antifosfolipidesyndroom Flashcards

1
Q

PF antifosfolipidesyndroom?

A

binding van antistoffen aan beta-2-glycoproteïne en protrombine –> remmen de werking van fosfolipiden afhankelijke antitrombotische mechanismen (APC systeem) + activeren van bloedplaatjes, monocyten en endotheelcellen met als gevolg plaatjesaggregatie en vrijkomen van weefselfactor (TF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kliniek antifosfolipidesyndroom?

A

= terugkerende trombotische events met aantasting verschillende organen

  • VENEUS: DVT, PE, livedo racemosa, ulceraties
  • ARTERIEEL: CVA, TIA, MI, ischemie, gangreen
  • Capillairen: splinterbloedingen
  • Zwangerschapgerelateerd: recurrente miskramen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe stellen we diagnose antifosfolipidesyndroom?

A
  • Voorgeschiedenis bevragen: recurrente trombosen, recurrente miskramen
  • Serologie: antifosfolipiden antilichamen opsporen
  • Bloedtest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer moeten we bij vrouwen bedacht zijn op antifosfolipidensyndroom?

A

recurrente miskramen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke zijn de antifosfolipiden antilichamen?

A
  • Lupus anticoagulans
  • Anticardiolipine antilichamen
  • Anti-beta 2-glycoproteïne antilichamen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor zorgt lupus anticoagulans?

A

Verlengde aPTT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaken verlengde aPTT?

A
  • Te weinig Clotting Factor

- Lupus anticoagulans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe maken we onderscheid tussen verlengde aPTT door te weinig clotting factor en lupus anticoagulans?

A

Mixing study: plasma van patiënt wordt gemengd met normaal plasma

  • Indien de aPTT normaliseert = door tekort aan clotting factor
  • Indien aPTT niet normaliseert = lupus anticoagulans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke afwijkingen verwachten we bij labo antifosfolipidensyndroom?

A
  • Verlengde aPTT
  • Trombocytopenie
  • Hemolyse, leukocytopenie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling antifosfolipidensyndroom?

A

ACUUT: LMWH

SECUNDAIRE PROFYLAXE:

  • Low-dose aspirine
  • Hoog risico: warfarine –> geen zwangerschap mogelijk!
  • Kinderwens: LMWH + cardioaspirine

Soms aangevuld met prednisone, immunosuppressiva of IVIG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Etiologie antifosfolipidesyndroom?

A
  • Primair: idiomatisch, zonder onderliggende auto-immuunziekte
  • Secundair: onderliggende ziekte
    - Systemische lupus erythematosus
    - Reumatoïde artritis
    - Neoplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly