Algemeen Flashcards

1
Q

Welk eiwit brengen hematopoietische stamcellen tot expressie op hun membraan?

A

CD34

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden stamcellen verkregen

A

Patiënt behandelen met G-CSF –> meer aanmaak van stamcellen in beenmerg –> shift naar bloedbaan –> uitvoeren van bloedafname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaraan moeten allogene stamcellen voldoen alvorens ze kunnen gegeven worden aan een patiënt?

A

Weefseltypes van beide personen moeten gelijkaardig zijn –> 8/10 HLA antigenen moeten identiek zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de belangrijkste limiterende factor bij het gebruik van allogene stamceltransplantatie?

A

Graft-vs-Host Disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke zijn de verschillende onderdelen van hematopoiese?

A
  • Leukopoiese
  • Erythropoiese
  • Thrombopoiese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke voorlopercellen worden er gevormd tijdens de leukopoiese?

A
  • Myeloblasten
  • Monoblasten
  • Lymfoblasten
  • Mastocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cellen worden er gevormd uit de myeloblasten?

A
  • Neutrofiele granulocyten
  • Eosinofiele granulocyten
  • Basofiele granulocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke cellen worden er gevormd uit de monolasten?

A

Monocyten –> macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke cellen worden gevormd uit lymfoblasten?

A

Lymfocyten –> T-cellen, B-cellen en NK-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de verschillende stappen van erythropoiese:

A

Pro-erythroblast –> erythroblast –> normoblast –> reticulocyt –> erythrocytes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de verschillende stappen van thrombopoiese?

A

Megakaryoblast –> megakaryocyt –> trombocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk eiwit transporteert vitamine B 12?

A

Transcobalamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een complicatie van flebotomie?

A

Secundaire ijzerdeficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 vormen van coombs testen bestaan er?

A
  • Direct

- Indirecte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het doel van directe coombstest?

A

Opsporen van hemolytische antilichamen of complement gebonden aan het oppervlak van erythrocyten patiënt

  • -> onderscheid maken tussen auto-immune en niet-auto-immune hemolytische anemie!
  • -> diagnose van hemolytische aandoeningen in foetus en neonaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het doel van de indirecte coombstest?

A
  • Detectie van hemolytische anti-RBC IgG antilichamen (tegen vreemde RBC antigenen) aanwezig in het serum van de patiënt
  • -> screening van maternale anti-D IgG antilichamen
  • -> Crossmatching bloed voor transfusie