2C1 week 1 HC 4 Biomechanica Flashcards

1
Q

Wat zijn kinematica en dynamica?

A
  • Kinematica: beschrijving van beweging zonder op oorzaak te letten
  • Dynamica: verband tussen kracht en beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn statica en materiaalkunde?

A
  • Statica: systemen in rust
  • Materiaalkunde: relatie tussen kracht en vervorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn functies van botten?

A
  • Bescherming
  • Ondersteuning
  • Beweging
  • Aanhechting spieren en banden
  • Aanmaak bloedcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke typen bot zijn er?

A

Corticaal en spongieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat bot?

A

Collageen, kalkzouten en water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van corticaal bot?

A
  • Compact, stevig
  • Poreusheid 5-30%
  • Cirkelvormige lagen
  • Breekt bij 2% rek
  • Kan grotere spanning verdragen (200/130/70)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van spongieus bot?

A
  • Sponsachtig
  • Botbalkjes netwerk
  • Poreusheid 30-90%
  • Breekt bij 7% rek
  • Vervormbaar
  • Kan geen grote spanning verdragen (10)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is anisotroop?

A

Verschillende mechanische eigenschappen bij belasting in verschillende richtingen
- Bijvoorbeeld hogere stijfheid in trekrichting dan afschuifrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke gebieden bestaat de mechanische belasting?

A
  • Fysiologisch gebied: dagelijks gebruik
  • Vloeigrens: vervorming bot
  • Breekpunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de formules voor spanning en rek?

A
  • S = F/A
  • e = dl/l
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke typen taaiheid van bot zijn er?

A
  • Bros: rechte breuk
  • Ductiel: afgeronde breuk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke mechanismen dragen bij aan de stabiliteit van het gewricht?

A
  • Kapsel, ligament en pees
  • Vorm van botten
  • Spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van propriocepsis?

A

Bewust worden van de positie van lichaamsdelen om abnormale bewegingen te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn functies van ligamenten?

A
  • Verbinding tussen botten
  • Beperken gewrichtsexcursie
  • Geleiding van bewegingen
  • Stabilisatie gewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn functies van pezen?

A
  • Verbinding spier en bot
  • Krachten doorgeven
  • Propriocepsis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit welke typen vezels bestaan collagene bindweefsels?

A
  • Collagene vezels: sterkte en stijfheid, taai (ligament, pezen)
  • Elastische vezels: rekbaarheid onder belasting, bros
  • Reticulaire vezels: steun, volume en vorm
17
Q

Waardoor wordt het gedrag van vezels onder trekbelasting bepaald?

A
  • Oriëntatie vezels
  • Eigenschappen collagene en elastische vezels
  • Verhouding collagene en elastische vezels
18
Q

Hoe verloopt de trekproef bij collagene vezels?

A
  • Beetje verlening
  • Stijfheid bij grotere belasting
  • Niet elastische vervorming voorbij vloeigrens
  • Breuk
19
Q

Hoe verloopt de trekproef bij elastische vezels?

A
  • Grote verlening (2x oorsprongelijke lengte)
  • Plotseling stijf bij grote belasting
  • Abrupte breuk zonder vervorming
20
Q

Hoe zijn de vezels van pezen, ligamenten en de huid georiënteerd?

A
  • Pees: parallel
  • Ligament: parallel en diagonaal
  • Huid: alle richtingen
21
Q

Wat zijn kenmerken van platgewrichten?

A
  • Geschikt voor compressie, ongeschikt voor dwarskrachten/afschuiving
  • Weinig draaibaar, grote buigende momenten
  • Bijv voet, wervelkolom en SI gewricht
22
Q

Wat zijn kenmerken van bolgewrichten?

A
  • Geschikt voor dwarskrachten, zeer draaibaar
  • Minder geschikt voor buigende momenten, grotere momentarm
  • Heupgewricht, schoudergewricht
23
Q

Welke krachten zijn er in ons lichaam?

A

Compressiekracht, trekkracht en afschuifkracht

24
Q

Wat is het moment?

A
  • Maat voor rotatie effect van een kracht
  • Kracht op een afstand van een rotatiepunt
  • M = F x d
25
Q

Wat is het stappenplan van een vrijlichaamsdiagram?

A
  • Definieer coördinatensysteem
  • Snij op plaats waar krachten gemeten worden
  • Teken belasting van buitenaf
  • Zoek tegengestelde gerichte reactiekrachten
  • Bepaal moment en richting van moment
  • Zoek spierkrachten die totaal aan momenten aan nul kan maken
  • Bepaal grootte spierkrachten met evenwichtsvergelijking
26
Q

Wat is het gevolg van een toenemende belastingssnelheid?

A

Bot wordt sterker en stijver en slaat meer energie op

27
Q

Hoe ontstaat botvermoeiing?

A

Een belastingsfrequentie en intensiteit die herstel belet

28
Q

Wat zijn kenmerken van breuken door trekkrachten?

A

Loslating cementlijnen uittrekken osteonen, vooral in spongieus bot

29
Q

Wat zijn kenmerken van breuken door compressiekrachten?

A

In schuine richting scheuren van osteonen, vaak in wervels

30
Q

Wat zijn kenmerken van breuken door schuifspanning?

A

Spiraalfractuur/torsiefractuur met een breukvlak van 45 graden, vaak in spongieus bot

31
Q

Welke krachten kan corticaal bot het beste weerstaan?

A

Druk > trek > schuif

32
Q

Wat zijn kenmerken van een driepuntfractuur?

A

Buigende kracht het grootst in middelste kracht -> trekzijde
- Bijvoorbeeld boot top fractuur bij skieën

33
Q

Hoe verloopt de belastingscurve van collageen vezels?

A
  1. Horizontaal: vezels strekken zich uit
  2. Lineair: fysiologische belasting, microbreuk
  3. Vloeigrens, toenemende breuk
  4. Grotendeelse breuk
  5. Samenhang maar geen belasting meer mogelijk
34
Q

Welke catagoriën ligamentletsels zijn er?

A
  • Eerste: enige pijn, geen instabiliteit
  • Tweede: hevige pijn, enige instabiliteit
  • Derde: hevige pijn, gehele instabiliteit