2C1 week 2 Literatuur Flashcards

1
Q

Welke vormen van radiuskopluxatie zijn er?

A
  • Congenitaal (vaak bilateraal, asymptomatisch)
  • Syndromaal (vaak neuromusculaire ziekten, asymptomatisch)
  • Traumatisch (vaak Monteggia)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de ziekte van Panner?

A

Osteonecrose van het capitulum van de humerus
- Jonge kinderen, asymptomatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke aplasiën komen voor in de onderarm?

A
  • Radial clubhand: radiaire deviatie
  • Ulna
  • Duimaplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vingerafwijkingen komen voor?

A
  • Syndactylie: samen smelten vingers (weke delen of ossale elementen)
  • Polydactylie: extra vingers (preaxiaal, centraal of postaxiaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een triggerduim?

A

Flexiecontractuur in MCP van de duim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een madelung deformiteit?

A

Verkorting van de radius met radiair volaire deviatie van de pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan een corpora libera in de elleboog ontstaan?

A

Synoviale chondromatose of osteochondritis dissecans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van avasculaire necrose van de laterale humeruscondyl?

A
  • Door osteochondrosis dissecans (belastende sport) of door ziekte van Panner
  • Kinderen
  • Spontane genezing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn differentiaal diagnoses voor epicondylitis?

A

Referred pijn van n.ulnaris (medialis) of n.radialis (lateralis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn tekenen van het cubitaletunnelsyndroom?

A
  • Fenomeen van Tinel
  • Drukpijn
  • Spierzwakte bij abductie en vuistmaken
  • Teken van Froment (m.adductor pollicis)
  • Verminderde sensibiliteit (n.ulnaris)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn namen voor tenosynovitis bij de kruising van pezen links en rechts in de hand?

A

Roeiers pols of intersection syndrome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de tenovaginitis van De Quervain?

A

Stenoserende peesschedeontsteking waar pezen van m. abductor pollicis longus en m. extensor pollicis brevis door peesschede lopen ter plaatse van de processus styloideus radialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling van een non union scaphoideum fractuur?

A
  • Geen artrose: correctie deformiteit
  • Artrose of avasculariteit: resectie proximale carpalia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat het ligamentaire systeem van de carpus?

A
  • Intrinsiek: onderlinge verbinding proximale carpalia
  • Extrensiek: verbinding onderarm en carpalia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kenmerken van een lunatomalacie?

A
  • Door te korte ulna
  • Pijn bij strekken middelvinger
  • Avasculaire necrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het carpaletunnelsyndroom?

A

Zenuwcompressie aan de volaire zijde: n. medianus onder flexorenretinaculum beklemd

17
Q

Welke gewricht in de hand wordt het meest getroffen door artrose?

A

CMC1
- Vaak icm carpaletunnelsyndroom

18
Q

Hoe verspreiden handinfecties?

A

Via peesschedes

19
Q

Wat is een ganglion?

A

Met heldere mucine-achtige vloeistof gevulde cyste nabij een gewricht of peesschede
- 60% dorsaal tussen os lunatum en os scaphoideum
- 20% volair tussen flexor carpi radialis en abductor pollicis longus

20
Q

Waar kan de nervus ulnaris bekneld raken?

A

Cubitale tunnel in de elleboog of kanaal van Guyon bij de pols

21
Q

Hoe worden metacarpaal fracturen behandeld?

A

Immobilisatie met het polsgewricht in 20° dorsale flexie, metacarpofalangeale gewrichten in 60–70° flexie en interfalangeale gewrichten in extensie

22
Q

Welke typen CMC 1 fracturen zijn er?

A
  • Bennet: avulsiefractuur met subluxatie, na geforceerde abductie
  • Rolando: minimaal driefragmentenfractuur, na axiaal trauma