2C1 week 2 HC 10 Pijn bij inflammatoire aandoeningen Flashcards
Wat is het gevolg van pijn?
- Vermijdend gedrag en stressrespons
- Morbiditeiten, functionele beperking en hogere kosten
Hoe kan pijn worden ingedeeld?
- Nociceptief (weefselschade)
- Neuropatisch (zenuwstelsel)
- Congnitieve factoren, gedragsmechanismen en omgevingsfactoren
Hoe ontstaat pijn?
Weefselschade -> prostaglandines -> ontstekingsmediatoren -> nocireceptoren -> A-delta en C-vezels -> sensitisatie
Welke primaire sensorische afferente neuronen zijn er?
- A delta: gemyeliniseerd, kleine diameter, directe scherpe en prikkende pijn
- C vezels: ongemyeliniseerd, kleine diametere, langdurige diepe en doffe pijn
Waar zitten de verschillende soorten gevoelszenuwen?
- Gewrichtskapsel: C vezels
- Ligamenten: A delta vezels
- Synovium: efferende en C vezels
- Kraakbeen: geen vezels
- Spier: A delta en C vezels
Wat is sensitizatie?
Door intense, herhaalde of langdurige stimuli:
- Verlaging activatiedrempel afferente nocireceptoren
- Verhoogde vuurfrequentie voor alle stimuli
Wat is het gevolg van sensitizatie?
Onschadelijke stimuli leiden tot pijn
- Door ontstekingmediatoren zoals prostaglandines, leukotrienen en bradykinine
Wat is het stappenplan van pijnmedicatie bij inflammatoire aandoeningen?
- 1a: paracetamol
- 1b: NSAID
- 1c: paracetamol + NSAID
- 2: zwakwerkende opioide
- 3: sterk werkende opioide
- 4: parentale opioide
Hoe behandel je reumatische pijn?
- Artrose: paracetamol
- Artritis: NSAID
- Fibromyalgie: gedragtherapie, neurotransmitter
Wat is fibromyalgie?
Chronische pijn zonder aantoonbare oorzaak
- Vaak bij vrouwen tussen 30 en 50 jaar
Welke vragen stel je bij verdenking op fibromyalgie?
- Aard pijn
- Uitgebreidheid pijn
- Intensiteit pijn
- Functionele beperkingen
- Sociale anamnese
Hoe stel je de diagnose fibromyalgie?
- Tenderpoint bij lichamelijk onderzoek
- Patroonherkenning
- Chronische pijnscore
- Andere oorzaken uitsluiten
Welke factoren beïnvloeden pijn?
Biopsychosociaal model: biologische, psychologisch en sociaal
Wat is de behandeling van fibromyalgie?
- (Cognitieve) fysiotherapie
- Ergotherapeut
- Maatschappelijk werk
- Psycholoog
- Goed slapen
- Medicatie: pijnstillers, antidepressiva, neurologische pijnstillers
Wat zijn aandachtspunten bij fibromyalgie?
Pijn onder controle krijgen, balans tussen rust en beweging, acceptatie en stress verminderen
Hoe werken NSAID’s?
Remmen aanmaak prostaglandine uit arachidonzuur (COX enzym)
Hoe werken corticosteroïden?
Remmen omzetting fosfolipide in arachidonzuur
Wat is het effect van prostaglandines?
Synergetisch: koorts, pijn, roodheid, zwelling
Wat zijn kenmerken van aspirine?
- NSAID, acetylsalicylzuur
- Lage dosis: anticoagulans
- Hoge dosis: analgetisch, antipyretisch, anti inflammatoir
Waarom werkt een lage dosis COX remmers als anticoagulans?
- Voorkomt vorming thromboxaan
- Bloedplaatjes kunnen geen nieuw COX vormen
Welke typen cyclooxygenase zijn er?
- COX 1: constitutief in maag, darm, nieren en bloedplaatjes
- COX 2: induceerbaar inflammatoir en constitutief in hersenen, nieren en ovarium
Wat zijn gevolgen van aspirine gebruik?
- Verdikking mucineuze laag in de maag
- Daling pH gradiënt
- Stijging bicarbonaat uitscheiding
- Stijging mucosale bloeddoorstroming
Wat zijn bijwerkingen van aspirine en hoe voorkom je deze?
- Gastro intestinale intolerantie (30%)
- Ulcera (10%)
- Maagperforatie en bloedingen (1,7%)
- Dood (0,2%)
-> Protonpompremmers, omeprazol
Wat zijn kenmerken van selectieve COX-2 remmers?
Celecoxib en rofecoxib
- Hydrofiele side pocket
- Minder gastrointestinale problemen
- Cardiovasculaire bijwerkingen (myocardinfarcten)
Welke effecten hebben COX-remmers op thromboxaan en PGI?
- COX1: daling thromboxaan en PGI2 -> daling ratio
- COX2: daling PGI2 -> stijging ratio
Waarom zorgt ibuprofen voor een verminderde werking van aspirine?
Bindt reversibel aan bloedplaatjes, waardoor minder bloedplaatjes irreversibel worden geremd