14 - Niertransplantatie Flashcards

1
Q

Welke vormen van nierdonatie van een overleden donor zijn er?

A
  1. Donatie na hersendood
  2. Donatie na circulatiestilstand
  3. Donatie na euthanasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vormen van nierdonatie van een levende donor zijn er?

A
  1. Directe donatie
  2. Cross-over
  3. Door de bloedgroep heen
  4. Door de kruisproef heen
  5. Anonieme/altruïstische donatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn 4 voordelen van donatie van een levende donor?

A
  1. Betere transplantatieoverleving
  2. Betere kwaliteit organen
  3. Mogelijkheid om transplantatie op meest optimale tijdstip te doen
  4. Mogelijkheid om moeilijk te transplanteren patiënten te helpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke aspecten spelen een rol bij chirurgische beoordeling?

A
  • Anamnese
  • Lichamelijk onderzoek
  • Aanvullend onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn 5 complicaties die zich voor kunnen doen tijdens een niertransplantatie?

A
  1. Complicaties rondom de operatie/ingreep
  2. Klinische verschijnselen van deze chirurgische complicaties
  3. Bijwerkingen van de immunosuppressiva
  4. Nadelen van de immunosuppresiva
  5. Terugkeer van oorspronkelijke nierziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van immunosuppresiva?

A

Ze grijpen allemaal in op 1 van de 3 signalen die nodig is om de T-cel te activeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 3 belangrijke infecties die na een transplantatie plaats kunnen vinden?

A
  • Cytomegalovirus (CMV)
  • Pneumocystis jirovecii pneumonie (PJP)
  • Epstein-Barr (EBV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van CMV?

A
  • Het is familie van herpes
  • Profylaxe vermindert de kans op ziekte met 60% en kans op sterfte met 40%
  • Sterfte is nu ongeveer 2,5%
  • Er is geen vaccin beschikbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van PJP?

A
  • Veroorzaakt een ernstige pneumonie
  • Profylaxe is cruciaal
  • Sterfte zonder behandeling is 90-100%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van EBV?

A
  • Symptomen na transplantatie zijn meestal mild

- Koorts, malaise, keelpijn, lymfadenopathie, hepatosplenomegalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor factoren spelen een rol in kanker na de transplantatie?

A
  • Oorzaak van het nierfalen
  • Tijd na transplantatie
  • Leeftijd van de ontvanger
  • Intensiteit en duur van immuunsuppressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten kankers hebben met elkaar gemeen dat het HPV virus er een grote rol in speelt?

A
  • Kaposi sarcoom
  • Vagina lymfoom
  • Lip
  • Penis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kenmerkend voor PTLD (post transplantation lymfoproliferative disease)?

A
  • Meest gevreesd na een transplantatie

- Mortaliteit tot 60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke soort kanker komt het meest voor na een niertransplantatie?

A

Huidkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de eerstelijns rejectiebehandeling?

A

Hoge dosis corticosteroïden -> 3 dagen methylprednisolon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de tweedelijns rejectiebehandeling?

A

Anti-T cel therapie