
28
Q

MEN 2a

A
  • Medullaire schildkliercarcinomen
  • Feochromocytomen
  • Hyperparathyreoïdie
  • Multiple gland disease
29
Q

MEN 2b

A
  • Medullaire schildkliercarcinomen
  • Feochromocytomen
  • Mucocutane neurinomen
  • Marfanoïde habitus
30
Q

Therapie medullair schildkliercarcinoom

A
  • Totale thyreoïdectomie
  • Centrale halsklierdissectie

Debulking bij gemetastaseerde vorm waarbij je gedeeltelijk tumor verwijdert

31
Q

Waarom bij medullair schildkliercarcinoom niet nabehandelen met radioactief jodium?

A

C-cellen nemen geen jodium op