Actes de Paroles VI (14-17) Flashcards
Herhaal eens wat je daarnet zei.
Répète un peu ce que tu viens de dire.
Een milieuverantwoordelijke samenleving zegt, maar wat verstaat u daar precies onder?
Une société écoresponsable, vous dites, mais qu’entendez-vous exactement par là?
Het is zoiets als…
C’est un peu comme…
Wilt u even herhalen alstublieft?
Voulez-vous répéter, s’il vous plaît?
Het lijkt op…
ça ressemble à…
Het is een leren voorwerp waarin…
C’est un objet en cuir dans lequel…
Het is een soort doos.
C’est une sorte de boîte.
Wie?
Qui ça?
Het is een plaats waar men kan…
C’est un endroit où on peut…
Als ik het goed begrepen heb, is de toets wiskunde afgeschaft?
J’ai bien compris, l’éval de maths est supprimée?
Wat zegt u?
Pardon?
U zei wel degelijk: “Aan de ingang van het museum”?
Vous avez bien dit: “À l’entrée du musée”?
Wat?
Quoi? Hein?
Ik hoef dus niet te doen, nietwaar?
Donc, moi, je ne dois rien faire. C’est bien ça?
Wilt u het woord even spellen, alstublieft?
Voulez-vous épeler ce mot, s’il vous plaît?