Actes de Paroles IV (11) Flashcards
Het is niet erg.
De rien. / Il n’y a pas de quoi.
Kunt u even wachten?
Pouvez-vous patienter une seconde?
Dit is de voice mail van Louis Michaux. Ik ben op het ogenblik niet beschikbaar, maar spreek een bericht in.
Voici la messagerie de Louis Michaux. En ce moment je suis indisponible, mais laissez-moi un message.
Natuurlijk. Ik verbind u onmiddellijk met hem / haar door.
Bien sûr. Je vous le / la passe tout de suite.
Hier Luc Vauban. Zou ik meneer Delacourt kunnen spreken alstublieft?
Ici Luc Vauban. Puis-je / Pourrais-je parler à Monsieur Delacourt, s’il vous plaît?
Het spijt me, maar meneer Delacourt is de hele dag afwezig.
Je regrette, mais monsieur Delacourt est absent toute la journée.
Juliette Laporte van de firma Solair. Wat kan ik voor u doen? / Kan ik u van dienst zijn?
Juliette Laporte de la firme Solair. Que puis-je pour vous?
Met Louis Legrand.
C’est de la part de Louis Legrand.
(De lijn is bezet), kunt u over vijf minuten terugbellen?
(La ligne est occupée), pouvez-vous rappeler dans cinq minutes?
Kan ik een boodschap doorgeven?
Je peux laisser un message pour lui?
Tot ziens en bedankt.
Au revoir et merci.
Zou u me de personeelschef kunnen doorgeven alstublieft?
Pourriez-vous me passer le chef du personnel, s’il vous plaît?
Met Laurence. Is Christophe er?
C’est Laurence à l’appareil. Christophe est là?
Zeker, ik ga hem / haar roepen.
Certainement, je vais l’appeler.
Blijft u aan de lijn.
Ne quittez pas. / Restez en ligne.
Ik denk dat u zich vergist.
Je crois que vous faites erreur.