14 - Farmacotherapie van hypertensie Flashcards

1
Q

Wat zijn 6 factoren waarop leefstijl behandeling gebaseerd is?

A
  1. Roken
  2. Overgewicht
  3. Alcohol
  4. Bewegen
  5. Zout
  6. Voeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 9 klassen van antihypertensiva?

A
  1. Calciumantagonisten
  2. ACE-remmers
  3. Angiotensine II-receptor blokkers
  4. Directe renine-remmers
  5. Diuretica
  6. Bètareceptorblokkerende sympathicolytica
  7. Alpha1-receptorblokkerende sympathicolytica
  8. Directe vaatverwijders
  9. Centraal-aangrijpende middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welk aspect grijpen calciumantagonisten vooral in?

A

Op de vaatverwijding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 2 meest gebruikte calciumantagonisten en waarom?

A

Nifedipine en amlodipine, ze hebben geen effect op het hart zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de meest voorkomende bijwerking van calciumantagonisten en hoe komt deze klacht tot stand?

A

Enkeloedeem, dit komt door de veneuze vasodilatatie die het geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom geef je nooit ACE-remmers, angiotensine II-receptor antagonisten en renine-remmers tegelijkertijd?

A

Als je ze alle 3 geeft leidt dit op lange termijn tot nierproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de meest voorkomende bijwerking van ACE-remmers en hoe komt deze tot stand?

A

Een droge hoest, omdat ACE ook bradykinine om zet, dit zorgt voor hoesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moet op worden gelet bij ACE-remmers?

A

Op nierarteriestenose en comedicatie (NSAIDs).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom moet er bij het geven van ACE-remmers worden gelet op nierarteriestenose en NSAIDs?

A

Angiotensine II zorgt ervoor dat de efferente arteriole kan samenknijpen. Dit wordt tegengegaan door angiotensine II-receptor blokkers op ACE-remmers. Deze staat dus wijder open om de druk te verlagen. Als er dan aan de andere kant een stenose zit, kan dit leiden tot een verlaagde flow en nierinsufficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom worden angiotensine II receptor blokkers vaak geprefereerd over ACE-remmers?

A

Deze droge hoest die bij ACE-remmers vaak voorkomt, hebben de angiotensine II receptor blokkers niet. Ze zijn wel even effectief, waardoor deze soms liever worden gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn veel voorkomende bijwerkingen van diuretica?

A
  • Jicht
  • Hypokaliëmie
  • Diabetes mellitus
  • Hyponatriëmie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom kan de urineproductie verhogen door diuretica?

A

Omdat de natriurese omhoog gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is er aan de hand als je al meerdere middelen hebt geprobeerd en niets werkt?

A

Er is dan sprake van een hyperaldosteronisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de belangrijkste functie van bètablokkers?

A

Het remmen van de renine-afgifte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn 5 bijwerkingen van bètablokkers?

A
  • Koude acra
  • Bradycardie
  • Moe/down
  • Erectiele dysfunctie
  • Bronchusconstrictie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom werkt monotherapie vaak onvoldoende?

A
  • Hypertensie is een multifactoriële aandoening
  • Er is sprake van tegenregulatie
  • Gemiddeld hoge zoutinname
  • Vaatwandstijfheid